Page 25 of 76

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
Achterste opbergcompartiment
Het achterste opbergcompartiment bevindt
zich onder het zadel. (Zie pagina 3-8.)LET OP:
DCAT1030
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
snel warmer als het is blootgesteld
aan direct zonlicht, bewaar hierin
dus geen goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in een
plastic zak, om zo vochtig worden
van het opbergcompartiment te
voorkomen.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt ge-
wassen, omwikkel te bewaren voor-
werpen dus in een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opbergcom-partiment.WAARSCHUWING
DWAT1051
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) voor het ach-
terste opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 167 kg (368 lb) voor het voertuigniet.
DAU15111
Bagagedrager
WAARSCHUWING
DWA10171
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) voor de baga-
gedrager niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 167 kg (368 lb) voor het voertuigniet.
1. Achterste opbergcompartiment
1
1. Bagagedrager
1
U4P7D1D0.book Page 10 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 26 of 76

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAUT1071
Bagagehaak
WAARSCHUWING
DWAT1031
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1.0 kg (2.2 lb) voor de ba-
gagehaak niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 167 kg (368 lb) voor het voertuigniet.
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKIN
G:
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is.
1. Bagagehaak
1
1. Zijstandaard
1
U4P7D1D0.book Page 11 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 27 of 76
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAUT1092
Startspersysteem Controleer de werking van de sperschake-
laar voor de zijstandaard op basis van de
onderstaande informatie.
WAARSCHUWING
DWA10260
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem tecontroleren.
Draai de sleutel naar aan.
Trek de zijstandaard op.Druk de startknop in terwijl een der
remhendels is aangetrokken. De motor
start.
Duw de zijstandaard omlaag.Als de motor afslaat:
De sperschakelaar voor de
zijstandaard is in orde.
U4P7D1D0.book Page 12 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 28 of 76
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-1
4
DAU15593
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn of haar machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer
en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie
uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.OPMERKING:Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijdin beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
WAARSCHUWING
DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werkt, laat het dan controleren en repareren alvorens demachine te gebruiken.U4P7D1D0.book Page 1 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 29 of 76

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
DAU15605
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-7
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-9
VersnellingsbakolieControleer de machine op olielekkage. 6-11
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-18, 6-19
AchterremControleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.6-18, 6-19
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-15, 6-21
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-20
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-15, 6-17
U4P7D1D0.book Page 2 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 30 of 76
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
4
RemhendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-21
Middenbok, zijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.6-22
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer indien nodig.—
Sperschakelaar voor de zij-
standaardControleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-11 ITEM CONTROLES PAGINA
U4P7D1D0.book Page 3 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 31 of 76

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15980
WAARSCHUWING
DWA10870
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Start de motor om veiligheidsrede-
nen te allen tijde met de middenboknaar beneden.
DAU45310
OPMERKING:Dit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknopdrukt.
DAU45420
Starten van de motor LET OP:
DCA10250
Zie pagina 5-4 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-ne in gebruik wordt genomen.
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
WAARSCHUWING
DWA10290
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-12.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
LET OP:
DCAT1040
Het waarschuwingslampje motorstoring
moet een paar seconden gaan branden
en daarna uit gaan. Als het waarschu-
wingslampje niet uit gaat, laat dan het
elektrisch circuit controleren door eenYamaha dealer.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
U4P7D1D0.book Page 1 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM
Page 32 of 76

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit lan-ger dan 5 seconden aaneen draaien.LET OP:
DCA11040
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU45091
Wegrijden 1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep vast
en duw de scooter van de middenbok
af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16780
Sneller en langzamer rijden De rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om lang-
zamer te gaan rijden.
1. Achterremhendel
2. Startknop
3. Voorremhendel
1
23
1. Handgreep
1
(b)
(a)
ZAUM0199
U4P7D1D0.book Page 2 Wednesday, December 12, 2007 9:33 AM