BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10420
Aanzicht rechterzijde1. Bagageriembevestiging (pagina 3-22)
2. Helmbevestiging (pagina 3-17)
3. Zekeringenkastje 1 (pagina 6-32)
4. Hoofdzekering (pagina 6-32)
5. Accu (pagina 6-31)
6. Stationair stelschroef (pagina 6-18)
7. Luchtfilterelement (pagina 6-16)
8. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-24)9. Radiatorvuldop (pagina 6-12)
10.Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-13)
11.Olievuldop (pagina 6-9)
12.Rempedaal (pagina 3-14)
13.Peilstok (pagina 6-9)
14.Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-24)
U5SLD2D0.book Page 2 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
LET OP:
DCA10470
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectiefzijn.WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.
4. Sluit de reservoirdop en breng dan het
deksel van het koelvloeistofreservoir
aan door de bouten te monteren.
OPMERKING:
De radiatorkoelvinnen schakelen auto-
matisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-41 nadere instructies ver-meld.
DAU20343
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder paneel A en stroomlijnpane-
len A en B. (Zie pagina 6-6.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Draai de slangklemschroef terug en
maak dan het luchtaanzuigkanaal los.5. Verwijder de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.1. Klemschroef
2. Luchtaanzuigkanaal
1. Radiatorvuldop
U5SLD2D0.book Page 13 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
6. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
7. Draai de slangklemschroef los en
maak dan de koelvloeistofradiator-
slang los om de koelvloeistofradiator
leeg te maken.
8. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten los te ha-
len.9. Trek de brandstofslangen omhoog om
ze uit de geleider te verwijderen.
10. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.11. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koelvloei-
stofreservoir ondersteboven om het
leeg te maken.
12. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
13. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
14. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.
15. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.1. Aftapplug koelvloeistof
2. Klemschroef
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
U5SLD2D0.book Page 14 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
OPMERKING:Controleer of de onderlegring beschadigd isen vervang indien nodig.
16. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het
reservoir tot aan de merkstreep voor
maximumniveau en breng dan de dop
van het koelvloeistofreservoir aan.
17. Steek de brandstofslangen in de gelei-
der, plaats ze in de oorspronkelijke po-
sitie en monteer dan het deksel van
het koelvloeistofreservoir door de bou-
ten te installeren.18. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator tot hij vol is.
LET OP:
DCA10470
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectiefzijn.
19. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat een paar minuten stationair
draaien en zet hem dan uit.
20. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de radiator staat en breng dan de ra-
diatorvuldop aan.
21. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
22. Sluit het luchtaanzuigkanaal aan en
zet dan de slangklemschroef vast.
23. Breng het paneel en de stroomlijnpa-
nelen aan. Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
2.15 L (2.27 US qt) (1.89 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan
de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
U5SLD2D0.book Page 15 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU23702
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en zekeringenkastje 1
bevinden zich onder het bestuurderszadel.
(Zie pagina 3-16.)
Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel B. (Zie pagina 6-6.)Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
1. Reservehoofdzekering
2. Hoofdzekering
3. Zekeringenkastje 1
4. Zekering rechter radiatorkoelvin
5. Zekering linker radiatorkoelvin
6. Reservezekering
1. Zekeringenkastje 2
2. Koplampzekering
3. Zekering parkeerlichten
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
7. Zekering elektronisch brandstofinjectiesys-
teem
8. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Zekeringenkastje 1:
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Zekeringenkastje 2:
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering elektronisch gestuurde
brandstofinspuiting:
15.0 A
U5SLD2D0.book Page 32 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-42
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10400
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING:Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U5SLD2D0.book Page 42 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2045 mm (80.5 in)
Totale breedte:
690 mm (27.2 in)
Totale hoogte:
1105 mm (43.5 in)
Zadelhoogte:
830 mm (32.7 in)
Wielbasis:
1385 mm (54.5 in)
Grondspeling:
145 mm (5.71 in)
Kleinste draaicirkel:
3800 mm (149.6 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
183.0 kg (403 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
4-cilinder, parallel vooroverhellend
Slagvolume:
600.0 cm³ (36.61 cu.in)
Boring × slag:
65.5 × 44.5 mm (2.58 × 1.75 in)
Compressieverhouding:
12.40 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE10W30 of SAE10W40 of SAE15W40
of SAE20W40 of SAE20W50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
2.40 L (2.54 US qt) (2.11 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt) (2.29 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
2.15 L (2.27 US qt) (1.89 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Nat element
Brandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend loodvrije superbenzine
Inhoud brandstoftank:
17.0 L (4.49 US gal) (3.74 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.5 L (0.92 US gal) (0.77 Imp.gal)Elektronisch geregelde
brandstofinspuiting:Fabrikant:
NIPPON INJECTOR
Model:
INP-250/4Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR9EK,CR10EK
Elektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel
Primaire reductieverhouding:
86/44 (1.955)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
48/16 (3.000)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40
U5SLD2D0.book Page 1 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Gelijkstroom-CDI
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
GT9B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.0 A/uKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LEDWaarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Controlelampje schakelmoment:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Zekering elektronisch gestuurde
brandstofinspuiting:
15.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U5SLD2D0.book Page 3 Thursday, August 5, 2004 10:40 AM