1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
98STEREO GELUIDSINSTALLATIE
Ionosfeer
FM-ontvangst
B750A01L
SR010A1-FX De werking van een autoradio (Indien gemonteerd)
AM en FM radiosignalen worden door het radiostation uitgezonden. Deze signalen worden ontvangen door deradioantenne op het spatscherm van uw wagen. Dit signaal wordt dan ontvangen door de radio en doorgestuurdnaar de luidsprekers. Als een krachtig radiosignaal uw wagen bereikt zorgt de moderne techniek vanuw geluidsinstallatie voor een hoge kwaliteit van de geluidsweergave. In sommige gevallen is het ontvangensignaal echter niet krachtig en helder.
LET OP:
o Vervang het filter elke 15.000 km of eenmaal per jaar. Als de auto onder zware omstandigheden, zoals stoffige of slechte wegen,wordt gebruikt, moet het luchtfilter vaker worden gecontroleerd en vervangen.
o Als de luchtstroom plotseling sterk afneemt, moet het door eenHyunday dealer wordengecontroleerd.
!
INTERIEURLUCHTFILTER (VOOR DE AANJAGER)
B760A04FC-GXT Het luchtfilter bevindt zich vóór de aanjager achter het dashboardkastje. Het filtert de buitenlucht die het interieurbinnentreedt. B760A01E
Verdamperblok Aanjager
Verwarmingsrodiateur
Buitenlucht
Interieurlucht Interieurlucht
Buitenlucht
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
16
C300D02O-GXT Controle en waarschuwing De controlelamp moet gaan branden met de contactsleutel in de stand "ON"
of "START" en moet doven na drie seconden. Laat het systeem door een Hyundaidealer als de controlelamp niet gaat branden. Als er een storing in het systeem wordt geregistreerd, gaat de TCS- waarschuwingslamp branden.Als de TCS-waarschuwingslamp gaat branden, moet de auto op een veilige plek worden geparkeerd en de motorworden afgezet. Start de motor vervolgens opnieuw en controleer of de lamp dooft. Raadpleeg een Hyundai dealer als de lamp blijft branden na het starten van demotor. N.B: Als de TCS-waarschuwingslamp gaat branden, wordt het aandrijfregelsysteem uit veiligheidsoverwegingen uitgesch-akeld.
C300B01O-GXT TCS ON Mode In de TCS ON mode brandt de controlelamp in het instrumentenpaneelniet. N.B:
1) Zet de motor af. Na het opnieuw
starten van de motor is het TCS- systeem ingeschakeld.
2) Als de aandrijfregeling correct
werkt, is een lichte pulsering in deauto voelbaar. Dit wordt veroorzaakt door de remregelingen is normaal.
3) Als de motor gestart is, is een
klikkend geluid hoorbaar in demotorruimte; dit wordt veroorzaakt door de controle van het aandrijfregelsysteem.
4) Bij het rijden uit modder of verse sneeuw kan het voorkomen dathet motortoerental niet toeneemtwanneer het gaspedaal wordt ingedrukt.
C310A01FC
ELEKTRONISCHE STABILITEITSREGELING (ESP)
C310A01JM-AXT (Indien gemonteerd) De elektronische stabiliteitsregeling
(ESP: Electronic Stability Program) dient voor het stabiel houden van de auto in bochten. Het ESP controleertwaar u heen stuurt en waar de auto in werkelijkheid heengaat.
ESP bedient de remmen van de
afzonderlijke wielen en regelt het motormanagementsysteem, zodat deauto stabiel blijft.
De elektronische stabiliteitsregeling
(ESP) is een elektronisch systeemdat de bestuurder helpt bij het onder controle houden van de auto onder kritische omstandigheden.