Page 25 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAUM2161
Tankdop Openen van de tankdop
1. Open het tankdopdeksel door het
voorste gedeelte omlaag te drukken.
2. Steek de sleutel in het slot en draai
hem rechtsom.
Sluiten van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover el-
kaar en druk de tankdop in zijn oor-
spronkelijke positie.
2. Draai de sleutel linksom en neem hem
uit.
3. Sluit het tankdopdeksel.
WAARSCHUWING
DWA11091
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstoflek-kage ontstaat brandgevaar.
DAU13212
Brandstof Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft bereikt.
Omdat brandstof uitzet als deze warm
wordt, kan de warmte van de motor of
de zon ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.
1. Tankdop
2. TankdopdekselZAUM0643
1
2
U5B2D1D0.book Page 8 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 26 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huidterechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU13390
LET OP
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Doorloodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
1
2
ZAUM0020
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND LOODVRIJE SUPER-
BENZINE
Inhoud brandstoftank:
10.5 L (2.77 US gal, 2.31 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brandstof-
niveau gaat branden):
2.7 L (0.72 US gal, 0.60 Imp.gal)
U5B2D1D0.book Page 9 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 27 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU13445
Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onder-
houdswerkzaamheden uit te voe-
ren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden totoververhitting.
LET OP
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU13932
Zadel Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze dan linksom naar “OPEN”.OPMERKIN
G
Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.1. Openen.ZAUM0644
PUSHOPEN
1
U5B2D1D0.book Page 10 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 28 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAUM2510
Opbergcompartimenten Opbergcompartiment voorzijde
Om het opbergcompartiment te ontgrende-lenSteek de sleutel in het slot en draai een
kwartslag rechtsom.
Om het opbergcompartiment te openenwanneer dit is ontgrendeldDraai de knop een kwartslag rechtsom. De
knop keert terug naar de oorspronkelijke
positie zodra deze wordt losgelaten.
Om het opbergcompartiment te sluitenDuw het deksel in de oorspronkelijke stand.Om het opbergcompartiment te vergrende-
lenSteek de sleutel in het slot, draai een kwart-
slag linksom en verwijder de sleutel.
WAARSCHUWING
DWA11191
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1 kg (2 lb) voor het voor-
ste opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 185 kg (408 lb) voor het voertuigniet.
Achterste opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-10.)
1. Vergrendelen.
2. Voorste opbergcompartimentZAUM0645
OPEN
OPEN
UNLOCKLOCK
OPEN
OPEN
UNLOCKLOCK
OPEN
OPEN
UNLOCKLOCK
1
2
1. Achterste opbergcompartimentZAUM0646
1
U5B2D1D0.book Page 11 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 29 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
WAARSCHUWING
DWAT1051
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) voor het ach-
terste opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 185 kg (408 lb) voor het voertuigniet.
LET OP
DCA10080
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
snel warmer als het is blootgesteld
aan direct zonlicht, bewaar hierin
dus geen goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in een
plastic zak, om zo vochtig worden
van het opbergcompartiment te
voorkomen.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt ge-
wassen, omwikkel te bewaren voor-
werpen dus in een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opbergcom-partiment.Als u een helm wilt opbergen in het opberg-
compartiment, moet de helm worden ge-
plaatst met de voorkant naar achteren.
OPMERKING
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd achtermet het zadel open.
DAUM2490
Kuipruit Al naar gelang de voorkeur van de bestuur-
der, kan de kuipruithoogte in vier verschil-
lende standen worden gezet.
De kuipruithoogte aanpassen
1. Verwijder de bouten aan beide zijden
van de kuipruit.
2. Zet de kuipruit in de gewenste stand.
3. Breng de bouten aan en zet deze vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.1. Kuipruit
2. Bout
Aanhaalmoment:
Kuipruitbout:
4 Nm (0.4 m·kgf, 2.9 ft·lbf)ZAUM0797
1
2
U5B2D1D0.book Page 12 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 30 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
WAARSCHUWING
DWA10920
Na aanpassing van de kuipruit:
Bevestig de kuipruitbouten stevig.
Draai het stuur naar linke en rechts
om te controleren of het stuur niet
geblokkeerd is en of de kuipruit
geen contact maakt met andere on-
derdelen.
Open het gas en controleer of de
gasgrip correct terugkeert na losla-
ten; anders kan dit leiden tot eenongeval of ernstig letsel.
DAU14881
Afstellen van de schokdemperu-
nits Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
WAARSCHUWING
DWA10210
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
1
2
3
4
1
2
(b)
(a)
ZAUM0414
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
2
Maximum (hard):
4
U5B2D1D0.book Page 13 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 31 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU15112
Bagagedrager (indien van toe-
passing)
WAARSCHUWING
DWA10171
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) voor de baga-
gedrager niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 185 kg (408 lb) voor het voertuigniet.
DAUT1072
Bagagehaak
WAARSCHUWING
DWAT1031
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor de baga-
gehaak niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 185 kg (408 lb) voor het voertuigniet.
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKIN
G
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
1. BagagedragerZAUM0798
1
1. Bagagehaak
1
ZAUM0647
1. ZijstandaardschakelaarZAUM0648
1
U5B2D1D0.book Page 14 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM
Page 32 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
DAU45051
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar en de remlichtschakelaars
deel uitmaken) heeft de volgende functies:
Het verhindert starten wanneer de zij-
standaard is opgetrokken, terwijl geen
der remmen is bekrachtigd.
Het verhindert starten wanneer een
der remmen is bekrachtigd, terwijl de
zijstandaard nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U5B2D1D0.book Page 15 Tuesday, July 22, 2008 10:06 AM