Page 49 of 165

koppelingshendel naar voren
drukt.Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
kleiner.RemRemhendel instellen
Als de stand van het
remvloeistofreservoir
wordt veranderd, kan er lucht
in het remsysteem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het instellen van de rem-
hendel tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De remhendel alleen instellen
als de motorfiets stilstaat. Stelbout
1rechtsom draai-
en.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer u tegelijkertijd de
remhendel naar voren drukt.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt kleiner.
VerlichtingParkeerlicht inschakelenHet parkeerlicht wordt auto-
matisch tegelijk met het con-
tact ingeschakeld.
Het stadslicht belast
de accu. Het contact
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.Dimlicht inschakelenHet dimlicht wordt automa-
tisch ingeschakeld na het
starten van de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inscha-
kelen, door bij ingeschakeld
contact het grootlicht in te
schakelen of het lichtsignaal
te bedienen.
447zBediening
Page 50 of 165

Grootlicht inschakelenSchakelaar grootlicht1bo-
ven bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1in
middenstand zetten.
Grootlicht uitgeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1on-
der bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht
ingeschakeld (lichtsignaal).Parkeerlicht inschakelenContact uitschakelen. Het parkeerlicht kan al-
leen direct na het afzet-
ten van het contact worden
ingeschakeld.
Toets richtingaanwijzers
links 1 ingedrukt houden,
tot het parkeerlicht is inge-
schakeld.
Parkeerlicht uitschake-
lenContact inschakelen
Parkeerlicht uitgeschakeld
KoplampKoplampinstelling
rechts-/linksrijdend
verkeerBij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van
de motorfiets is afgegeven,
verblindt het asymmetrische
dimlicht het tegemoetkomen-
de verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan
de betreffende omstandighe-
den aan te laten passen.
Universeel plakband be-
schadigt het kunststof-
glas.
Gebruik alleen speciale zwar-
te folie voor carrosserietoe-
passingen die geleverd wordt
door de vakhandel.
448zBediening
Page 51 of 165
Koplampinstelling en
veervoorspanningDe lichtbundel blijft in de re-
gel constant door de aanpas-
sing van de veervoorspanning
aan de beladingstoestand.
Alleen bij zeer zware belading
kan de aanpassing van de
veervoorspanning ontoerei-
kend zijn. In dit geval moet
de koplampinstelling worden
aangepast aan het gewicht.Twijfelt u aan de cor-
recte koplampbasisin-
stelling, gaat u dan naar een
specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
Koplamphoogteverstel-
ling1 Koplamphoogteverstel-
ling
Bij zeer zware belading kan
de aanpassing van de veer-
voorspanning ontoereikend
zijn. Om de tegenliggers niet
te verblinden kan de kop-
lamp worden versteld met de
zwenkhendel. A
Normale stand
B Stand bij zware belading
RichtingaanwijzersRichtingaanwijzers links
inschakelenContact inschakelen
449zBediening
Page 52 of 165
Toets richtingaanwijzers
links1bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers links in-
geschakeld.
Controlelamp richtingaan-
wijzers links knippert.Richtingaanwijzers
rechts inschakelenContact inschakelen Toets richtingaanwijzers
rechts
2bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers rechts
ingeschakeld.
Controlelamp richtingaan-
wijzers rechts knippert.
Richtingaanwijzers uit-
schakelenToets richtingaanwijzers
uit 3bedienen.
Richtingaanwijzers uitge-
schakeld
Controlelampen richtingaan-
wijzers uit.BuddyseatBuddyseat verwijderen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
450zBediening
Page 53 of 165
Sleutel in het buddyseatslot
linksom draaien.
Buddyseat daarbij als on-
dersteuning naar beneden
drukken.Buddyseat achter oplichten.
Als de buddyseat op
een ruw oppervlak wordt
neergelegd, kunnen de ran-
den ervan beschadigd wor-
den.
De buddyseat met de beklede
zijde op een gladde en scho-
ne ondergrond leggen, bijv.
op de tank.
De sleutel loslaten en de
buddyseat naar achteren uit
de houder trekken.
Buddyseat aanbrengen
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt ge-
duwd, bestaat het gevaar dat
hij van de standaard wordt
gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
Buddyseat naar voren in de
houders 1drukken.
451zBediening
Page 54 of 165
Buddyseat door de vergren-
deling krachtig naar bene-
den duwen.
Buddyseat vergrendelt
hoorbaar.
HelmhaakHelmhouder onder de
buddyseatOnder de buddyseat bevin-
den zich de helmhaken1
en 2.
Aan de helmhaken 1kan een
motorhelm met de kinband
worden bevestigd. Als er
koffers zijn gemonteerd of
wanneer de kinband te kort
is, dan kan een motorhelm
m.b.v. een staalkabel aan
de helmhaak 2worden
bevestigd.
Helmhaak gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen.
( 50)
De kinbandsluiting kan
de bekleding beschadi-
gen.
Bij het inhangen op de positie
van het helmslot letten.
De helm met behulp van de
als accessoire verkrijgbare
stalen kabel aan helmhaak 2
hangen.
452zBediening
Page 55 of 165
Aan de rechterzijde van
de motorfiets kan de
helm worden beschadigd
door de hitte van de uitlaat-
demper.
De helm alleen aan de linker-
zijde van de motorfiets beves-
tigen.
Staalkabel door de helm
trekken en aan de haak 2
hangen.
Een geschikte staalka-
bel is verkrijgbaar bij uw
BMW Motorad dealer.
BagagelussenBagagelussen onder de
buddyseatAan de onderzijde van de
buddyseat bevinden zich de
lussen 1ter bevestiging van
bagagebanden. In combi-
natie met de ogen 2aan de
handgrepen kan bagage op
de duo-buddyseat worden
vastgezet.Bagagelussen gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is. Buddyseat verwijderen.
( 50)
Buddyseat omdraaien.
Lussen
1uit de bevesti-
ging 3trekken
In de lussen kunnen baga-
gebanden worden beves-
tigd.
453zBediening
Page 56 of 165

SpiegelsSpiegel verstellenSpiegel door licht drukken
op de betreffende hoek in
de gewenste stand bren-
gen.VeervoorspanningVeervoorspanning instel-
lenDe veervoorspanning moet
aan de belading van de mo-
torfiets worden aangepast.
Een verhoging van de bela-
ding vereist een verhogingvan de veervoorspanning,
minder gewicht een over-
eenkomstige lagere veervoor-
spanning.
Veervoorspanning ach-
terwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
Het instellen van de
veervoorspanning tijdens
het rijden kan tot ongevallen
leiden.
De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets stil-
staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is. Om de veervoorspanning
te verhogen, handwiel
1in
de richting van de pijl HIGH
draaien.
Om de veervoorspanning
te verlagen, handwiel 1in
de richting van de pijl LOW
draaien.
Één klik komt overeen
met een halve omwente-
ling van de draaiknop. Het
instelbereik omvat 15 hele
omwentelingen.
Basisinstelling veervoor-
spanning achterwiel
454zBediening