Page 57 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
OPMERKING:Zorg dat de o-ring correct aanligt.
8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
9. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten aan te
brengen.
10. Breng het stroomlijnpaneel aan.
11. Breng de olieaftapplug aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
OPMERKING:Controleer of de onderlegring beschadigd isen vervang indien nodig.
12. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
monteer dan de olievuldop en zet deze
vast.LET OP:
DCA11620
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen olieën
met een “CD” dieselspecificatie of
olieën met een hogere kwaliteit dangespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
13. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING:Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan, alshet olieniveau correct is.LET OP:
DCA10400
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat de machine controlerendoor een Yamaha dealer.
14. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
1. MomentsleutelAanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:
2.40 L (2.54 US qt) (2.11 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt) (2.29 Imp.qt)
U5SLD2D0.book Page 11 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 58 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20112
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING:
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING:Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan.3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het deksel van het
koelvloeistofreservoir door de bouten
los te halen, open de reservoirdop en
vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
U5SLD2D0.book Page 12 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 59 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
LET OP:
DCA10470
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectiefzijn.WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.
4. Sluit de reservoirdop en breng dan het
deksel van het koelvloeistofreservoir
aan door de bouten te monteren.
OPMERKING:
De radiatorkoelvinnen schakelen auto-
matisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-41 nadere instructies ver-meld.
DAU20343
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder paneel A en stroomlijnpane-
len A en B. (Zie pagina 6-6.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Draai de slangklemschroef terug en
maak dan het luchtaanzuigkanaal los.5. Verwijder de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.1. Klemschroef
2. Luchtaanzuigkanaal
1. Radiatorvuldop
U5SLD2D0.book Page 13 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 60 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
6. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
7. Draai de slangklemschroef los en
maak dan de koelvloeistofradiator-
slang los om de koelvloeistofradiator
leeg te maken.
8. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten los te ha-
len.9. Trek de brandstofslangen omhoog om
ze uit de geleider te verwijderen.
10. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.11. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koelvloei-
stofreservoir ondersteboven om het
leeg te maken.
12. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
13. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
14. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.
15. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.1. Aftapplug koelvloeistof
2. Klemschroef
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
U5SLD2D0.book Page 14 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 61 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
OPMERKING:Controleer of de onderlegring beschadigd isen vervang indien nodig.
16. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het
reservoir tot aan de merkstreep voor
maximumniveau en breng dan de dop
van het koelvloeistofreservoir aan.
17. Steek de brandstofslangen in de gelei-
der, plaats ze in de oorspronkelijke po-
sitie en monteer dan het deksel van
het koelvloeistofreservoir door de bou-
ten te installeren.18. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator tot hij vol is.
LET OP:
DCA10470
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectiefzijn.
19. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat een paar minuten stationair
draaien en zet hem dan uit.
20. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de radiator staat en breng dan de ra-
diatorvuldop aan.
21. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
22. Sluit het luchtaanzuigkanaal aan en
zet dan de slangklemschroef vast.
23. Breng het paneel en de stroomlijnpa-
nelen aan. Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
2.15 L (2.27 US qt) (1.89 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan
de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
U5SLD2D0.book Page 15 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 62 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
DAU21162
Controleren van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gecon-
troleerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig het luchtfiltere-
lement vaker als u in zeer stoffige of vochti-
ge gebieden rijdt.
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-16.)
2. Verwijder de tankbevestigingsbouten.
3. Licht de brandstoftank aan de voorzij-
de op en kantel hem dan naar achte-
ren van het luchtfilterhuis vandaan.
(Maak de brandstofslangen niet los!)
WAARSCHUWING
DWA10410
Let erop dat de brandstoftank cor-
rect wordt ondersteund.
Kantel of trek de brandstoftank niet
te veel heen en weer, anders kun-
nen de brandstofslangen los rakenen zo lekkage veroorzaken.
4. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.5. Trek het luchtfilterelement los.
6. Controleer het luchtfilterelement en
vervang als dit beschadigd of extreem
stoffig is.
7. Steek het filterelement in het luchtfil-
terhuis.
1. Bout
1. Schroef
2. Luchtfilterdeksel
1. Luchtfilterelement
U5SLD2D0.book Page 16 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 63 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
LET OP:
DCA10480
Controleer of het luchtfilterelement
correct in het luchtfilterhuis is ge-
plaatst.
Laat de motor nooit draaien zonder
dat het luchtfilterelement aanwezig
is, dat kan leiden tot overmatige slij-
tage bij de zuiger(s) en/of de cilin-der(s).
8. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
9. Plaats de brandstoftank in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.WAARSCHUWING
DWA11360
Controleer alvorens de brandstof-
tank in zijn oorspronkelijke positie
te plaatsen de brandstofslangen op
beschadigingen. Start de motor niet
als een brandstofslang beschadigd
is, maar vraag een Yamaha dealer
de beschadigde slangen te vervan-
gen om zo brandstoflekkage te
voorkomen.
Controleer of de brandstofslangen
stevig zijn aangesloten en de juiste
ligging hebben en niet worden afge-
kneld.
Vergeet niet de tankbeluchtings-
slang en de overloopslang weer in
de oorspronkelijke positie te leg-gen.
10. Breng het bestuurderszadel aan.
DAU21210
Luchtaanzuigkanaal Controleer of het luchtrooster in het aan-
zuigkanaal niet is verstopt. Reinig indien no-
dig het luchtrooster.
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
1. Luchtaanzuigkanaal
U5SLD2D0.book Page 17 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
Page 64 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
DAU34300
Afstellen van het stationair
toerental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze afstelling
te verrichten.OPMERKING:De motor is voldoende warm als deze snelreageert op de gasbediening.
Controleer het stationair toerental en stel dit
indien nodig volgens de specificatie af door
de stationair stelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in de richting (a) om het
stationair toerental te verhogen. Draai de
schroef in de richting (b) om het stationair
toerental te verlagen.
OPMERKING:Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan eenYamaha dealer de afstelling uit te voeren.
DAU21381
Controleren van de vrije slag
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 6.0–8.0
mm (0.24–0.31 in) te bedragen bij de gas-
greep. Controleer de vrije slag van de gas-
kabel regelmatig en laat de vrije slag indien
nodig afstellen door een Yamaha dealer.
1. Stationair stelschroef
Stationair toerental:
1250–1350 tpm
1. Vrije slag gaskabel
U5SLD2D0.book Page 18 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM