Page 9 of 97

INHOUDSOPGAVE
Controleren en smeren vanzijstandaard ..............................6-27
Smeren van de achter wielophanging ..........................6-27
De achterbrugscharnierpunten smeren .....................................6-28
Voorvork controleren .......................6-28
Controle van stuursysteem .............6-29
Controleren van wiellagers .............6-29
Accu ................................................6-30
Zekeringen vervangen ....................6-31
Koplampgloeilamp vervangen .........6-33
Achterlicht/remlicht unit ...................6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen.................................6-34
Gloeilamp van de kenteken verlichting vervangen ...............6-35
Vervangen van een parkeerlichtgloeilamp ...............6-35
Ondersteunen van de motorfiets ....6-36
Voorwiel...........................................6-36
Achterwiel .......................................6-38
Problemen oplossen .......................6-39
Storingzoekschema's ......................6-40
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS ................................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3 SPECIFICATIES
..................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ...............9-1
Identificatienummers .........................9-1
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 7
Page 10 of 97

1-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU10311
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE
VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK
EN WERKING ZIJN AFHANKELIJK
VAN JUISTE RIJTECHNIEKEN EN VAN
DE DESKUNDIGHEID VAN DE BE-
STUURDER. ELKE BESTUURDER
MOET BEKEND ZIJN MET DE VOL-
GENDE VEREISTEN ALVORENS MET
DEZE MOTOR TE GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
●DOOR EEN COMPETENTE IN-
FORMATIEBRON GRONDIG ZIJN
INGELICHT OVER ALLE ASPEC-
TEN VAN HET MOTORRIJDEN.
●ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDER-
HOUDSEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
●GRONDIG GETRAIND ZIJN IN
VEILIGE EN CORRECTE RIJ-
TECHNIEKEN.
●GEBRUIKMAKEN VAN PROFES-
SIONELE TECHNISCHE SERVI-
CE, ZOALS AANGEGEVEN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
EN/OF WANNEER DE MECHANI-
SCHE CONDITIES DIT VEREISEN
. Veilig rijden
●Controleer de machine altijd voor
u gaat rijden. Een zorgvuldige
controle kan een ongeval helpen
voorkomen.
●Deze motorfiets is gebouwd voor
het vervoer van de bestuurder
plus een passagier.
●Het niet opmerken en herkennen
van motorfietsen door andere
weggebruikers vormt de belang-
rijkste oorzaak van auto-/moto-
rongevallen. Vaak worden onge-
vallen veroorzaakt doordat een
autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt,
dat blijkt het meest effectief om
het risico op een dergelijk type
ongeval te verminderen.
Dus: • Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij hetnaderen en passeren van kruis-
ingen, daar doen ongelukken
met motorfietsen zich namelijk
het meest voor. • Ga daar rijden waar andere weg-
gebruikers u kunnen zien. Ga
niet rijden in de dode zichthoek
van een andere weggebruiker.
●Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Veelal zijn
bestuurders die bij een ongeval be-
trokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.• Zorg dat u bekwaam bent om te rijden en leen uw motorfiets al-
leen uit aan ervaren motorrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met
uw beperkingen helpt u onge-
lukken voorkomen.
• We raden aan om het motorrij- den te oefenen op plekken
waar geen verkeer is, totdat u
grondig bekend bent met de
motor en zijn bediening.
●Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de motorbe-
stuurder. Veel bestuurders houden bij
het ingaan van een bocht een TE HO-
GE RIJSNELHEID aan of rijden te
lang rechtop (onvoldoende schuinlig-
gen bij de bewuste rijsnelheid), zodat
de bocht dan te wijd word genomen.
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 8
Page 11 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Neem altijd de maximum snel-heid in acht en rijd nooit sneller
dan de wegcondities en het
verkeer toestaan.
• Geef altijd richting aan voordat u afslaat of van rijstrook wisselt.
Zorg dat andere weggebruikers
u kunnen zien.
●De zithouding van de bestuurder
en de passagier is belangrijk voor
een goede besturing.• De bestuurder moet tijdens het rijden beide handen aan het
stuur houden en beide voeten
op de bestuurdersvoetsteunen,
om zo de macht over het stuur
te behouden.
• De passagier hoort steeds de bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig,
met beide handen vast te hou-
den en beide voeten op de pas-
sagiersvoetsteunen te houden.
• Neem nooit een passagier mee die niet in staat is om beide
voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
●Rijd nooit onder invloed van alco-
hol of andere drugs Beschermende kleding
Motorongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dra-
gen van een helm is de belangrijkste
factor bij het voorkomen of reduceren
van hoofdletsel.
●Draag altijd een goedgekeurde helm.
●Draag ook een gezichtskap of een
veiligheidsbril. Zonder oogbe-
scherming kan uw zicht door de
rijwind verslechteren, waardoor u
gevaren mogelijk te laat opmerkt.
●Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen
e.d. te dragen verkleint u de kans
op schaafwonden of ontvellingen.
●Draag nooit loszittende kleding,
deze kan blijven haken aan bedie-
ningshandgrepen of door de wie-
len worden gegrepen en zo een
ongeval of letsel veroorzaken.
●Raak nooit de motor of het uitlaat-
systeem aan terwijl de motor
draait. Deze onderdelen worden
zeer heet en kunnen zo brand-
wonden veroorzaken. Draag altijd
beschermende kleding die uw be-
nen, enkels en voeten bedekt.
●De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor pas-
sagiers.
Technische wijzigingen
Door het aanbrengen van technische
wijzigingen die niet door Yamaha zijn
goedgekeurd, of door originele onderde-
len te verwijderen, kan deze motor on-
veilig worden in het gebruik en ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken. Door der-
gelijke wijzigingen kan het gebruik van
uw motor ook onwettig worden.
Bagage en accessoires
Het monteren van accessoires of het
vervoer van bagage kan een negatief
effect hebben op de rijstabiliteit en het
weggedrag als hierdoor de gewichts-
verdeling van de motor verandert.
Wees uiterst voorzichtig bij het monte-
ren van accessoires of het beladen van
uw motor, om zo mogelijke ongevallen
te vermijden. Pas extra op wanneer u
op een motor rijdt die beladen is of
waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hier volgen enkele algemene richtlijnen
bij het beladen van de motor of het
monteren van accessoires:
1-2
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 9
Page 12 of 97

VEILIGHEIDSINFORMATIE
Beladen
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage
mag de maximale gewichtslimiet niet
overschrijden.
●Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspatbord.
Dergelijke voorwerpen, inclusief
bagage als slaapzakken, plunje-
zakken of tenten, kunnen een in-
stabiel weggedrag of een te trage
reactie op het stuur veroorzaken.
Accessor
ies
Originele Yamaha accessoires werden
speciaal ontworpen voor montage aan
deze motor. Yamaha is niet in staat om
alle overige leverbare accessoires te
testen. U bent dus zelf verantwoordelijk
voor de juiste keuze, installatie en ge-
bruik van niet-Yamaha accessoires.
Wees zorgvuldig bij de keuze en instal-
latie van accessoires.
Volg bij de montage van accessoires
de onderstaande richtlijnen en die ver-
meld onder het kopje “Beladen”.
●Monteer nooit accessoires en ver-
voer nooit bagage als deze een
nadelige invloed hebben op de
prestaties van uw motor. Inspec-
teer het accessoire zorgvuldig al-
vorens het te gebruiken, om zeker
te zijn dat het de grondspeling of
de hellinghoek op geen enkele
manier vermindert, de veerweg,
de stuuruitslag of de bediening
beperkt of lampen of reflectors af-
dekt.
• Accessoires die aan of nabij het stuur of de voorvork zijn ge-
monteerd zullen mogelijk insta-
biliteit veroorzaken door een
foutieve gewichtsverdeling of
door aërodynamische effecten.
Accessoires aan het stuur of
nabij de voorvork moeten zo
licht mogelijk zijn en tot een mi-
nimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kun- nen door hun aërodynamisch
effect van invloed zijn op de
rijstabiliteit van de motor. De
motor kan door rijwind worden
opgetild of bij zijwind instabiel
worden. Zulke accessoires kun-
1-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Maximale belasting: 190 kg (419 lb)
Let op het volgende wanneer u tot de-
ze gewichtslimiet belaadt:
●Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag moge-
lijk liggen en zo dicht mogelijk bij
de motor. Zorg dat het gewicht zo
gelijkmatig mogelijk over beide
zijden van de motor wordt ver-
deeld, om zo onbalans of instabi-
liteit te beperken.
●Als gewicht gaat schuiven kan
zich een plotselinge onbalans
voordoen. Controleer voordat u
gaat rijden of accessoires en ba-
gage stevig aan de motor zijn be-
vestigd. Controleer de bevesti-
gingspunten voor accessoires en
bagage regelmatig.
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 10
Page 13 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
nen ook instabiliteit veroorzaken
terwijl u grote voertuigen inhaalt
of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires noodza- ken de bestuurder om een an-
dere dan de normale zitpositie
in te nemen. Zo'n verkeerde zit-
positie beperkt de bewegings-
vrijheid van de bestuurder en
kan een comfortabele bedie-
ning hinderen, zodat we derge-
lijke accessoires sterk afraden.
●Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de ca-
paciteit van het elektrisch systeem
van de motorfiets te boven gaan,
kan zich een gevaarlijke elektri-
sche storing voordoen waardoor
de verlichting of de motor uitvalt.
Benzine en uitlaatgassen
●BENZINE IS ZEER GEMAKKE-
LIJK ONTVLAMBAAR:
• Zet de motor altijd af als u ben- zine tankt.
• Pas op en mors tijdens het tan- ken geen benzine op de motor
of op het uitlaatsysteem. • Tank niet terwijl u rookt of in de
nabijheid bent van open vuur.
●Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat hem dan niet
draaien. De uitlaatgassen zijn gif-
tig en kunnen al heel snel bewus-
teloosheid of dodelijk letsel ver-
oorzaken. Start de motor alleen in
de open lucht of in een ruimte die
voldoende ventilatie heeft.
●Zet de motor altijd uit voordat u demotorfiets onbeheerd achterlaat
en neem de sleutel uit het con-
tactslot. Let op het volgende als u
de motor gaat parkeren:
• De motor en het uitlaatsysteem kunnen heet zijn, parkeer de
motorfiets daarom op een plek
waar voetgangers en kinderen
hier geen last van hebben.
• Parkeer de motor niet op een hel- ling of op een zachte ondergrond,
om omvallen te voorkomen.
• Parkeer de motor niet nabij een brandend toestel (bijv. een pe-
troleumkachel) of bij open vuur,
hij zou zo vlam kunnen vatten.
●Als u de motor in een ander voer-tuig vervoert, zorg er dan voor dat
deze rechtop staat en de brand-
stofkraan of -kranen op “ON” of
“RES” (onderdruktype)/“OFF”
(handmatig type) staan. Als de
motor schuin staat, kan er benzi-
ne uit de carburateur of de brand-
stoftank stromen.
●Roep onmiddellijk medische hulp
in als u benzine heeft ingeslikt,
veel benzinedamp heeft inge-
ademd of benzine in uw ogen is
terechtgekomen. Morst u benzine
op uw huid of kleding, spoel de
bewuste plek dan direct met zeep-
water en trek andere kleding aan.
1-4
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 11
Page 14 of 97
BESCHRIJVING
DAU10410Aanzicht linkerzijde
1. Stationair stelschroef (pagina 6-15)
2. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
3. Luchtfilterelement (pagina 6-14)
4. Zekeringenkastje (pagina 6-31)
5. Zadelslot (pagina 3-14)6. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-16)
7. Schakelpedaal (pagina 3-10)
8. Olieaftapplug (carter) (pagina 6-10)
9. Olieaftapplug (oliereservoir) (pagina 6-10)
2-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 12
Page 15 of 97
10. Handgreep
11. Hoofdzekering (pagina 6-31)
12. Accu (pagina 6-30)
13. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-22)
14. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)15. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-22)
16. Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-12)
17. Oliefilterelement (pagina 6-10)
18. Rempedaal (pagina 3-11)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
BESCHRIJVING
DAU10420Aanzicht rechterzijde
2-2
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 13
Page 16 of 97
BESCHRIJVING
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
1. Koppelingshendel (pagina 3-10)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-9)
3. Multifunctioneel display/waarschuwingslampjes (pagina 3-3, 3-5)
4. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-9)
5. Gasgreep (pagina 6-16)6. Remhendel (pagina 3-11)
7. Olievuldop (pagina 6-9)
8. Tankdop (pagina 3-11)
9. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
2-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
EUXT660Z 01-03 NL 7-04-2008 15:41 Pagina 14