91
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS ..................................................... 92
SBR-SYSTEEM ....................................................................... 93
GORDELSPANNERS .......................................................... 94
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .................................... 97
MONTAGEVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX UNIVERSEEL”-KINDERZITJE ........................... 102
FRONTAIRBAGS ................................................................. 103
ZIJ-AIRBAGS ........................................................................\
. 106
V V
V
V
E
E
E
E
I
I
I
I
L
L
L
L
I
I
I
I
G
G
G
G
H
H
H
H
E
E
E
E
I
I
I
I
D
D
D
D
102
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
MONTAGEVOOR-
BEREIDING VOOR
“ISOFIX UNIVERSEEL”-
KINDERZITJE
De auto is voorbereid op de montage van
“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuw
gestandaardiseerd Europees systeem voor
het vervoeren van kinderen.
In fig. 11 is een voorbeeld gegeven van
het kinderzitje.
Het Isofix Universeel-kinderzitje is er voor
de gewichtsgroep: 1.
Vanwege het verschillende bevestigings-
systeem, moet het kinderzitje aan de daar-
voor bestemde onderste metalen beugels
A-fig. 12 worden bevestigd. Deze bevin-
den zich tussen de rugleuning en zitting van
de achterbank. Bevestig daarna de boven-
ste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan
de beugel B-fig. 13 aan de achterkant van
de rugleuning ter hoogte van het zitje.
Er kan ook een mengvorm worden geko-
zen, een traditioneel kinderzitje en een
“Isofix Universeel”-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinder-
zitjes, alle zitjes gebruikt kunnen worden
die goedgekeurd zijn volgens de ECE
R44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
fig. 12F0M030Ab
fig. 11F0M0253mfig. 13F0M029Ab
Monteer het kinderzitje al-
leen als de auto stilstaat. Het
kinderzitje is op de juiste wijze aan de
beugels bevestigd als u het hoort ver-
grendelen. Houdt u in ieder geval aan
de instructies voor de montage, de de-
montage en de plaatsing. De fabrikant
van het kinderzitje is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIEIn het Abarth Lineaccessori-programma is
een “Duo Plus” Isofix Universeel-kinder-
zitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
103
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aan
bestuurders- en passagierszijde, en een
knie-airbag aan bestuurderszijde (indien
aanwezig).
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde (in-
dien aanwezig) beschermen de inzittenden
voor bij middelzware en zware frontale
botsingen, door het opblazen van een
luchtkussen tussen de inzittende en het
stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij
andere soorten botsingen (zijdelings, van
achter, over de kop slaan enz), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regel-
eenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen wordt opgeblazen. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden voor wordt opgevangen en
de kans op letsel beperkt wordt. Direct
daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde (in-
dien aanwezig) zijn geen vervanging voor
de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-
vendien is het dragen van veiligheidsgor-
dels wettelijk verplicht in Europa (en in de
meeste landen daarbuiten).
E
E
D C
D C B
B1 AIL
IL
IL
IL
IL
IL
IUF
IUF
IUF
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK
VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mo\
gelijkhe-
den weergegeven van de montage van de Isofix Universeel-kinderzitjes op \
de stoelen
die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep
Richting Maat- Plaats Isofixkinderzitje klasse Isofix zijkant achter
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I van 9
tot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een der\
de bevesti-
gingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en goedg\
ekeurd
zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd\
zijn voor dit type auto. Het kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel n\
aar vo-
ren te schuiven.
198
LAMPJES ENBERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
- gloeilamp vervangen ......................... 142
- grootlichtsignaal ................................. 47
Handrem.............................................. 112
Handschoenenvak ................................ 59
Hoofdsteunen ....................................... 30
Identificatiegegevens ........................... 182
Imperiaal/skidrager .............................. 73
Instapverlichting ................................... 55
Instrumenten ........................................ 14
Instrumentenpaneel ............................. 13
Interieur ................................................. 179
Interieuruitrusting ................................ 58
Isofix (kinderzitje) ................................ 102
Kentekenplaatverlichting ................... 145
Kinderen veilig vervoeren .................. 97
Klimaatregeling, automatische tweezone-regeling ............................. 40
Klimaatregeling, handbediend ............ 34
Koelvloeistoftemperatuurmeter ....... 15
Koplampen ............................................ 74
Koppeling ............................................... 185
Lak ......................................................... 177
Lampjes en berichten .......................... 121
Luchtfilter .............................................. 170
Luchtroosters ....................................... 34
Mechanische sleutel ........................... 10
Mistachterlichten
- bedieningsknop .................................. 56
- gloeilamp vervangen ......................... 144
Mistlampen
- bedieningsknop .................................. 55
- gloeilamp vervangen ......................... 143
Montagevoorbereiding voor "Isofix Universeel"-kinderzitje ........ 102
Motor
- code ..................................................... 182
- identificatiecode ................................ 184
- specificaties ......................................... 184
Motor starten
- motor opwarmen na het starten... 111
- motor u itzetten................................. 111
- noodstart ............................................ 134
- rollend starten ................................... 134
- start-/contactslot ............................... 13
- starten met een hulpaccu ................ 134
Derde remlicht
..................................... 145
Diefstalalarm ......................................... 11
Dimlicht
- bediening ............................................. 47
- gloeilamp vervangen ......................... 142
Display, instelbaar multifunctioneel . 16
Dop van brandstoftank ....................... 89
EOBD (systeem)................................. 83
ESP (systeem) ....................................... 78
Extra accesso ires................................. 88
Fiat CODE (startblokkering) ........... 9
Fix&Go automatic ................................ 135
Frontairbags .......................................... 103
Gebruik van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................... 113
Gewichten ............................................. 191
Gloeilamp (vervangen van een)
- algemene aanwijzingen ..................... 139
- lamptypen ........................................... 139
Gordelspanners .................................... 94
Grootlicht
- bediening ............................................. 47