Page 57 of 74

gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.
DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
DAU23380
Accu
De accu bevindt zich achter paneel A.
(Zie pagina 6-5.)
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
DCA10620
LET OP
Probeer nooit om celafdichtingen
op de accu te verwijderen, hierdoor
kan permanente schade aan de
accu worden toegebracht.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
Om de accu op te bergen
1. Accu
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 53
Page 58 of 74

1. Verwijder de accu als de machinelanger dan een maand niet wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet
hem dan weg op een koele en
droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen,
moet deze minstens eenmaal per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvo- rens te installeren.
4. Controleer na installatie of de accukabels correct zijn aangeslo-
ten op de accupolen.
DCA10630
LET OP
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontla-
den toestand weg te bergen
kan permanente accuschade
ontstaan.
Om een permanent-dichte
accu (onderhoudsvrij type) te
laden, is een speciale accula-
der (met constante laadspan-
ning) vereist. Bij gebruik van
een conventionele acculader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over
een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s
(onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw
accu op te laden.
DAU23610
Zekeringen vervangen
De hoofdzekering en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits
bevinden zich achter stroomlijnpaneel
B. (Zie pagina 6-5.)
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende
elektrische circuit uit. 2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.
DCA10640
LET OP
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
Voorgeschreven zekeringen: Hoofdzekering30.0 A
Koplampzekering 15.0 A
Zekering signaleringssysteem 15.0 A
Zekering ontstekingssysteem 5.0 A
Zekering radiatorkoelvin 10 A
Zekering ECU-circuit 5.0 A
Backup-zekering 5.0 A
Reserve fuse 5.0 A
10 A
15.0 A
30.0 A
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 54
Page 59 of 74

3. Draai de contactsleutel in “ON”
en schakel het betreffende elek-
trische circuit in om te zien of de
apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAU23910
Koplampgloeilamp
vervangen
De koplampen op dit model hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een
koplampgloeilamp als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-5.)
Afdekking gloeilampje koplamp voorin
2. Maak de koplampstekker los en
verwijder dan de gloeilampkap.
3. Verwijder de gloeilamphouder
volgens de instructies hierna en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
Aansluiting gloeilampje koplamp voorin
OPMERKING:
De werkwijze bij verwijderen is afhan-
kelijk van het type gloeilamphouder
dat op uw machine is gebruikt.
DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
en zet deze dan vast met de glo-
eilamphouder.
1
11
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 55
Page 60 of 74

DCA10660
LET OP
Raak het glas van de koplampglo-
eilamp niet aan zodat dit vetvrij
blijft, anders kan de doorzichtig-
heid van het glas, de lichtintensiteit
en de levensduur nadelig worden
beïnvloed. Wrijf eventuele veron-
treinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of thin-
ner.
5. Breng de gloeilampkap aan en
sluit dan de stekker aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
7. Vraag indien nodig een Yamaha-
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.
DAUT1260
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
DCA10670
LET OP
Het is aan te bevelen dit werk uit te
laten voeren door een Yamaha dea-
ler.
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-5.)
3. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze link-
som te draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
6. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze
rechtsom te draaien.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.GAUS1250
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 56
Page 61 of 74

Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
2. Verwijder de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
los te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
5. Bevestig de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
vast te draaien.6. Bevestig de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef vast te draaien.
ECA10680
LET OP
Do not overtighten the screws,
otherwise the lens may break.
DAUS1150
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de lamplens door de
schroef te verwijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
DCA11190
LET OP
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUS1260
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-5.)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 57
Page 62 of 74

2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Breng het stroomlijnpaneel B
aan.
DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Gamet uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat dan
later mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 58
Page 63 of 74
DAU25921
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motorDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 59
Page 64 of 74
Oververhitte motorDWA10400
s s
WAARSCHUWING
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 60