Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het
brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat
met draaiende motor wordt
“- - - -” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de
auto aan op basis van de tijd die verstre-
ken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het be-
gin van een nieuwe rit.
BELANGRIJK Als er geen informatie is,
verschijnt bij alle functies op de Trip com-
puter de aanduiding “- - - -” in plaats van
de waarde. Wanneer de normale werking
weer hersteld is, worden de waarden van
de functies weer op normale wijze weer-
gegeven. De waarden die voor de storing
werden weergegeven, worden niet op nul
gezet en er wordt geen nieuwe rit
begonnen.
fig. 22F0N0019m
Bedieningsknop TRIP fig. 22
Met de knop TRIP, aan het uiteinde van
de rechter hendel, krijgt u, als de con-
tactsleutel in stand MARstaat, toegang
tot de hiervoor beschreven gegevens en
kunnen de gegevens op nul worden gezet
om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de
verschillende gegevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul
zetten (reset) en het beginnen van een
nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker d.m.v.
het indrukken van de betreffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afgelegde af-
stand” de waarde 3999,9 km of 9999,9 km,
afhankelijk van het geïnstalleerde display,
bereikt of wanneer de “reistijd” de waar-
de 99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt;– iedere keer als de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip A” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip B” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een
rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u,
met de sleutel in stand MAR, langer dan
2 seconden op de knop TRIPdrukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop
MODElanger dan 2 seconden ingedrukt.
36
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
37
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand te-
gen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen ges-
pen, sierknopen en klittenbandslui-
tingen, moet echter absoluut worden
vermeden omdat hierdoor grote druk
ontstaat op een bepaalde plek op de
bekleding, waardoor deze plek kan slij-
ten en de bekleding beschadigd wordt.
Verstellen in lengterichting fig. 23Hoogteverstelling
Stoel omhoogplaatsen: ga op de stoel
zitten en trek de hendel B (voorzijde van
de stoel) omhoog of de hendel C (ach-
terzijde van de stoel) en verplaats uw
lichaamsgewicht van het deel van de stoel
dat omhooggeplaatst moet worden.
ZITPLAATSEN
fig. 23F0N0118m
Alle afstellingen mogen uit-
sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Trek de hendel Aomhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren: als u
rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn
en de handen op de stuurwielrand steu-
nen.
Laat de hendel los en con-
troleer of de stoel goed ge-
blokkeerd is door deze naar voren en
naar achteren te schuiven. Als de
stoel niet goed geblokkeerd is, kan
deze onverwachts verschuiven, waar-
door u de controle over de auto kunt
verliezen.
ATTENTIE
Voor maximale veiligheid
moet u de rugleuning recht-
op zetten, tegen de leuning aan gaan
zitten en de gordel goed laten aan-
sluiten op borst en bekken.
ATTENTIE
Stoel omlaagplaatsen: ga op de stoel
zitten en trek de hendel B (voorzijde van
de stoel) omhoog of de hendel C (ach-
terzijde van de stoel) en plaats uw
lichaamsgewicht op het deel van de stoel
dat omlaaggeplaatst moet worden.
Verstellen van de rugleuning fig. 23
Draai de knop D.
fig. 24F0N0147m
Verstellen van de lendensteun
Draai voor de instelling aan knop E-fig.
24
GEVEERDE STOEL
Deze is voorzien van een mechanisch
veersysteem en een hydraulische schok-
demper, waardoor het comfort en de vei-
ligheid worden verbeterd. Door het veer-
systeem worden bovendien de oneffen-
heden van het wegdek beter geabsor-
beerd.
Zie voor het verstellen in lengterichting,
de hoogteverstelling, de verstelling van de
rugleuning, lendensteun en armsteun, de
paragraaf “Zitplaatsen voor”.
fig. 25F0N0139m
Gewicht van de schokdemper
instellen
Met de instelknop A-fig. 25kunt u de
stoel op basis van het lichaamsgewicht in-
stellen tussen 40 kg en 130 kg.
38
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Voordat de veiligheidsgordels
voor worden omgelegd, moet
gecontroleerd worden of de armsteu-
nen zijn opgeklapt (zie de paragraaf
“Veiligheidsgordels”). STOELEN MET VERSTELBARE
ARMSTEUNEN
De bestuurdersstoel kan voorzien zijn van
een opklapbare en in hoogte verstelbare
armsteun. Voor het afstellen moet de
draaiknop A-fig. 26worden verdraaid.
fig. 26F0N0148m
ATTENTIE
Alle afstellingen mogen uit-
sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd. Let er tijdens
het draaien van de stoel op dat de stoel
niet in aanraking komt met de hand-
rem.
39
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Voordat de veiligheidgordels
worden losgemaakt en de
auto wordt verlaten, moet gecontro-
leerd worden of de armsteun aan por-
tierzijde geheel is opgeklapt.
ATTENTIE
Als het noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel
voor te vervoeren, moet de frontair-
bag aan passagierszijde worden uit-
geschakeld, de veiligheidsgordel aan
passagierszijde goed zijn omgelegd en
de armsteunen geheel zijn neerge-
klapt om onverwachte bewegingen
hiervan te voorkomen.
ATTENTIE
DRAAIBARE STOEL MET
GEÏNTEGREERDE GORDEL
(indien aanwezig)
Deze is voorzien van een driepunts-veilig-
heidsgordels fig. 28, twee verstelbare arm-
steunen (zie voor de verstelling de paragraaf
“Stoelen met verstelbare armsteunen”) en
een in hoogte verstelbare hoofdsteun (zie
voor de verstelling de paragraaf “Hoofd-
steunen”).
ATTENTIE
fig. 28F0N0173mfig. 27F0N0187m
Zorg dat de stoel in de rij-
richting vergrendeld is voor-
dat u de auto start.
ATTENTIE
STOEL MET DRAAIVOET
(indien aanwezig)
Deze stoel kan 180° worden gedraaid in de
richting van de stoel aan de andere zijde.
Bedien voor het draaien van de stoel knop
A-fig. 27.
Voordat u de stoel draait, moet de stoel
naar voren zijn geschoven en pas daarna
in lengterichting worden versteld fig. 27a.
fig. 27a
12
F0N0700m
40
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Rugleuning verstellen
Bedien de hendel A-fig. 29.
Hoogteverstelling fig. 29
Met de knop Bof Ckan respectievelijk de
voorzijde/achterzijde van de stoel worden
verhoogd/verlaagd.
Stoel draaien
De stoel kan 180° gedraaid worden in de
richting van de stoel aan de andere zijde
en ongeveer 35° naar het portier. De stoel
kan zowel in de rijrichting als 180° ge-
draaid vergrendeld worden.
fig. 29F0N0174m
fig. 30aF0N0175m
fig. 30bF0N0213m
De stoel kan gedraaid worden met de
hendel D-fig. 30a(op de rechterzijde van
de stoel).
Voordat u de stoel draait, moet de stoel
naar voren zijn geschoven en pas daarna
in lengterichting worden versteld fig. 27a.
Stoelverwarming fig. 30b
(indien aanwezig)
Druk met de sleutel in stand MARop de
knop Eom de functie in of uit te schake-
len.
Zorg dat de stoel in de rij-
richting vergrendeld is voor-
dat u de auto start.
ATTENTIE
TAFEL OP BANK (indien
aanwezig) fig. 30c
De zitplaats is uitgerust met een uitklap-
baar tafeltje.
Trek voor gebruik aan het lipje Aen klap
de tafel neer.
De tafel is voorzien van twee bekerhou-
ders en een steunvlak met kaartenklem.
fig. 30cF0N0149m
Plaats geen zware voorwer-
pen op het tafeltje als de
auto in beweging is, omdat deze voor-
werpen bij bruusk remmen of een bot-
sing de inzittenden kunnen raken en
ernstig letsel veroorzaken.
ATTENTIE
41
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PANORAMA-UITVOERINGEN
Rugleuning verstellen van de
passagiersstoelen fig. 31
Draai aan de knop A.
Toegang tot de stoelen van de
tweede rij fig. 31
Voor toegang tot de tweede rij stoelen,
moet u de hendel Bvan de stoel aan de
rechter buitenzijde van de eerste rij be-
dienen en de rugleuning neer klappen met
de linker hand.
Als u de stoel weer in de normale stand
zet, vergrendelt de stoel automatisch,
waarbij de hendel niet meer behoeft te
worden bediend.
Op de Panorama-bank van de 2e rij zijn
beide zijzitplaatsen vast ingebouwd.
fig. 30dF0N0237m
LADE ONDER STOEL
(indien aanwezig)
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich
een lade A-fig. 30ddie eenvoudig uit de
betreffende haken op de vloer kan wor-
den verwijderd.
Plaats geen zware voorwer-
pen in de lade als de auto in
beweging is, omdat deze voorwerpen
bij bruusk remmen of een botsing de
inzittenden kunnen raken en ernstig
letsel veroorzaken.
ATTENTIE
fig. 30eF0N0238m
KUNSTSTOF KAPPEN OP
STOELVOET (indien aanwezig)
fig. 30e
De kap voor Akan worden geopend door
de ontgrendelhandgreep Baan de boven-
zijde te bedienen.
Op deze manier is het opbergvak onder
de stoel bereikbaar (zie de paragraaf
“Lade onder stoel”).
Om makkelijker de kap te openen en het
opbergvak te bereiken, moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren worden ge-
schoven.
Voor het verwijderen van de kap voor,
moet deze zo ver mogelijk naar voren ge-
draaid worden en uit de bevestigingen in
het onderste deel worden losgehaakt
door de kap naar de voorzijde van de
auto te trekken.
42
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 31F0N0227m
Rugleuning van middelste zitplaats
omklappen (2e - 3e rij) fig. 31
Plaats de hendel Comhoog en klap de
rugleuning naar voren.
Op de rugleuning van de middelste zit-
plaats bevindt zich een stevig blad met
bekerhouders dat dienst kan doen als arm-
steun of tafeltje.
Door de hendel omhoog te trekken kan
de rugleuning weer in de normale stand
worden gezet.
Als u de rugleuning van de middelste zit-
plaats van de tweede rij wilt neerklappen,
moet u de hoofdsteun verwijderen, waar-
door u makkelijker de middelste rugleu-
ning van de eerste zitrij kunt verstellen.COMBI-UITVOERINGEN
Stand Easy Entry
Trek de hendel A-fig. 32omhoog en klap
de rugleuning naar voren.
Opgeklapte stand
Ga als volgt te werk:
– verwijder als de bank in de “easy entry”
-stand staat, de hoofdsteunen;
– plaats de hendelB-fig. 33(onder de
hendel A) met de rechter hand om-
hoog;
– kantel de rugleuning 5° naar achteren;
– klap met de linker hand de rugleuning
naar voren.
fig. 32F0N0228m
Rijd niet met passagiers op
de 3erij als de bank van de 2e
rij is neergeklapt. Plaats geen enkel
voorwerp op de rugleuning van de
neergeklapte bank van de 2
erij: bij
een ongeval of bruusk remmen kun-
nen ze de inzittenden raken en ern-
stig letsel veroorzaken. Zie voor meer
informatie de sticker die onder de
bank is aangebracht.
ATTENTIE
43
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 36
Deze zijn op enkele uitvoeringen in hoog-
te verstelbaar en vergrendelen automa-
tisch in de gewenste stand.
Instellen
❒omhoog verplaatsen: trek de hoofd-
steun omhoog totdat hij hoorbaar ver-
grendelt.fig. 33F0N0229m
Bank verwijderen
BELANGRIJK Het verwijderen van de
bank moet door ten minste twee perso-
nen worden uitgevoerd.
Ga voor het verwijderen van de bank als
volgt te werk:
– draai vanuit de ingeklapte stand de hen-
dels Cen D-fig. 34 naar voren (zoals
aangegeven op de sticker op de onder-
traverse);
– til de onderkant van de bank naar
voren omhoog;
– breng de bank in verticale stand;
– draai vanuit de verticale stand de hen-
dels Een F-fig. 35omhoog;
– til de bank van de vloer en verwijder
hem.
fig. 34F0N0230m
fig. 35F0N0231m
Als de bank vervolgens weer
teruggeplaatst wordt, moet
gecontroleerd worden of de bank
goed vergrendeld is in de rails op de
vloer.
ATTENTIE