Page 1 of 90
5VK-F8199-D0XT660R
XT660X
HANDLEIDING
Page 2 of 90

DECLARATION of CONFORMITY
We
Hereby declare that the product:
is in compliance with following norm(s) or documents: Type-designation:
5SL-00, 5VS-00, 5VX-00, 3HT-00, 5UX-00, 5UX-10, 5KS-00 and 5KS-10
R&TTE Directive(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950(2000)
Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC)
Place of issue: Shizuoka, Japan
Date of issue: Aug. 1
st 2002 Kind of equipment: IMMOBILIZER Address: 1450-6 Mori Mori-Machi Shuchi-gun Shizuoka 437-0292 Japan Company: MORIC CO., LTD.
Kazuji Kawai
representative name and signature
Wij,
Verklaren hierbij dat het product:
in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten: Typeaanduiding:
5SL-00, 5VS-00, 5VX-00, 3HT-00, 5UX-00, 5UX-10, 5KS-00 en 5KS-10
R&TTE richtlijn (1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.1.1 (2001-6), EN60950 (2000)Richtlijn betreffende twee- of driewielige motorvoertuigen (97/24/EC: Hoofdstuk 8, EMC)Plaats: Shizuoka, Japan
Datum: 1 augustus 2002 Type apparaat: STARTBLOKKERING Adres: 1450-6 Mori Mori-Machi Shuchi-gun Shizuoka 437-0292 Japan Bedrijf: MORIC CO., LTD.
Kazuji Kawai
Naam en handtekening vertegenwoordiger
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
DAU26941
Page 3 of 90
INLEIDING
DAU10100
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de XT660R/XT660X profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van pro-
ducten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw XT660R/XT660X.
Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl ook wordt beschreven hoe
u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog vragen zijn, aarzel
dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Page 4 of 90

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10150
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:OPMERKING:
Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze motorfiets en moet altijd bij de machine blijven, ook
als deze ooit wordt verkocht.
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan soms sprake zijn
van kleine tegenstrijdigheden tussen uw motor en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest
recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamahadealer.WAARSCHUWING
DWA10030
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUIKEN.Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID!
Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan dit leiden
tot ernstig of zelfs dodelijk letsel
voor de motorrijder of omstanders of degene die de motor-
fiets inspecteert of repareert.
De aanduiding LET OP staat vermeld bij speciale voorzorgsmaatregelen die moeten worden
genomen om schade aan de motorfiets te voorkomen.
De aanduiding NB staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of verhelde-
ren.
WAARSCHUWING
LET OP:
OPMERKING:
Page 5 of 90
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAUM1010
XT660R/XT660X
HANDLEIDING
©2003 door MBK INDUSTRIE
2e Uitgave, december 2003
Alle rechten voorbehouden
Elke vorm van herdruk of onbevoegd ge-
bruik
zonder schriftelijke toestemming van
MBK INDUSTRIE
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Frankrijk.
Page 6 of 90

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-3
Multifunctioneel display ..................3-5
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ...3-7
Stuurschakelaars ............................3-7
Koppelingshendel ...........................3-8
Schakelpedaal ................................3-8
Remhendel .....................................3-9
Rempedaal .....................................3-9
Tankdop ..........................................3-9
Brandstof ......................................3-10
Uitlaatkatalysator ..........................3-11
Zadel .............................................3-11
Opbergcompartiment ....................3-12
Afstellen van de
schokdemperunit .......................3-13
Zijstandaard ..................................3-14
Startspersysteem ..........................3-14CONTROLES VOOR HET
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ........ 6-6
Controleren van de bougie ............. 6-8
Motorolie en oliefilterelement ....... 6-10
Koelvloeistof ................................. 6-12
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ..................... 6-15
Afstellen van het stationair
toerental .................................... 6-16
Speling van de gaskabel
afstellen .................................... 6-17
Banden ......................................... 6-17Spaakwielen ................................ 6-20
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen .................................... 6-20
Remlichtschakelaar afstellen ....... 6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-21
Controleren van
remvloeistofniveau ................... 6-22
Spanning aandrijfketting .............. 6-23
Smeren van de aandrijfketting ..... 6-24
Controleren en smeren van
kabels ....................................... 6-25
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-25
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels ............... 6-25
Smeren van het rempedaal ......... 6-26
Controleren en smeren van
zijstandaard .............................. 6-26
Voorvork controleren ................... 6-27
Controle van stuursysteem .......... 6-27
Controleren van wiellagers .......... 6-28
Accu ............................................. 6-28
Zekeringen vervangen ................. 6-29
Koplampgloeilamp vervangen ..... 6-31
Een richtingaanwijzergloeilamp
of de gloeilamp in remlicht/
achterlicht vervangen ............... 6-32
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ............... 6-32
Page 7 of 90
INHOUDSOPGAVE
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-33
Voorwiel ........................................ 6-33
Achterwiel ..................................... 6-34
Problemen oplossen ..................... 6-36
Storingzoekschema’s ................... 6-37
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
Page 8 of 90

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU10310
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE
VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK EN
WERKING ZIJN AFHANKELIJK VAN JUIS-
TE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DES-
KUNDIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN
ALVORENS MET DEZE MOTOR TE
GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
DOOR EEN COMPETENTE INFOR-
MATIEBRON GRONDIG ZIJN INGE-
LICHT OVER ALLE ASPECTEN VAN
HET MOTORRIJDEN.
ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN VERMELD IN HET
INSTRUCTIEBOEKJE VOOR DE EI-
GENAAR.
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN VEILI-
GE EN CORRECTE RIJTECHNIE-
KEN.
GEBRUIK MAKEN VAN PROFES-
SIONELE TECHNISCHE SERVICE,
ZOALS AANGEGEVEN IN HET IN-
STRUCTIEBOEKJE EN/OF WAN-
NEER DE MECHANISCHE
CONDITIES DIT VEREISEN.Veilig rijden
Controleer de machine altijd voor u
gaat rijden. Een zorgvuldige controle
kan een ongeval helpen voorkomen.
Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto/motorongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
Draag een jack in felle kleuren.
Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongeval
betrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw machine alleen uit
aan ervaren motorrijders.
Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
We raden aan om het motorrijden te
oefenen op plekken waar geen ver-
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuurder.
Veel bestuurders houden bij het in-
gaan van een bocht een TE HOGE
RIJSNELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuinleggen
bij de bewuste rijsnelheid), zodat de
bocht dan te wijd word genomen.
Neem altijd de maximum snelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.