Page 11 of 245

1. Multischakelaar verlichting/Schakelaar mistlampen voor
2. Instrumentenpaneel
3. Claxon/SRS airbag (Bestuurdersijde)
4. Schakelaar mistachterlicht
5. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers
6. Regelknop instrumentenverlichting (Rheostaat)
7. Schakelaar waarschuwingsknipperlichtinstallatie
8. Hoofdschakelaar cruise control(Indien gemonteerd)
9. Schakelaar koplampafstelling
10. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
11. Dashboardkastje
12. Airbag voor passagierszijde
13. Ontgrendelingshefboom motorkap 14. Multibox
15. Ontgrendeling stuurkolom
16. Opener klep brandstofdop
17. Schakelaar cruise control (Indien gemonteerd)
18. Sigarettenaansteker/Asbak, voor
19. Munthouder
20. Keuzehandel/versnellingshandel
21. Stoelverwarming (Indien gemonteerd)
22. Aansluitcontact voorin
23. Keuzeschakelaar vierwielaandrijving
24. Parkeerrem
25. Bekerhouder, voor
26. Aansluitcontact achterin
27. Bekerhouder, achter
28. Asbak, achter
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dashboard wordengeplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
Page 111 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
99
N.B.: Wanneer de airconditioning continu wordt gebruikt in de vloer/ ontwasemstand ( ) of deontwasemstand ( ), kan de voorruit beslaan door het temperatuurverschil. Zet in datgeval de luchtverdeling op de inzittenden gericht ( ) en de aanjagersnelheid op de laagstestand. B730A01L-AXT Tips voor de bediening
o U voorkomt dat stof of onaangename
lucht via het ventilatiesysteem het interieur binnendringt door de luchttoevoer in de stand " " te plaatsen. Denk er echter wel aandeze regeling zo spoedig mogelijk weer in de stand voor frisse luchttoevoer terug te zetten. Dit dientom de vermindering van de luchtkwaliteit in het interieur tegen te gaan.
o De luchttoevoer vindt plaats via de roosters voor de voorruit. Let eropdat deze roosters vrij zijn vanbladeren, sneeuw, ijs en dergelijke.
o Om te voorkomen dat de voorruit
beslaat, de luchttoevoer in de standvoor verse lucht zetten, de aanjagerschakelaar in de gewenste stand plaatsen, de airconditioninginschakelen en de gewenste temperatuur instellen. SB730A1-FX (Indien gemonteerd) Schakelaar voor airconditioning
De airconditioning wordt in- of uitgeschakeld door deze schakelaar in te drukken.
AIRCONDITIONING
B740A01HP
Page 112 of 245

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
100
o Zet de temperatuurregeling in destand "Koud" (Koud geeft maximale koeling). De temperatuur kan worden gewijzigd door de regelhandel of de draaiknop in derichting "Warm" te zetten.
o Laat de aanjager met de gewenste
snelheid draaien. Plaats voor eenintensievere koeling de aanjagerschakelaar in een van de hogere standen of kies de standvoor luchtcirculatie. ZB450C1-AX Verwarmen met gedroogde lucht Stel de bedieningsorganen als volgt in:
o Schakel de aanjager in.
o Schakel de airconditioning in door
de schakelaar in te drukken.
o Zet de luchttoevoer in de stand
"Fresh".
o Zet de draaiknop van de luchtverdeling in de stand"Bovenzijde interieur".
o Laat de aanjager met de gewenste snelheid draaien voor een snelleverwarming is het aan te beveleneen hoge aanjagersnelheid te kiezen.
o Stel de gewenste temperatuur in.
ZB450B1-AX Airconditioning Koelen Voor het koelen van het interieur:
o Sluit de ventilatieroosters aan de
zijkant van het dashboard.
o Stel de aanjager in werking.
o Schakel de airconditioning met de
schakelaar in. Hierbij gaat de controlelamp branden.
o Zet de luchttoevoer in de stand voor frisse lucht.
B740B01HP
B740C01HP
Page 113 of 245
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
101
ZB450D1-AX Tips voor het gebruik
o Als het interieur van de wagen is verwarmd, zet dan enkele minuten de ruiten open zodat de warme lucht naar buiten wordt afgevoerd.
o Indien de airconditioning is ingeschakeld; houd alle ruitengesloten zodat geen warme lucht kan binnendringen.
o Bij lage snelheden, bijvoorbeeld in druk verkeer, een lagere versnellinginschakelen. Hierdoor neemt hetmotortoerental toe waardoor ook het toerental van de compressor van de airconditioning stijgt.
o Wanneer u lange tijd bergopwaarts rijdt schakel dan de airconditioninguit om te voorkomen dat de motoroververhit raakt.
o In de periode dat de airconditioning
weinig wordt gebruikt(winterseizoen) is het aan te bevelen de airconditioning van tijd tot tijd enkele minuten in werking te stellen.Hierdoor wordt het systeem gesmeerd en blijft het in een goede conditie.
Page 114 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
102AUTOMATISCHE VERWARMINGS EN KOELINGS SYSTEEM
6YB970A1-AX (Indien gemonteerd) Deze auto is uitgerust met een klimaat beheers systeem welk de gewenste(ingestelde) temperatuur aanhoud.
1. Aanjagerschakelaar
2. Schakelaar AUTO (automatischeregeling)
3. Uitschakelaar (OFF)
4. Display
5. Toets temperatuurregeling
6. Schakelaar ontwaseming 7. Schakelaar achterruitverwarming
(Indien gemonteerd)
8. Schakelaar luchtverdeling
9. Schakelaar airconditioning
10.Toets buitentemperatuur
11.Schakelaar luchttoevoer (Iuchtrecirculatie)
12.Schakelaar luchttoevoer (verse
lucht)
B970B01E-GXT Bediening verwarming en koeling
B970B01HP
Page 117 of 245

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
105
B670C02HP-GXT Luchttoevoerbediening Hiermee kan de toevoer van verse lucht of de recirculatie van lucht in de wagen worden gekozen. Druk de toets in om de luchttoevoer tewijzigen (verse lucht/recirculatie). VERSE LUCHT ( ): De lamp in de toets brandt als de luchtverdeling in de stand luchttoevoer staat. RECIRCULATIE ( ): De controle- lamp in de toets brandt niet de stand voor luchtcirculatie is ingeschakeld.In de stand voor verse lucht wordt buitenlucht toegevoerd en afhankelijkvan de gekozen instelling verwarmd ofgekoeld. In de stand voor recirculatie wordt de lucht in het interieur gerecirculeerd enafhankelijk van de andere gekozen functies verwarmd of gekoeld. N.B.:
o Als de stand voor luchtcirculatie
langdurig blijft ingeschakeld, bestaat de kans dat de voorruit en de zijruiten beslaan. Bovendien treedt eenvermindering van de luchtkwaliteit op. Als de airconditioning te lang in destand voor luchtcirculatie blijft staan is het mogelijk dat de lucht in het interieur te droog wordt.
o Wanneer de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, wordtde luchttoevoerknop in de stand( ) geschakeld (onafhankelijk van de stand van de schakelaar). Dit is de normale stand. Deluchttoevoerknop wordt bij het aanzetten van het contact in de 6YB980D1-AX Verwarming en koeling "AFZETTEN"
B980C01HP
stand "AUTO" geschakeld, wanneer de knop in deze standstond toen het contact werd afgezet.
Druk op de "OFF" toets om het systeem uit te schakelen. HHP2140
Page 120 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
108
!
LET OP:
o Het filter elke 15000 km of één keer per jaar vervangen. Indien de auto wordt gebruiktonder zware omstandigheden zoals stoffige, onverharde wegen, moet het filter van deairconditioning vaker worden gecontroleerd en vervangen.
o Als de luchttoevoer afneemt, moet het systeem door eengeautoriseerde dealer worden gecontroleerd.
B760A01Y
B760A06A-GXT FILTER AIRCONDITIONING (VOOR VERDAMPER- ENAANJAGERUNIT)(Indien gemonteerd) Het filter voor de airconditioning bevindt zich vóór de verdamperunit achter hetdashboardkastje. Het heeft tot doel om te voorkomen dat vervuiling uit de buitenlucht in hetinterieur komt.
Interieur
Verdamperblok Luchtfilter Aanjager
InterieurluchtBuitenlucht
Page 153 of 245

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
26
o Het is niet nodig de motor langdurigwarm te laten draaien. Zodra de motor gelijkmatig draait kunt u wegrijden. Bij zeer koud weer is het aan te bevelen de motor een ietslangere periode te laten warm draaien.
o Rijd niet met een te laag of een te hoog motortoerental. Rijdt u telangzaam in een hoge versnelling, dan heeft dit tot gevolg dat de motorte zwaar wordt belast. Schakel tijdig een lagere versnelling in. Vermijd een te hoog toerental door deaanbevolen schakelsnelheden aan te houden.
o Gebruik de airconditioning niet onnodig. De airconditioning wordtbediend door de motor waardoor bij gebruik van de airconditioning hetbrandstofverbruik toeneemt.
o Houd uw wagen in een goede
conditie. Onderhoud uw wagen vooreen gunstig brandstofverbruik en lagere onderhoudskosten; zie het onderhoudsoverzicht in hoofdstuk5. Als uw wagen in zware omstandigheden wordt gebruikt, dan is frequenter onderhoud vereist (ziehoofdstuk 5 voor bijzonderheden).
o Houd uw wagen schoon. Voor een
maximale levensduur moet uwHyundai schoon worden gehouden en vrij van corrosieve elementen. Laat geen modder, vuil, ijs etc.aankoeken op de onderzijde van de wagen. Dit extra gewicht kan een verhoogd brandstofverbruik entevens corrosie tot gevolg hebben.
o Vervoer geen onnodige bagage.
Extra gewicht heeft een hogerbrandstofverbruik tot gevolg.
o Laat de motor niet langer stationair
draaien dan nodig is. Zet de motorbij langere wachtperiodes af.
o Laat uw voet niet op het rem-of
koppelingpedaal rusten. Hierdoorkan het brandstofverbruik toenemen en neemt de slijtage aan deze componenten ook toe. Bovendienkan het remvoeringmateriaal te heet worden waardoor de remmen niet meer optimaal functioneren.
o Houd de bandenspanning op de voorgeschreven waarde. Een tehoge of een te lage bandenspanningheeft onnodige bandenslijtage tot gevolg. Controleer de bandenspanning tenminste éénmaalper maand.
o De wielen moeten goed zijn
uitgelijnd. Het raken vanstoepranden of het te snel rijden over een ongelijkmatig wegdek kan tot gevolg hebben dat de wielen nietmeer correct zijn uitgelijnd. Dit kan o.a. een snellere bandenslijtage tot gevolg hebben evenals een hogerbrandstofverbruik.