Page 65 of 165

Noodstopschakelaar1in
bedrijfsstand A.
Contact inschakelen
Pre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. ( 63)
ABS-zelfdiagnose wordt uit-
gevoerd ( 64) Startknop
1bedienen.
Bij zeer lage buitentem-
peraturen kan het nodig
zijn om de gashendel bij het
starten te bedienen. Bij tem-
peraturen lager dan 0 °C na
het inschakelen van het con-
tact de koppeling bedienen.
Bij onvoldoende accu-
spanning wordt de start-
procedure automatisch afge-
broken. Voor verdere start-
pogingen de accu opladen of
starthulp laten geven.
De motor slaat aan. Als de motor niet aanslaat,
kan de storingstabel uit-
komst bieden. ( 132)
Pre-Ride-CheckNa het inschakelen van het
contact voert het instrumen-
tenpaneel een test uit van de
algemene waarschuwings-
lampjes. Hierbij branden de
waarschuwingslampjes ter
controle eerst geel en aan-
sluitend rood. Deze zoge-
noemde "Pre-Ride-Check"
controle wordt met de mel-
ding
CHECK!
op het display
weergegeven. Als de motor
tijdens de controle wordt ge-
start, wordt de controle afge-
broken.
Fase 1:
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt geel.
OpmerkingCHECK!
wordt
aangegeven
563zRijden
Page 66 of 165

Fase 2:Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt rood.
Opmerking
CHECK!
wordt
aangegeven
Als het algemene waarschu-
wingslampje niet gaat bran-
den:
Als het algemene waar-
schuwingslampje niet
gaat branden, kunnen enkele
functiestoringen niet worden
weergegeven.
Letten op het algemene waar-
schuwingslampje in rood en
geel.
De storing zo snel mogelijk
door een specialist, bij voor-
keur een BMW Motorrad
dealer, laten verhelpen.
Waarschuwingslampen
ABSDe waarschuwingslamp ABS
wordt, afhankelijk van de lan-
denuitvoering, op één van
de volgende twee manieren
weergegeven:
Landenuitvoering 1.
Landenuitvoering 2.
De volgende beschrijving is
aan de hand van landenuit-
voering 1.ABS-zelfdiagnoseDe juiste werking van het
BMW Integral ABS wordt
door de zelfdiagnose en de
wegrijtest gecontroleerd.
De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na
het inschakelen van het
contact. Voorwaarde voor de uitvoering van de zelfdiagnose
is dat de remmen niet worden
bediend.
Fase 1:
De zelfdiagnose wordt uitge-
voerd
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt rood.
Waarschuwingslamp
ABS knippert 4x per se-
conde
Fase 2:
Zelfdiagnose beëindigd
Waarschuwingslamp
ABS knippert 1x per se-
conde
Kon de zelfdiagnose niet wor-
den beëindigd:
Zo snel mogelijk de rem-
hendel en het rempedaal
loslaten.
564zRijden
Page 67 of 165

Wordt na afronding van de
zelfdiagnose een storingsme-
ling weergegeven:Lees dan in hoofdstuk "Mel-
dingen" de betekenis van
deze melding.
De waarschuwingslamp
ABS dooft na beëindi-
ging van de wegrijtest.WegrijdenStarten op hellingenEen versnelling inschakelen.
Koppelingshendel en rem-
hendel loslaten.
Contact inschakelen
Lees dan in hoofdstuk "Mel- dingen" de betekenis van
deze melding.InrijdenDe eerste 1000 kmTijdens de inrijperiode veel-
vuldig met wisselende be-
lasting en toerentallen rij-
den.
Kies indien mogelijk bochti-
ge en licht geaccidenteerde
wegen, bij voorkeur geen
autosnelwegen.
Het overschrijden van de
inrijtoerentallen verhoogt
de motorslijtage.
De voorgeschreven inrijtoe-
rentallen aanhouden.
Inrijtoerentallen niet over-
schrijden.
Inrijtoerentallen
7000 min
-1
Niet voluit accelereren.
565zRijden
ABS-zelfdiagnose afwach-
ten.
Rem en koppeling bedie-
nen.
Motor startenPre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. ( 63)
ABS-wegrijtestBij het wegrijden controleert
het BMW Integral ABS de
ABS-sensoren. Waarschuwingslamp
ABS knippert 1x per se-
conde
De waarschuwingslamp
ABS dooft na beëindiging
van de wegrijtest.
Wordt na afronding van de
wegrijtest een storingsmeling
weergegeven:
Page 68 of 165
Bij volle belasting lage toe-
rentallen vermijden.
Na 500 - 1200 km de eerste
inspectie laten uitvoeren.RemblokkenNieuwe remblokken moeten
"inlopen" en leveren dan
ook tijdens de eerste
500 km nog niet de optimale
remvertraging. De iets
geringere remvertraging
kan door het krachtiger
aantrekken/indrukken van het
remhendel/-pedaal worden
gecompenseerd.Nieuwe remblokken kun-
nen de remweg aanzien-
lijk verlengen.
Vroeg remmen.BandenNieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Zij moeten
dan ook met een beheerste
rijstijl door het inrijden met wisselende overhellingshoe-
ken worden ingereden. Pas
na het inrijden is de volledige
grip van het loopvlak bereikt.
Nieuwe banden leveren
nog geen optimale grip,
bij extreem schuin rijden be-
staat gevaar voor ongevallen.
Vermijd extreme hellingshoe-
ken.
566zRijden
Page 69 of 165
Page 70 of 165
Page 71 of 165

Motorfiets neerzetten
Op de zijstandaard
plaatsen
Op een losse onder-
grond staat de motor-
fiets niet veilig.
De standaard moet altijd op
een vlakke en vaste onder-
grond rusten.
Motor uitschakelen.
Remhendel bedienen.
De motorfiets recht zetten
en in balans brengen.
De zijstandaard met de lin-
kervoet tot de aanslag opzij
klappen (pijl). De zijstandaard is alleen
voor het gewicht van de
motorfiets geconstrueerd.
Bij een uitgeklapte zijstan-
daard niet op de motorfiets
plaatsnemen. De motorfiets langzaam op
de standaard laten zakken,
daarbij uw gewicht van de
motorfiets nemen en van de
motorfiets afstappen.
Als de motorfiets op de
zijstandaard staat is het
afhankelijk van de ondergrond
of het stuur beter naar links of
naar rechts kan worden ge-
draaid. Op een horizontale
ondergrond staat de motor-
fiets echter stabieler als het
stuur tegen de linker aanslag
staat in plaats van tegen de
rechter aanslag.
Op een horizontale onder-
grond het stuur altijd tegen de
linker aanslag draaien om het
stuurslot te vergrendelen.
Stuur tot de aanslag geheel
naar links of rechts draaien.
Controleren of de motorfiets
stevig staat. De motorfiets op hellin-
gen in de richting "berg-
opwaarts" neerzetten en de
1e versnelling inschakelen.
569zRijden
Page 72 of 165