Page 57 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU45510
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAUT1854
Accu Dit model is uitgerust met een permanent-
dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor
geen onderhoud vereist is. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld.OPMERKING:De accu bevindt zich achter paneel B. (Ziepagina 6-6.)
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
2
3
1
U4P7D1D0.book Page 23 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 58 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer voor installatie of de accu-
kabels correct op de accupolen zijn
aangesloten.
LET OP:
DCAT1051
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichteaccu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu op
te laden.
Na het installeren van de accu,
dient u het contactslot in intervallen
van 3 seconden drie keer van “ON”
op “OFF” te draaien om het statio-
nairregelingssysteem te initialise-ren.
U4P7D1D0.book Page 24 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 59 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAUT2022
Zekering vervangen De hoofdzekeringhouder bevindt zich naast
de accu. Verwijder paneel B om toegang tot
de zekering te krijgen. (Zie pagina 6-6.)
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
LET OP:
DCAT1061
Gebruik geen zekering met een ho-
ger ampèrage dan is voorgeschre-
ven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
Na het verwijderen en opnieuw
plaatsen van de hoofdzekering,
dient u het contactslot in intervallen
van 3 seconden drie keer van “ON”
op “OFF” te draaien om het statio-
nairregelingssysteem te initialise-ren.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel de elektrische circuits in om te
zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU45501
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-6.)
3. Verwijder de gloeilampkap.
4. Verwijder de gloeilamphouder door
deze linksom te draaien en verwijder
vervolgens de defecte gloeilamp uit de
koplamp.
1. Zekering
2. ReservezekeringVoorgeschreven zekering:
15.0 A1
2
1. Gloeilampkap
1
U4P7D1D0.book Page 25 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 60 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan en
bevestig vervolgens de gloeilamphou-
der door deze rechtsom te draaien.LET OP:
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner.
6. Breng de gloeilampkap aan.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
8. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAUT1260
Gloeilamp in voorste richtin-
gaanwijzer vervangen LET OP:
DCA10670
Het is aan te bevelen dit werk uit te latenvoeren door een Yamaha dealer.
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-6.)
3. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
1
2
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
U4P7D1D0.book Page 26 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 61 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU37741
Achterste richtingaanwijzer en
achterlicht/remlicht Als een achterste richtingaanwijzer of het
achterlicht/remlicht niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het elek-
trisch circuit daarvan te controleren of ver-
vang de gloeilamp.
DAU45460
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6.)
3. Verwijder de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
5. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
6. Bevestig de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
in te drukken.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.1. Parkeerlichtgloeilamp
2. Fitting parkeerlichtgloeilamp
12
U4P7D1D0.book Page 27 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 62 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
DAU25860
Problemen oplossen Yamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw scooter echter
wel naar een Yamaha dealer als reparaties
nodig zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het benodig-
de gereedschap en de ervaring en vakken-
nis om het nodige onderhoud aan de
machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.U4P7D1D0.book Page 28 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 63 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
DAUT1980
Storingzoekschema
WAARSCHUWING
DWA10840
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U4P7D1D0.book Page 29 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 64 of 76

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
7
DAU37833
Matkleur, let op LET OP:
DCA15192
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebrachtop een van de matkleurige onderdelen.
DAU26091
Verzorging De open constructie van een scooter maakt
de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de
machine is hierdoor ook meer kwetsbaar.
Er kan sprake zijn van roestvorming en cor-
rosie, ook al zijn hoogwaardige componen-
ten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij
een auto niet zo op, bij een scooter is dit
echter nadelig voor de algehele aanblik.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar verzekert ook een fraai uiterlijk
van de scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met wa-
ter.Reinigen
LET OP:
DCA10781
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen, zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, koplamp-
lenzen, lenzen van de instrumen-
tenverlichting enz. beschadigd
raken. Gebruik alleen een zachte,
schone doek of een spons met een
mild reinigingsmiddel en water om
kunststof delen te reinigen.
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
U4P7D1D0.book Page 1 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM