GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15980
WAARSCHUWING
DWA10870
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Start de motor om veiligheidsrede-
nen te allen tijde met de middenboknaar beneden.
DAU45310
OPMERKING:Dit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknopdrukt.
DAU45420
Starten van de motor LET OP:
DCA10250
Zie pagina 5-4 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-ne in gebruik wordt genomen.
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
WAARSCHUWING
DWA10290
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-12.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
LET OP:
DCAT1040
Het waarschuwingslampje motorstoring
moet een paar seconden gaan branden
en daarna uit gaan. Als het waarschu-
wingslampje niet uit gaat, laat dan het
elektrisch circuit controleren door eenYamaha dealer.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
U4P7D1D0.book Page 1 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM