Page 17 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3-1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU10973
Startblokkeersysteem
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
Dit voertuig is voorzien van een start-
blokkeersysteem waarmee diefstal
kan worden bemoeilijkt door de code-
ring van de standaardsleutels te wijzi-
gen. Het systeem bestaat uit de vol-
gende onderdelen:
●een codeersleutel (met een rood
bovendeel)
●twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw
kunnen worden gecodeerd
●een transponder (die is geïnte-
greerd in de codeersleutel)
●een startblokkeereenheid
●een ECU
●een controlelampje van het start-
blokkeersysteem (Zie pagina 3-3.)
De sleutel met het rode bovendeel
wordt gebruikt om de twee standaard-
sleutels te coderen. Het wijzigen van
de codes is een ingewikkelde proce-
dure. Breng het voertuig daarom met
alle drie sleutels naar een Yamaha
dealer om deze opnieuw te laten co-
deren. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te
rijden. Deze sleutel dient uitsluitend te
worden gebruikt voor het opnieuw co-
deren van de standaardsleutels. Ge-
bruik altijd een standaardsleutel om
met het voertuig te rij den.
DCA11821LET OP:
●ZORG DAT U DE CODEERSLEU-
TEL NIET VERLIEST! NEEM DI-
RECT CONTACT OP MET UW
DEALER ALS U HEM VERLOREN
HEBT! Als de codeersleutel verlo-
ren is, kunnen de standaardsleutels
niet opnieuw gecodeerd worden. U
kunt het voertuig dan nog steeds
starten met de standaardsleutels, maar als ze opnieuw gecodeerd
moeten worden (d.w.z. als er een
nieuwe standaardsleutel is ge-
maakt of als alle sleutels verloren
zijn), dient het gehele startblok-
keersysteem vervangen te worden.
Daarom wordt u sterk aangeraden
een van de standaardsleutels te ge-
bruiken en de codeersleutel op een
veilige plek te bewaren.
●Dompel de sleutels nooit in water.
●Stel de sleutels nooit bloot aan ex-
treem hoge temperaturen.
●Leg de sleutels nooit vlakbij mag-
netische voorwerpen (zoals bij-
voorbeeld speakers enz.).
●Plaats nooit voorwerpen die elek-
trische signalen uitzenden vlakbij
de sleutels.
●Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
●U mag de sleutels nooit slijpen of
de vorm ervan wijzigen.
●U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.
●Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelf-
de sleutelring.
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-1
Page 18 of 97

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
●Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een
andere plek dan de codeersleutel
van het voertuig.
●Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kun-
nen ze signaalstoring veroorzaken.
DAU10471
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld.
OPMERKING:
Gebruik de standaardsleutel (zwart
bovendeel) voor het normale gebruik
van het voertuig. Bewaar de codeer-
sleutel (rood bovendeel) op een veili-
ge plaats om verlies te voorkomen en
gebruik de sleutel uitsluitend voor het
opnieuw coderen van de standaard-
sleutels.
DAU10550
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting,
het achterlicht, de kentekenverlichting
en het parkeerlicht gaan branden en de
motor kan worden gestart. De sleutel
kan niet worden uitgenomen.
OPMERKING:
De koplampen gaan automatisch bran-
den als de motor wordt gestart en blij-
ven aan totdat de sleutel naar “OFF”
wordt gedraaid, zelfs als de motor af-
slaat.
DAU10660
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
DAU10680
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te v
ergrendelen
1. Drukken
2. Draaien
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en draai hem dan naar de “LOCK”-stand.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-2
Page 19 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
Om het stuur te ontgrendelen
1. Drukken
2. Draaien
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar “OFF” terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
WAARSCHUWING0
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
machine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mo-
gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een ongeval ver-
oorzaken. Zorg altijd dat de machi-
ne stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait.
DAU10941
F(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht branden. De alarmverlich-
ting en richtingaanwijzers kunnen wor-
den ingeschakeld, maar alle andere
elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ F” te kunnen draaien.
DCA11020LET OP:
Gebruik de parkeerstand niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ N”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ y”
4. Controlelampje grootlicht “ 1”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ U”
6. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ u”
DAUB1510
Controlelampje richtingaanwijzers
“y ”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje van de richtingaanwijzers con-
troleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-3
Page 20 of 97

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAUB1520
Vrijstandcontrolelampje “N”
Dit controlelampje brandt terwijl de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
Het elektrisch circuit voor het vrij-
standcontrolelampje controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAUB1530
Controlelampje grootlicht “ 1”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje van het grootlicht controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU11440
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “u ”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo'n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waar-
schuwingslampje controleert u door
de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang oplicht en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
om het elektrisch circuit te testen.
DCA10020LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
DAU11530
Waarschuwingslampje
motorstoring “ U”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den of knippert wanneer een elek-
trisch circuit dat de motorwerking
controleert defect is. Vraag in dat ge-
val een Yamaha dealer het zelfdiag-
nosesysteem te controleren. (Zie pa-
gina 3-7 voor uitleg over de wer kingvan het zelfdiagnosesysteem). Het
elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de
sleutel naar “ON” te draaien. Als het
waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU26873
Controlelampje startblokkering “ ”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, begint het controlelampje na 30
seconden te knipperen om aan te geven
dat het startblokkeersysteem is inge-
schakeld. Het controlelampje stopt na
24 uur met knipperen, maar het start-
blokkeersysteem blijft ingeschakeld.
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem. (Zie pagina 3-7 voor
uitleg over de werking van het zelf-
diagnosesysteem.)
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-4
Page 21 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
DAUB1501
Multifunctioneel display
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Kilometerteller
4. Rittellers/Ritteller voor brandstofreserve
5. Klok
6. Brandstofniveaumeter
7. Toets “RESET”
8. Toets “SELECT”
DWA12311
WAARSCHUWING0
Zorg dat de machine stilstaat, voor-
dat u wijzigingen in de instellingen
van het multifunctionele display
gaat aanbrengen.
Het multifunctionele display toont de
volgende voorzieningen:
●een snelheidsmeter (die de actu-
ele rijsnelheid aangeeft)
●een digitale toerenteller (die het
motortoerental in tpm aangeeft)
●een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
●twee rittellers (die de afgelegde
afstand aangeven sinds de tellers
het laatst werden teruggesteld op
nul)
●een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand aan-
geeft sinds het onderste segment
van de brandstofniveaumeter be-
gon te knipperen)
●een klok
●een brandstofniveaumeter
●een voorziening voor zelfdiagno-
se
OPMERKING:
●Vergeet niet de sleutel naar "ON"
te draaien voordat u de toetsen
"SELECT" en "RESET" gebruikt.
●Alleen voor Groot-Brittannië: Om
de weergave voor snelheidsmeter
en kilometerteller/ritteller te wisse-
len tussen kilometers en mijlen,
drukt u tegelijkertijd op de toets
"SELECT" en de toets "RESET" en
draait u de sleutel naar "ON". Als
de cijfers gaan knipperen, drukt u
op de toets "SELECT" om kilome-
ters of mijlen te kiezen.
XT660Z 01-03 NL 28-07-2008 16:00 Pagina 3-5
Page 22 of 97

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Toerenteller
1. Toerenteller
2. Rode zone
Met de toerenteller kan de bestuurder
het motortoerental controleren en dit
binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar "ON" wordt ge-
draaid, slaat de naald van de toeren-
teller eenmaal helemaal uit tot aan het
hoogste aantal toeren per minuut en
keert daarna weer terug naar nul tpm
om het elektrische circuit te testen.
DCA10030LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 7.500 tpm en hoger.
Ritteller- en toerentellerweergaven
1. Toets “SELECT”
2. Toets “RESET”
Door op de toets "SELECT" te druk-
ken, wordt in de onderstaande volgor-
de gewisseld tussen de rittellerweer-
gaven "TRIP 1" en "TRIP 2":
TRIP 1
6TRIP 2 6TRIP 1
Als de hoeveelheid brandstof in de
tank afneemt tot 6,7 L (1,77 US gal,
1,47 Imp.gal), begint het onderste
segment van de brandstofniveaume-
ter te knipperen en wisselt de ritteller-
weergave automatisch naar de brand-
stofreserve-rittellermodus "F-TRIP",
waarop de afgelegde afstand vanaf
dat punt wordt aangegeven. In dat ge-
val wordt door het indrukken van de
toets "SELECT" in onderstaande volg-
orde gewisseld tussen de diverse
weergaven van de ritteller:
F-TRIP
6TRIP 1 6TRIP 2 6F-TRIP
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door op de toets
"SELECT" te drukken en daarna de
toets "RESET" minstens vier secon-
den lang ingedrukt te houden. Wan-
neer u de brandstofreserve-ritteller
niet zelf met de hand op nul terugstelt,
wordt deze automatisch teruggesteld
zodra na het tanken 5 km (3 mi) is ge-
reden en verschijnt de vorige weerga-
vemodus weer.
XT660Z 01-03 NL 28-07-2008 16:00 Pagina 3-6
Page 23 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
Klokweergave
1. Klok
2. Toets “SELECT”
3. Toets “RESET”
OPMERKING:
De klokweergave blijft zichtbaar als de
sleutel naar "OFF" wordt gedraaid.
De klok op tijd z
etten:
1. Houd de toets "SELECT" minstens
vier seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te
knipperen, drukt u op de "RESET"-
toets om de uren in te stellen.
3. Druk op de toets "SELECT" en de
minutenaanduiding zal gaan knip-
peren.
4. Druk op de toets "RESET" om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de "SELECT"-toets en
laat deze dan los om de klok te
starten.
Brandstofniveaumeter
1. Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op "ON" staat,
geeft de brandstofniveaumeter de hoe-
veelheid brandstof in de brandstoftank
aan. Als de contactsleutel naar "ON"
wordt gedraaid, verschijnen alle seg-
menten van de brandstofniveaumeter
een voor een op het display en verdwij-
nen daarna weer om het elektrisch cir-
cuit te testen. De displaysegmenten
van de brandstofniveaumeter verdwij-
nen richting "E" (Empty) naarmate het
brandstofniveau verder daalt. Wanneer
er nog maar één segment naast "E"
(Empty) is overgebleven, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgevuld.
OPMERKING:
Deze brandstofniveaumeter is voorzien
van een zelfdiagnosesysteem. Raakt het
elektrisch circuit defect, dan beginnen al-
le segmenten te knipperen. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer het elektrisch
circuit te testen.
Zelfdiagnosesystemen
1. Waarschuwingslampje motorstoring “U”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
Dit model is uitgerust met een zelf-
diagnosesysteem voor diverse elektri-
sche circuits.
Wanneer in een van deze circuits een
storing optreedt, gaat het waarschu-
wingslampje voor motorstoring knip-
peren. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
XT660Z 01-03 NL 30-07-2008 12:00 Pagina 3-7
Page 24 of 97

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem.
Wanneer een van de startblokkerings-
circuits defect raakt, begint de contro-
lelamp van de startblokkering te knip-
peren.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te contro-
leren.
OPMERKING:
Als het controlelampje eerst vijfmaal
langzaam knippert en dan herhaalde-
lijk tweemaal snel, betreft het mogelijk
een signaalstoring. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de
codeersleutel.
OPMERKING:
Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot en bewaar
niet meer dan één startblokkeersleutel
aan dezelfde sleutelring! Startblok-
keersleutels kunnen signaalstoring
veroorzaken, waardoor de motor mo-
gelijk niet kan worden gestart.
2. Als de motor start, zet deze dan
weer uit en probeer hem opnieuw te
starten met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden ge-
start met een of beide standaard-
sleutels, breng dan het voertuig, de
codeersleutel en beide standaard-
sleutels naar een Yamaha dealer en
laat de standaardsleutels opnieuw
coderen.
Blijft de controlelamp van de startblok-
kering knipperen, laat het voertuig dan
door een Yamaha dealer controleren.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel
antidiefstal-alarmsysteem. Neem con-
tact op met een Yamaha dealer voor
nadere informatie.
XT660Z 01-03 NL 28-07-2008 16:00 Pagina 3-8