172
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Wisserblad achterruitwisser
vervangen (indien aanwezig)
Ga als volgt te werk:
❒kantel het dopje A-fig. 11omhoog,
draai de moer Blos, waarmee de wis-
serarm aan de as is bevestigd, en neem
de arm van de as;
❒plaats de nieuwe wisserarm in de juiste
stand en draai de moer zorgvuldig vast;
❒kantel het dopje naar beneden.RUITENSPROEIERS
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje (zie de paragraaf
“Niveaus controleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruiten-
sproeiermonden niet verstopt zijn. Deze
kunnen zo nodig met een speld worden
doorgeprikt.
Voorruit (ruitensproeiers)
De sproeiermonden van de ruitensproei-
ers kunnen niet worden afgesteld. De
sproeiers zijn ingebouwd onder de
motorkap (zie fig. 12).Achterruit (achterruitsproeier)
De sproeiermonden van de achterruit-
sproeier kunnen niet worden afgesteld.
De sproeier is gemonteerd boven de
achterruit (zie fig. 13).
fig. 11F0T0088mfig. 12F0T0090mfig. 13F0T0089m
173
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvochtig-
heid (gebieden aan zee, warm en vochtig
klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,
zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,
modder en steenslag op de lak en de
onderzijde moet niet worden onderschat.
Fiat heeft voor uw auto de beste techno-
logische oplossingen toegepast om de
carrosserie efficiënt tegen roest te be-
schermen.De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de
auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen ver-
lenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge
corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten be-
schermende waslaag op de onderzijde,
in de wielkuipen, in de motorruimte en
verschillende holle ruimtes, met een
hoog beschermend vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-
derzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en bin-
nendringend water af te voeren, waar-
door roest van binnenuit wordt voor-
komen.CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen door-
roesten van alle originele componenten
van de carrosserie en van alle dragende
delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze
garantie wordt verwezen naar de “Service-
en garantiehandleiding”.
174
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TIPS VOOR HET
BEHOUD VAN DE
CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie
ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de lak-
laag, zoals krassen, onmiddellijk worden bij-
gewerkt om roestvorming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele lak te
worden uitgevoerd (zie “Plaatje met infor-
matie over de carrosserielak” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de
frequentie afhankelijk is van het gebruik
van de auto en van de omgeving.
Het is raadzaam de auto vaker te wassen
bij sterke luchtverontreiniging of bij het
rijden over wegen met strooizout.De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u
de auto in een wastunnel wast, om te
voorkomen dat deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal
onder lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons met
een oplossing van neutrale zeep; spoel
daarbij de spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en
droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren/deuren, de motor-
kap en de koplampranden moeten tijdens
het drogen niet vergeten worden, omdat
daar water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen niet on-
middellijk binnen te zetten, maar de auto
nog even buiten te laten staan, zodat
waterresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen. Parkeer de
auto niet onder bomen, aangezien hars-
druppels bij langere inwerking de lak kun-
nen beschadigen, waardoor de kans op
roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agres-
sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Schoonmaakmiddelen ver-
ontreinigen het water. Daar-
om moet de auto bij voorkeur
worden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
175
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting
van de draden.Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte
na het winterseizoen zorgvuldig te laten uit-
spuiten. Hierbij mag de waterstraal niet
direct op de elektronische regeleenheden
en de zekeringen- en relaiskast links in de
motorruimte (gezien in de rijrichting)
worden gericht. Laat deze werkzaamheden
verzorgen door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in
stand STOPstaan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de ver-
schillende beschermingen (rubber kappen,
deksels enz.) nog op hun plaats zitten en
niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton).INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.
Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum
of wasbenzine voor het reinigen van
de interieurdelen van de auto. De
elektrostatische lading die tijdens het
reinigen door het wrijven ontstaat,
kan brand veroorzaken.
ATTENTIE
Bewaar nooit spuitbussen in
de auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet worden
blootgesteld aan temperaturen boven
50°. In de zomer kan de temperatuur
in het interieur ver boven deze waar-
de oplopen.
ATTENTIE
176
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere
reiniging van de stoffen bekleding raden
wij u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van water en neutrale
zeep.KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieur-
delen op de normale manier te reinigen met
een doek bevochtigd met water en een
neutrale zeep zonder schuurmiddel. Voor
het verwijderen van vet- of hardnekkige
vlekken moeten speciale schoonmaak-
middelen zonder oplosmiddelen worden
gebruikt, die geschikt zijn voor het reinigen
van kunststof en die het visuele effect en de
kleur van de componenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of
benzine om het glas van het instrumenten-
paneel schoon te maken.LEREN
STUURWIEL/POOKKNOP/
HANDREM (indien aanwezig)
Reinig deze componenten uitsluitend met
water en neutrale zeep. Gebruik nooit
alcohol of producten op basis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt
voor het reinigen van de interieurdelen,
moet u eerst de aanwijzingen op het
etiket van het product lezen en contro-
leren of het geen alcohol en/of substanties
op basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit met
speciaal daarvoor bestemde producten,
druppels op het leer van het stuurwiel, de
pookknop of de handrem terechtkomen,
moeten deze onmiddellijk worden verwij-
derd en het betreffende gedeelte met water
en neutrale zeep worden afgenomen.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij
het gebruik van mechanische diefstal-
beveiligingen op het stuurwiel om be-
schadiging van de leren bekleding te voor-
komen.
177
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
IDENTIFICATIEGEGEVENS .............................................. 178
MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN . 180
MOTOR ................................................................................. 181
BRANDSTOFSYSTEEM ...................................................... 182
TRANSMISSIE ....................................................................... 182
REMMEN ................................................................................ 183
WIELOPHANGING ............................................................ 183
STUURINRICHTING .......................................................... 183
WIELEN .................................................................................. 184
AFMETINGEN ...................................................................... 187
PRESTATIES .......................................................................... 189
GEWICHTEN ....................................................................... 190
VULLINGSTABEL ................................................................ 191
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN ........................ 192
BRANDSTOFVERBRUIK ................................................... 194
CO
2-EMISSIE ......................................................................... 195
RADIOGOLF-AFSTANDSBEDIENING:
MINISTERIËLE GOEDKEURING ...................................... 196
T
T T T
E E E E
C C C C
H H H H
N N N N
I I I I
S S S S
C C C C
H H H H
E E E E
G G G G
E E E E
G G G G
E E E E
V V V V
E E E E
N N N N
S S S S
TYPEPLAATJE MET
IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 2
Het typeplaatje is aan de achterzijde van
de auto aangebracht en bevat de volgen-
de informatie:
BNummer typegoedkeuring.
CIdentificatiecode van het autotype.
DChassisnummer.
EMax. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto.
FMax. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto met aanhanger.GMax. toelaatbare voorasbelasting.
HMax. toelaatbare achterasbelasting.
IMotortype.
LCode van de carrosserie-uitvoering.
MNummer voor de onderdelen.
NCorrectiewaarde voor de uitlaat-
rookgasmeting (alleen bij diesel-
motoren).
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Wij raden u aan om nota te nemen van de
identificatiegegevens. De identificatiege-
gevens zijn ingeslagen of aangebracht op
plaatjes en bevinden zich op de volgende
plaatsen fig. 1:
ATypeplaatje met identificatiegegevens
BChassisnummer
CPlaatje met informatie over de carros-
serielak
DMotornummer.
178
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
fig. 1F0T0175mfig. 2F0T0011m
PLAATJE MET INFORMATIE
OVER DE CARROSSERIELAK
fig. 4
Het plaatje is op de binnenzijde van de
motorkap aangebracht en bevat de vol-
gende informatie:
A- Fabrikant van de lak.
B- Kleurbenaming.
C- Kleurcode.
D- Kleurcode voor bijwerken en over-
spuiten.MOTORCODE
De motorcode is in het cilinderblok in-
geslagen, en bestaat uit het motortype en
een oplopend productienummer.
CHASSISNUMMER
Het chassisnummer is ingeslagen in de
bodemplaat naast de rechter voorstoel.
Om het te bereiken moet u het klepje
A-fig. 3naar voren schuiven.
Het bevat de volgende gegevens:
❒type van de auto (ZFA 225000);
❒oplopend productienummer.
179
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
fig. 4F0T0012mfig. 3F0T0084m