Page 57 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
56
22-12-2003
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ookafhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
Ð Sinds 1992 dienen
kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan
het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.
Ð Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen de rijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT raadt u aan uw kind tegen de
rijrichting in te vervoeren tot de leeftijd van 2 jaar.
Ð De veiligste plaats voor een kinderzitje is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto. PEUGEOT beveelt u dan ook aan het kinderzitje op de achterbank te bevestigen, ook al is het een kinderzitje dat tegen de rijrichting in kanworden bevestigd.
Ð Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan een zitverhoging met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schoudervan het kind te gebruiken.
Ð Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken .
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel.Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neerge-klapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de middelste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag tegen de rijrich- ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.Anders kan het kind bij het afgaanvan de airbag levensgevaarlijkgewond raken.
Page 58 of 117
UW PARTNER IN DETAIL57
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES PEUGEOT levert een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordelkunnen worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en de voorstoel in de middelste stand te zetten.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg L2 - "Ršmer Prince": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg L3 - "Ršmer Vario": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.
22-12-2003
Page 59 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
58
22-12-2003
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4- "Recaro Start": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte ter hoogte van de schouders en de lengte van de zitting moeten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afge-steld. L5- "Klippan Optima": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 1, 2 en 3: Van 9 tot 36 kg L6- "Kiddy Life": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte ter hoogte van de schouders en de lengte van de zitting moeten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afge-steld. Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Laat nooit ŽŽn of meer kin- deren zonder toezicht in
een auto achter. Laat nooit een kind of een
dier in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en deauto in de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jongekinderen tegen de zon tebeschermen. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen en het bevestigen vanhet kinderzitje op. Deze zijn aangegeven in de des- betreffende gebruiksaanwijzing. Zorg er bovendien voor dat de achterzijruiten* niet verder danvoor 1/3 deel geopend worden.
* Volgens uitvoering.
Schakel de airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bijhet afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 60 of 117

UW PARTNER IN DETAIL59
OVERZICHT BEVESTIGING KINDERZITJES Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het onderstaande overzicht de mogelijkheden aan voor het
plaatsen van een universeel goedgekeurd kinderzitje (kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan wordenbevestigd) afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats in de auto:
U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel goedgekeurd kinderzitje dat met de veiligheidsgordel wordt vastgemaakt, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
(a) Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg.
(b) De wettelijke voorschriften voor het vervoer van kinderen op de passagiersstoel v——r zijn per land verschillend. Raadpleeg de wetgeving in uw land. Gewicht en leeftijdsindicatie van het kind
Plaats
Gewicht < 13 kg Gewicht van 9 tot 18 kg Gewicht van 15 tot 25 kgGewicht van 22 tot 36 kg
(groep 0 (a) en 0+) (groep 1) (groep 2) (groep 3)
Tot ongeveer 1 jaar Van 1 tot 3 jaar Van 3 tot 6 jaar Van 6 tot 10 jaar ongeveer ongeveer ongeveer
Passagiersstoel v——r (b) UU UU
22-12-2003
Page 61 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
60
22-12-2003
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel
Verlagen of verhogen: Schuif de knop omlaag of omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels met pyrotechnische gordelspanners Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners isde veiligheid bij frontale aanrijdingennog verder verbeterd. De gordelspanners dienen om, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordelspan- ners werken alleen als het contact isaangezet.
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
Page 62 of 117

UW PARTNER IN DETAIL61
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren en de tankdop vergrendeldof ontgrendeld worden, kan de pas-sagiersairbag worden uitgeschakelden wordt het contactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van een van de voorportieren kunnende portieren en de achterdeurengelijktijdig vergrendeld of ontgrendeldworden. Als ŽŽn van de portieren of de achterdeuren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitge-voerd.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: Druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlich- ten knipperen gedurende enkeleseconden.
Afstandsbediening
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveertwee seconden branden van derichtingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: Als de auto is vergrendeld
en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen 30 seconden eenvan de portieren wordt geopend, wordtde auto automatisch weer vergrendeld.
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij van de afstandsbedie- ning leeg is, wordt dit aangegevendoor een geluidssignaal in combinatiemet de melding "Batterij afstands-
bediening leeg" op het display.
Wip om de batterij te vervangen het huismet een muntstuk bij het oog los om bijde batterij te komen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw gesynchroniseerd worden. Synchroniseren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct gedurende enkele seconden op de knop A.
Zet het contact uit en verwijderde sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
22-12-2003
Page 63 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
62
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aange- bracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2 e
stand van de sleutel), het verklik-
kerlampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
22-12-2003
Page 64 of 117

UW PARTNER IN DETAIL63
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangegeven op het label bij de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij verlies snel voor nieuwe sleutels zorgen.De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voorhet herprogrammeren. Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs
al is dit voor korte duur. Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden geprogrammeerd. Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat: Ð u in het bezit bent van de codekaart;
Ð uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt in het elektronische geheugen worden opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering.
22-12-2003