Motorkoelvloeistof controleren
Controleer de koelvloeistof (antivries) elk jaar
(bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als de
motorkoelvloeistof (antivries) er vervuild of
roestig uit ziet, moet het systeem worden afge-
tapt, doorgespoeld en opnieuw worden gevuld
met nieuwe motorkoelvloeistof (antivries). Con-
troleer of de voorzijde van de aircocondensor
vrij is van insectenresten, bladeren, enz. Spuit
de voorzijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de bovenkant
schoon met een tuinslang.
Inspecteer de slangen van het motorkoelsys-
teem op brosheid, barsten, insnijdingen en
scheuren en controleer of de aansluitingen bij
het expansiereservoir en de radiator goed vast-
zitten. Controleer het hele systeem op lekkage.
Controleer, wanneer de motor op bedrijfstem-
peratuur is (en uitstaat), of de radiatordop
luchtdicht afsluit door een kleine hoeveelheid
koelvloeistof (antivries) via de aftapopening
van de radiator te laten uitstromen. Als de dop
goed afsluit, begint de koelvloeistof (antivries)
uit het expansiereservoir te stromen. VERWIJ-
DER DE RADIATORDOP NIET ALS HET KOEL-
SYSTEEM HEET IS.Koelsysteem – Aftappen, doorspoelen en
opnieuw vullen
Als de motorkoelvloeistof (antivries) vuil is en
veel bezinksel bevat, laat u het koelsysteem
met een betrouwbaar reinigingsmiddel reinigen
en doorspoelen. Voer daarna een grondige
spoelbeurt uit om alle afzettingen en chemica-
liën te verwijderen. Voer de oude motorkoel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijze af.
Raadpleeg
Onderhoudsschema voor de
juiste onderhoudsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevo-
len koelvloeistof (antivries). Zie Vloeistoffen,
Smeermiddelen en Originele Onderdelen in
Onderhoud van uw voertuig voor meer infor-
matie.LET OP!
• Het mengen van koelvloeistof (antivries)
met andere dan de gespecificeerde HOAT-
koelvloeistof (antivries) kan beschadiging
van de motor veroorzaken en de bescher-
ming tegen roest verminderen. Als u in een
noodsituatie een andere dan de HOAT-
koelvloeistof (antivries) aan het koelsys-
teem hebt toegevoegd, is het verstandig
deze zo snel mogelijk te vervangen door de
gespecificeerde koelvloeistof (antivries).
• Gebruik geen leidingwater of koelvloeistof-
fen (antivries) op basis van alcohol. Ge-
bruik nooit anticorrosie-additieven of an-
dere producten, omdat deze mogelijk niet
geschikt zijn voor de motorkoelvloeistof
(antivries) en kunnen leiden tot verstopping
van de radiateur.
• Dit voertuig is niet ontworpen voor het
gebruik van motorkoelvloeistof (antivries)
op propyleenglycolbasis. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op propyleen-
glycolbasis wordt afgeraden.
307
Koelvloeistof bijvullen
De motor van uw auto wordt gekoeld met een
verbeterde koelvloeistof (antivries) die grotere
onderhoudsintervallen mogelijk maakt. Deze
motorkoelvloeistof (antivries) kan tot maximaal
vijf jaar of 168.000 km worden gebruikt voordat
vervanging nodig is. Gebruik altijd dezelfde
koelvloeistof (antivries). Daarmee voorkomt u
dat dit verlengde onderhoudsinterval wordt ver-
kort. Neem de volgende aanbevelingen in acht
voor het gebruik van HOAT-koelvloeistof (anti-
vries) (HOAT = Hybride Organisch Additief
Technologie).
Koelvloeistof (antivries) toevoegen:
•De fabrikant beveelt het gebruik aan van
MOPAR -antivries/koelvloeistof met 5 jaar/
160.000 km-formule HOAT (Hybride Orga-
nisch Additief Technologie), of een gelijk-
waardig alternatief.
• Maak een oplossing van ten minste 50%
HOAT-koelvloeistof (antivries) en gedistil-
leerd water. Gebruik hogere concentraties
(maximaal 70%) bij gebruik in zeer koude
omstandigheden (-37 °C). •
Gebruik uitsluitend gedistilleerd of gedemi-
neraliseerd water voor het verdunnen van de
koelvloeistofoplossing (antivriesoplossing).
Minder hoogwaardig water kan de corrosie-
bescherming van het motorkoelsysteem ver-
minderen.
Het is de taak van de eigenaar van de auto om
de concentratie van de koelvloeistof aan te
passen aan de buitentemperatuur.
OPMERKING:
Het mengen van verschillende typen motor-
koelvloeistof (antivries) verkort de levens-
duur van de koelvloeistof (antivries) en leidt
tot kortere verversingsintervallen.
Radiatordop
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voor-
komen dat er koelvloeistof (antivries) wordt
gemorst en u zeker kunt zijn dat de koelvloei-
stof (antivries) terugloopt naar de radiator van
het expansiereservoir.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zijn op het sluitvlak.WAARSCHUWING!
• De waarschuwing DO NOT OPEN HOT
(NIET OPENEN, HEET) op de vuldop is
een duidelijke veiligheidswaarschuwing.
Vul geen koelvloeistof (antivries) bij als de
motor oververhit is. Draai nooit de vuldop
los om een oververhitte motor te laten
afkoelen. Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om brandwon-
den en ander letsel te vermijden, mag u
nooit de vuldop verwijderen van een koel-
circuit dat heet is of onder druk staat.
• Gebruik geen andere radiatordop dan de-
gene die voor uw auto is gespecificeerd. Dit
kan leiden tot persoonlijk letsel of motor-
schade.
Afvoeren van verouderde koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries) op basis
van ethyleenglycol is een afvalstof die conform
de voorschriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties over de
juiste wijze van afvoeren. Voorkom dat dieren of
kinderen koelvloeistof binnenkrijgen door mo-
308
torkoelvloeistoffen (antivries) op basis van ethy-
leenglycol niet in open vaten of reservoirs te
bewaren. Laat ook geen vloeistof achter in
plassen op de grond. Schakel onmiddellijk
medische hulp in als een kind of huisdier
koelvloeistof heeft ingeslikt. Verwijder gemorste
vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
Bij het expansiereservoir kunt u snel en duide-
lijk zien of er voldoende motorkoelvloeistof (an-
tivries) in het koelsysteem aanwezig is. Bij een
stationair draaiende motor en een normale tot
warme bedrijfstemperatuur dient het koelvloei-
stofniveau (antivries) binnen het op het reser-
voir aangegeven bereik te liggen.
Omdat de radiator normaal gesproken volledig
gevuld blijft, is het niet nodig de radiatordop te
verwijderen, tenzij u het koelvloeistofgehalte
(antivriesgehalte) wilt controleren of de motor-
koelvloeistof (antivries) wilt verversen. Maak uw
monteur hierop attent. Zolang de bedrijfstem-
peratuur van de motor in orde is, hoeft u het
expansiereservoir slechts eenmaal per maand
te controleren.Als de koelvloeistof (antivries) moet worden
bijgevuld, doet u dit via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Voorzorgsmaatregelen
OPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers rijden de
auto stilzet, kunt u waterdamp zien opstij-
gen vanuit de voorzijde van het motorcom-
partiment. Dit is meestal het gevolg van een
hoge luchtvochtigheid, of van regen of
sneeuw die op de radiator is achtergebleven
en verdampt wanneer de thermostaatklep
opengaat, zodat er hete koelvloeistof (anti-
vries) in de radiator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte
blijkt dat de radiator en de slangen geen de-
fecten vertonen, kunt u gerust met de auto
gaan rijden. De damp zal snel verdwijnen.
•
Vul niet te veel vloeistof bij in het expansie-
reservoir.
• Controleer het koelvloeistofgehalte (anti-
vriesgehalte) in de radiator en in het expan-
siereservoir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiereservoir worden be-
schermd tegen bevriezing.
• Als u regelmatig koelvloeistof (antivries)
moet bijvullen of het vloeistofpeil in het ex-
pansiereservoir niet daalt wanneer de motor
afkoelt, moet het koelsysteem door middel
van een druktest op lekkage worden gecon-
troleerd.
• Ter bescherming van de aluminium onderde-
len van uw motor tegen corrosie moet u erop
letten dat de motorkoelvloeistof (antivries)
altijd minimaal 50% HOAT-koelvloeistof (an-
tivries) en gedistilleerd water bevat.
• Controleer of de slangen tussen radiator en
expansiereservoir niet geknikt of verstopt
zijn.
• Houd de voorzijde van de radiator schoon.
Als uw auto is uitgerust met airconditioning,
reinigt u de voorzijde van de condensor.
• Vervang nooit de thermostaat voor een
zomer- of wintertype. Wanneer vervanging
noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het ge-
specificeerde type thermostaat worden in-
gebouwd. Andere modellen kunnen een on-
309
6. Verwijder de peilstok weer en let op het aan
beide zijden aangegeven vloeistofpeil. Het
vloeistofpeil moet bij normale bedrijfstempera-
turen tussen de markeringsgaatjes bijHOT
(bovenaan) op de peilstok staan. Het vloeistof-
peil wordt alleen betrouwbaar gemeten als er
een gelijkmatige olielaag aanwezig is aan
beide zijden van de peilstok. Als het niveau te
laag is, vult u zoals vereist bij via de peilstok-
buis. Vul nooit te veel vloeistof bij. Wacht na
bijvullen van vloeistof via de peilstokbuis min-
stens twee (2) minuten, zodat de olie volkomen
in de versnellingsbak is gestroomd voordat u
het peil opnieuw afleest.
OPMERKING:
Als het peil alleen kan worden gecontroleerd
beneden de bedrijfstemperatuur, dient het
vloeistofpeil tussen de twee COLD -gaatjes
onder aan de peilstok te staan als de vloei-
stoftemperatuur ca. 21 °C bedraagt (kamer-
temperatuur). Als het vloeistofpeil bij kamer-
temperatuur correct is vastgesteld, moet dit
tussen de markeringsgaatjes bij HOT (bo-
venaan) staan zodra de versnellingsbak een
temperatuur heeft van 82 °C. Het beste kan het peil echter worden gemeten bij de nor-
male bedrijfstemperatuur.
LET OP!
Vergeet echter niet dat als de temperatuur
van de vloeistof minder dan 10° C bedraagt
deze niet op de peilstok afgelezen kan wor-
den. Vul pas vloeistof bij als de temperatuur
hoog genoeg is om het peil precies te kunnen
aflezen.
7. Controleer op lekkage. Zet de handrem los.
Controleer of de peilstok weer correct is terug-
geplaatst, om te voorkomen dat vuil en water in
de versnellingsbak terechtkomen na controle
van het vloeistofpeil of na bijvullen. Het is
normaal als de peilstokdop iets terugveert uit
de afdichtpositie, wel moet de afdichting in de
peilstokbuis zitten en afsluiten.
Verzorging van de auto en
corrosiebescherming
Bescherming van carrosserie en lak tegen
corrosie
De aandacht die aan de carrosserie moet wor-
den besteed is sterk afhankelijk van de weer-
sinvloeden en het gebruik van de auto. Strooi-
zout in de winter en chemische producten die
in andere seizoenen op bomen en in wegber-
men gespoten worden hebben een sterk cor-
rosieve invloed op de carrosserie.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen
om de carrosserie van uw auto gedurende
lange tijd in optimale conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat door blootstelling van het
metaal aan weersinvloeden, doordat de lak en
beschermende coatings op uw auto werden
beschadigd of loslieten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
• strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
• steenslag.
• insectenresten, teer en boomvocht.
314
•zilte lucht in kuststreken.
• zure regen en industriële vervuiling.
Wassen
• Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw met MOPAR Car Wash of
een niet-agressief autoreinigingsproduct en
spoel de panelen volledig af met schoon
water.
• Gebruik MOPAR Super Kleen Bug and Tar
Remover of een gelijkwaardig alternatief om
insecten, teer en andere neerslag van uw
auto te verwijderen.
• Gebruik een hoogwaardige was zoals MO-
PA R Cleaner Wax om aanslag en vuil te
verwijderen en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op de lak.
• Gebruik geen bijtende producten en polijst-
middelen die de glans of de dikte van het
lakwerk kunnen aantasten.LET OP!
• Gebruik nooit schurende reinigingsmidde-
len zoals staalwol of schuurpoeder, deze
veroorzaken krassen op het metaal en de
lak.
• Gebruik van elektrische wasinstallaties met
een vermogen van meer dan 1200 psi
(8274 kPa) kunnen de lak en de plakplaat-
jes beschadigen of respectievelijk verwijde-
ren.
Speciale verzorging
• Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand) wan-
neer u op bepekelde of stoffige wegen rijdt.
• Het is belangrijk dat de waterafvoeropenin-
gen aan de onderzijde van de portieren, de
schermen en de achterklep schoon en open
zijn. •
Als u steenslag of krassen in de lak ontdekt,
werk dergelijke plekjes dan meteen bij. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
• Wanneer de auto door een ongeval schade
heeft opgelopen aan de lak en de bescher-
mende coating, moet u deze zo spoedig
mogelijk laten repareren. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar van de
auto verantwoordelijk.
• Wanneer u speciale ladingen zoals chemi-
caliën, kunstmest, zout enz. vervoert, moet u
goed opletten dat alles goed verpakt en
afgesloten is.
• Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, advi-
seren wij om bij uw dealer spatlappen te
laten monteren.
• Gebruik Mopar Touch Up Paint of een ge-
lijkwaardig product om krassen of beschadi-
gingen zo snel mogelijk bij te werken. Uw
erkende dealer heeft de lakstift die past bij
uw lakkleur.
315
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om te
reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak ontvlam-
baar en kunnen bij gebruik in afgesloten ruim-
ten ademhalingsproblemen veroorzaken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof koplamplen-
zen die lichter en minder gevoelig voor steen-
slag zijn dan glazen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig dan glas, ga
daarom anders te werk bij het reinigen van de
koplamplens.
Om krassen tot een minimum te beperken en
de lichtopbrengst maximaal te houden, mogen
de koplamplenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder vuil met een
sopje van zachte zeep en spoel goed na.
Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen, staalwol of andere bijtende
stoffen om de lenzen te reinigen. Ruitoppervlakken
Alle glazen oppervlakken moeten regelmatig
worden schoongemaakt met MOPAR
Glass
Cleaner of een willekeurig reinigingsmiddel
voor glas. Gebruik nooit een reiniger met
schuurmiddelen. Wees voorzichtig terwijl u de
binnenzijde van de achterruit schoonmaakt.
Let op de draden van de achterruitverwarming.
Gebruik geen schrapers of andere scherpe
voorwerpen die de verwarmingselementen
kunnen beschadigen.
Wanneer u de spiegels schoonmaakt, moet u
het reinigingsmiddel op de gebruikte doek aan-
brengen. Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.
Reinigen van kunststoflenzen in
instrumentenpaneel
De lenzen voor de meetinstrumenten in deze
auto zijn vervaardigd uit glasheldere kunststof.
Wees bij het reinigen hiervan extra voorzichtig
om geen krassen te veroorzaken.
1. Reinig met een zachte bevochtigde doek.
Eventueel kan een sopje van zachte zeep
worden gebruikt, maar gebruik in geen geval
reinigingsalcohol of bijtende of schurende rei- nigingsmiddelen. Verwijder de zeep met een
schone, vochtige doek.
2. Wrijf ten slotte droog met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of bijtende rei-
nigers. De gordelband kan hierdoor worden
aangetast. Ook zonnestraling tast de stof aan.
Voor het schoonmaken van de gordels kunt u
MOPAR
Total Clean gebruiken, of een niet-
bijtend reinigingsmiddel of lauw water. Verwij-
der de gordels hiertoe niet uit de auto.
Laat de gordels vervangen wanneer ze gaan
rafelen, slijtplekken vertonen of wanneer de
gespsluitingen niet goed functioneren.
Wrijf ten slotte droog met een zachte doek.
ZEKERINGEN
Volledig geïntegreerde
voedingsmodule
De elektrische combinatiemodule (TIPM) be-
vindt zich in de motorruimte. Dit centrum bevat
patroonzekeringen en minizekeringen. In de
binnenzijde van het deksel is mogelijk een
317
ALS U HULP NODIG HEEFTUw tevredenheid over hun producten en dien-
sten zijn van groot belang voor de distributeurs
van de fabrikant. Wanneer u niet tevreden bent
over onze service of wanneer zich een ander
probleem voordoet, adviseren wij de volgende
stappen te ondernemen:
Bespreek het probleem bij de erkende dealer.
Vraag naar de directie of de servicemanager.
Het management van de erkende dealervesti-
ging is het best in staat een probleem snel te
verhelpen.
Wanneer u contact opneemt met een
dealer, geef dan de volgende informatie
door:
•Uw naam, adres en telefoonnummer.
• Het voertuigidentificatienummer ofwel VIN
(dit uit 17 tekens bestaande nummer is te
vinden op een sticker of ingeslagen plaatje
op de linkervoorhoek van het dashboard en
is zichtbaar via de voorruit. U vindt het VIN
ook op uw autoregistratie of op uw eigen-
domsbewijs). •
De erkende dealer die de auto verkocht en
de dealer die onderhoud verricht.
• De afleveringsdatum van de auto en de
huidige stand van de kilometerteller.
• De onderhoudsgeschiedenis van uw auto.
• Een precieze beschrijving van het probleem
en de omstandigheden waarbij het pro-
bleem zich voordoet.
ARGENTINIËChrysler Argentina S.A
Boulevard Azucena Villaflor 435
C1107CII
Buenos Aires, Argentinië
Tel.: +54-11-4891 7900
Fax: +54-11-4891 7901
AUSTRALIËChrysler
Australia/Pacific Pty. Ltd.
ACN 004 411 410
Chrysler Vehicle Division
P.O. Box 4214 Mulgrave 3170
Tel. (03) 9566–9266
OOSTENRIJKChrysler Austria Gesellschaft m.b.H.
Felmayergasse 2
A-1210 Wien
Tel.: +43-1-5465 15131
Fax: +43-1-5465 15132
OVERIG CARAÏBISCH GEBIEDInteramericana Trading Company
Warrens, St. Michael
Barbados, West Indies
Tel.: 246–417–8000
Fax: 246–425–2888
BELGIËChrysler Belgium Luxembourg NV
Tollaan 68
B-1200 Brussel
Tel.: 0800 94634 (gratis telefoonnummer)
Fax: +32 (0)2 717 3301
354
BOLIVIAOvando & Cia S.A.
Av. Cristobal de Mendoza (2do Anillo) y Canal
Isuto
Santa Cruz, Bolivia
Tel.: (591-3) 336 3100
Fax: (591-3) 334 0229
BRAZILIËChrysler do Brasil
Av. Alfred Jurzykowski, 562
09680-900 São Bernardo do Campo-S.P
Tel.: 55 11 4173 6611
Fax: 55 11 4173 9200
BULGARIJEBALKAN STAR
Resbarska Str. 5
1510 Sofia
Tel.: 359 2 91988
Fax: 359 2 945 40 14
CHILIComercial Chrysler S.A.
Av. Americo Vespucio 1601, Quilicura
Santiago, Chili
Tel.: (56-2) 620 7600
Fax: (56-2) 730 6201
CHINAChrysler Group (China) Sales Limited
16F,Gemdale Plaza Tower A
Jian Guo Road 91
Chaoyang District
Peking 100022, P.R. CHINA
Merk Chrysler Tel: 400-650-1195
Merk Dodge Tel: 400-650-0118
COLOMBIAChrysler Colombia S.A.
Avenida Calle 26 # 70A-25
Bogotá Colombia
Tel.: 57 1 4236700
Fax: 57 (1) 410 5667
COSTA RICAAutoStar
La Uruca, frente al Banco Nacional
San José, Costa Rica
Tel.: (506) 295 - 0000
Fax: (506) 295 - 0052
KROATIËEUROLINE d.o.o.
Kovinska 5
10 000 Zagreb
Tel.: 385 1 3441 111
Fax: 385 1 3441 113
TSJECHIËChrysler Czech Republic s.r.o
Daimlerova 2296/2
149 45 Praha 4 - Chodov
Tsjechië
Tel.: +420 (0)2 71077 111
Tel.: +420 (0)2 25101 111
Fax: +420 (0)2 71077 507
DENEMARKENChrysler Danmark ApS
Frederikskaj 4
DK- 1790 København V.
Tel.: +45 (0)35 256 830
Fax: +45 (0)35 256 832
355