FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAUB1520
Vrijstandcontrolelampje “N”
Dit controlelampje brandt terwijl de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
Het elektrisch circuit voor het vrij-
standcontrolelampje controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAUB1530
Controlelampje grootlicht “ 1”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje van het grootlicht controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU11440
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “u ”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo'n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waar-
schuwingslampje controleert u door
de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang oplicht en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
om het elektrisch circuit te testen.
DCA10020LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
DAU11530
Waarschuwingslampje
motorstoring “ U”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den of knippert wanneer een elek-
trisch circuit dat de motorwerking
controleert defect is. Vraag in dat ge-
val een Yamaha dealer het zelfdiag-
nosesysteem te controleren. (Zie pa-
gina 3-7 voor uitleg over de wer kingvan het zelfdiagnosesysteem). Het
elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de
sleutel naar “ON” te draaien. Als het
waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU26873
Controlelampje startblokkering “ ”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, begint het controlelampje na 30
seconden te knipperen om aan te geven
dat het startblokkeersysteem is inge-
schakeld. Het controlelampje stopt na
24 uur met knipperen, maar het start-
blokkeersysteem blijft ingeschakeld.
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem. (Zie pagina 3-7 voor
uitleg over de werking van het zelf-
diagnosesysteem.)
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
DAU12347
Stuurschakelaars
Links
1. Lichtsignaalschakelaar “1”
2. Dimlichtschakelaar “2/ 1 ”
3. Claxonschakelaar “o”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ y”
5. Schakelaar alarmverlichting “
r”
54
2
1
3
Rechts
1. Noodstopschakelaar “I/”
2. Lichtsignaalschakelaar “J”
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “1”
Druk deze schakelaar in om de kop-
lamp een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ 2/1”
Zet deze schakelaar op “ 2” voor groot-
licht en op “ 2” voor dimlicht.
DAU12500
Claxonschakelaar “ o”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
B
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ y”
Druk deze schakelaar naar “ Δ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “ Ÿ” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten
keert de schakelaar terug naar de
middenstand. Om de richtingaanwij-
zers uit te schakelen wordt de schake-
laar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12660
Noodstopschakelaar “ I/”
Zet deze schakelaar voor u de motor
start op “ I”. Zet deze schakelaar op
“ ” om de motor direct uit te schakelen
in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel
blijft hangen.
DAU12710
Startknop “J”
Druk deze knop in om via de startmo-
tor de motor rond te draaien.
DCA10050LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
B
B
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-9
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag
Slaat de motor af?
OPMERKING:
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij wordt uit-
gevoerd met een warme motor.
De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt voordat deze
is nagekeken door een Yamaha dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is mogelijk
defect. De motorfiets mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.
JA NEE
NEE
JA
NEE
JA
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 3-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15950
DWA10270
WAARSCHUWING0
●Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfunc-
ties en hun werking voordat u
gaat rijden. Informeer bij een
Yamaha dealer als u de werk-
ing van een schakelaar of func-
tie niet volkomen begrijpt.
●Start de motor nooit in een
afgesloten ruimte en laat deze
hierin ook niet lange tijd aa-
neen draaien. Uitlaatgassen zi-
jn giftig en het inademen ervan
kan al binnen korte tijd leiden
tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of
er voldoende ventilatie is.
●Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te rij-
den. Als de zijstandaard niet be-
hoorlijk is ingetrokken, kan deze
de grond raken en zo de motor-
rijder afleiden, waardoor u de
macht over het stuur verliest.
DAUB1570
Starten van de motor
Door het startspersysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
●De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
●De versnellingsbak staat in een
versnelling geschakeld terwijl de
koppelingshendel is ingetrokken
en de zijstandaard is opgeklapt.
DWA10290
WAARSCHUWING0
●Controleer voor het starten van
de motor de werking van het
startspersysteem en volg daar-
bij de werkwijze beschreven op
pagina 3-18.
●Ga nooit rijden terwijl de zijs-
tandaard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstop-
schakelaar op “
I” is gezet.
DCAB0070LET OP:
De volgende waarschuwings- en
controlelampjes gaan enkele sec-
onden aan en dan weer uit.
●Vrijstandcontrolelampje
●Controlelampje richtingaanwijzers
●Controlelampje grootlicht
●Waarschuwingslampje motor-
storing
●Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
●Controlelampje startblokkering
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van
het betreffende waarschuwings- of
controlelampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
OPMERKING:
Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yama-
ha dealer het elektrisch circuit te testen.
5-1
XT660Z 04-06 NL 7-04-2008 15:39 Pagina 5-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-41
Oververhitte motorDWA10400
WAARSCHUWING0
●Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koel\
vloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is
afgekoeld.
●Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, \
aan
over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aansl\
ag zodat de nog aanwezige druk kan
ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze l\
inksom en verwijder de dop.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de motor
is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het koel-
systeem op lekkage.
Het
koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is
lekkage.
Er is geen
lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren
en te repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsys-
teem te controleren en te repareren als de motor op-
nieuw oververhit raakt
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
XT660Z 04-06 NL 7-04-2008 15:40 Pagina 6-41
INDEX
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ........................................6-20
L Leutels................................................3-1
Lichtsignaalschakelaar .......................3-9
Luchtfilterelement en aftapslang, vervangen en reinigen ..................6-14
M Modelinformatiesticker .......................9-2
Motor, starten .....................................5-1
Motorolie en oliefilterelement .............6-9
Motorstoring, waarschuwingslampje ....3-4
Multifunctioneel display ......................3-5 Brandstofniveaumeter .....................3-7
Klokweergave .................................3-7
Ritteller- en toerentellerweergaven .....3-6
Toerenteller .....................................3-6
Zelfdiagnosesystemen ....................3-7
N Noodstopschakelaar ..........................3-9
O Oliefilterelement ...............................6-10
Ondersteunen van de motorfiets......6-36
P Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ....6-34
Parkeren .............................................5-4
Periodiek onderhoud en kleinere reparaties ........................................6-1 Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ........................6-2
Problemen oplossen ........................6-39 Oververhitte motor ........................6-41
Storingzoekschema's ....................6-40
R Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren..................6-26
Remblokken, controleren .................6-21
Remhendel .......................................3-11
Rempedaal .......................................3-11 Smeren .........................................6-27
Remvloeistof ....................................6-22 Controleren van niveau.................6-22
Verversen ......................................6-23
Richtingaanwijzer, vervangen gloeilamp ......................................6-34
Richtingaanwijzerschakelaar ..............3-9
Richtingaanwijzers, controlelampje ....3-3
Ritteller- en toerentellerweergaven ....3-6
S Schakelaar alarmverlichting .............3-10
Schakelen ..........................................5-2
Schakelpedaal ..................................3-10
Schokdemperunit, afstellen..............3-16
Sleutelnummer ...................................9-1
Smeren van de aandrijfketting .........6-25
Smeren van de achterbrugscharnierpunten...........6-28 Smeren van de
achterwielophanging ......................6-27
Smeren van gasgreep en gaskabel ....6-26
Smeren van het rempedaal..............6-27
Smeren van kabels ..........................6-25
Smeren van rem- en
koppelingshendels ........................6-26
Smeren van zijstandaard .................6-27
Spaakwielen .....................................6-19
Spanning aandrijfketting...................6-23
Specificaties .......................................8-1
Stalling ...............................................7-3
Startblokkeersysteem.........................3-1
Startblokkering, controlelampje..........3-4
Starten van de motor .........................5-1
Startknop............................................3-9
Startspersysteem .............................3-17
Stationair toerental ...........................6-15
Storingzoekschema's .......................6-40
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen en aanbrengen ............6-6
Stuurschakelaars ...............................3-9 Claxonschakelaar ...........................3-9
Dimlichtschakelaar ..........................3-9
Lichtsignaalschakelaar ...................3-9
Noodstopschakelaar .......................3-9
Richtingaanwijzerschakelaar ..........3-9
Schakelaar alarmverlichting..........3-10
Startknop ........................................3-9
Stuurslot .............................................3-2
Stuursysteem, controleren ...............6-29
XT660Z 07-10 NL 7-04-2008 15:04 Pagina 2