Page 141 of 210
140
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Lampen FiguurTypeVermogen
Grootlicht
Dimlicht
Buitenverlichting voor
Mistlampen voor (indien aanwezig)
Richtingaanwijzers voor
Richtingaanwijzers op flanken
Richtingaanwijzers achter
Achterlichten
Remlichten
Derde remlicht
Achteruitrijlichten
Mistachterlichten
Kentekenplaatverlichting
Plafondverlichting voor met kantelbaar lampenglas
Plafondverlichting voor met spotjes
Bagageruimteverlichting H4
H4
W5W H3
PY21W
WY5W P21WR5W
P21/5W –
P21W
P21W
W5W
C10W
C10W W5W
D
D
A –
B
A B
B
B
B–
–
A
C
C A 55W
60W
5W
55W
21W 5W
21W 5W
5W
2,3W 21W
21W 5W
10W
10W 5W
Page 142 of 210
141
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
GLOEILAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbe-
horende vermogen de vorige paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
fig. 11
In de koplampunits zijn de gloeilampen
voor de buitenverlichting, het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzer opge-
nomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in de
lichtunit geplaatst:
Abuitenverlichting
B dimlicht/grootlicht (duplolamp)
C richtingaanwijzers (pijlen) BUITENVERLICHTING fig. 12
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de geklemde rubber dop A
in de richting van de pijl;
❒druk de lippen B
naar elkaar en neem
de lamphouder uit;
❒verwijder en vervang de lamp C;
❒plaats de lamphouder, monteer de dop
A en controleer of de dop goed vast-
zit (geborgd).
fig. 11F0M0178mfig. 12F0M0179m
Page 143 of 210

142
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
DIMLICHT/GROOTLICHT fig. 13
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de geklemde rubber dop A
in de richting van de pijl;
❒trek de middelste stekker los en haak
de borgveer van de lamp los;
❒verwijder en vervang de lamp B;
❒monteer de nieuwe lamp, waarbij de
nokken van het metalen deel in de uit-
sparingen in de reflector moeten vallen;
❒haak de borgveer van de lamp vast en
sluit vervolgens de stekker aan;
❒monteer de dop A en controleer of de
dop goed vastzit. RICHTINGAANWIJZERS
Voor fig. 14 - 15
Gloeilamp vervangen:
❒stuur het rechter/linker wiel iets naar
buiten;
❒draai de blokkeerschroef A-fig. 14
zo-
als aangegeven door de pijl en open het
toegangsklepje B;
❒verwijder deksel/lamphouder C-fig. 15
door deze linksom te draaien;
❒verwijder de lamp D (met bajonetfit-
ting) door hem iets in te drukken en
linksom te draaien en vervang de lamp;
❒monteer deksel/lamphouder Cdoor
deze rechtsom te draaien en contro-
leer of ze goed vastzitten (geborgd);
❒sluit het toegangsklepje B-fig. 14en
draai vervolgens de blokkeerschroef A
vast.
fig. 13F0M0180mfig. 15F0M0181mfig. 14F0M0261m
Page 144 of 210
143
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Op de flanken fig. 16
Gloeilamp vervangen:
❒duw tegen het lampenglas A zodat de
interne borgveer Bwordt ingedrukt en
trek de unit naar buiten;
❒draai de lamphouder C linksom, ver-
wijder de geklemde lamp D en vervang
hem;
❒plaats de lamphouder Cin het lam-
penglas door hem rechtsom te draaien;
❒monteer de unit en controleer of de in-
terne borgveer B goed vastzit (ge-
borgd). MISTLAMPEN VOOR
Wendt u voor het vervangen van de mist-
lampen voor A-fig. 17
tot de Abarth-
dealer.
ACHTERLICHTUNITS
fig. 18-19
In de achterlichtunits zijn de gloeilampen
voor de achterlichten, de remlichten en
de richtingaanwijzers opgenomen.De lampen zijn op de volgende wijze in
de lichtunit geplaatst:
B richtingaanwijzers (pijlen)
C achterlichten
D achterlichten/remlichten (duplolamp).
fig. 16F0M0182m
fig. 18F0M0184m
fig. 17F0M041Ab
Page 145 of 210
144
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep en draai de twee
schroeven Alos;
❒trek de middelste stekker los en trek
de lampunit naar buiten;
❒draai de schroeven Elos en verwijder
de lamphouder;
❒verwijder de te vervangen lamp B, C of
D (met bajonetfitting) door hem iets in
te drukken en linksom te draaien en
vervang de lamp;
❒monteer de lamphouder en draai de
schroeven Evast;
❒sluit de stekker aan, plaats de lampunit
op de juiste wijze op de carrosserie van
de auto en draai de schroeven Avast.
fig. 20F0M0208m
fig. 19F0M0185m
MISTACHTERLICHTEN fig. 20
Wendt u voor het vervangen van het mist-
achterlicht Atot de Abarth-dealer.
Page 146 of 210
145
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ACHTERUITRIJLICHTEN fig. 21
Wendt u voor het vervangen van het
achteruitrijlicht Atot de Abarth-dealer.
fig. 21F0M0209m
DERDE REMLICHT fig. 22-23
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒verwijder de rubber doppen A-fig. 22;
❒druk op de borglippen B-fig. 22en ver-
wijder het lampenglas C-fig. 23;
❒maak de stekker los;
❒druk de lippen D-fig. 23 naar elkaar en
neem de lamphouder uit;
❒verwijder de geklemde lamp en vervang
hem. KENTEKENPLAATVER-
LICHTING fig. 24-25
Gloeilamp vervangen:
❒maak het lampenglas
A-fig. 24op het
door de pijl aangegeven punt los;
fig. 22F0M0210mfig. 23F0M0211m
fig. 24F0M0212m
Page 147 of 210
146
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
GLOEILAMP
INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbe-
horende vermogen de paragraaf “Gloei-
lamp vervangen”.
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen vervangen:
❒maak het plafondlampje A-fig. 26 op
de door de pijlen aangegeven punten
los;
❒open het beschermdeksel B;
fig. 26F0M0213m
fig. 27F0M0234m
❒maak de lampen C-fig. 27los uit de
veercontacten aan de zijkant en vervang
ze; controleer of de nieuwe lampen goed
vastzitten in de veercontacten;
❒sluit het beschermdeksel B-fig. 27 en
plaats het plafondlampje A-fig. 26 in de
zitting; controleer of het goed geborgd
is.
❒maak de lamp fig. 25los uit de veer-
contacten aan de zijkant en vervang hem;
controleer of de nieuwe lamp goed vast-
zit in de veercontacten.
❒monteer het geklemde lampenglas.
fig. 25F0M0233m
Page 148 of 210

147
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
fig. 28
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒maak de lichtunit A op het door de pijl
aangegeven punt los;
❒open het beschermkapje Ben vervang
de geklemde lamp;
❒sluit het beschermkapje Bop het
lampenglas;
❒monteer de lichtunit A door hem eerst
aan een zijde in de juiste stand te plaat-
sen en vervolgens de andere zijde aan
te drukken, totdat de borging inklikt.
fig. 28F0M0216m
INSTAPVERLICHTING
(indien aanwezig) fig. 29-30
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de lichtunit door met een
schroevendraaier de bevestigingsveer
A in te drukken;
❒druk aan de zijkant bij de twee beves-
tigingspennen op het lampenglas Ben
draai het lampenglas open;
❒vervang de geklemde lamp C;
fig. 29F0M0217mfig. 30F0M0229m
❒draai het lampenglas terug in de twee
bevestigingspennen;
❒monteer de lichtunit door eerst zijde
D te plaatsen en vervolgens de andere
zijde aan te drukken, totdat de borging
inklikt.