Page 49 of 117
22-12-2003
2. Regeling luchtopbrengst enregeling luchttoevoer
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Geen toevoer van buiten-lucht.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten.
Zet de knop, zodra de omstandighe-den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht om het beslaanvan de ruiten te voorkomen.
VERWARMING
1. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
UW PARTNER IN DETAIL
48
Page 50 of 117
22-12-2003
Luchtstroom naar voorruit, portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middelsteventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandigheden.
4. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit enzijruiten (ontwasemen-ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
Ð Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht",
Ð Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal,
Ð Sluit de middelste ventilatie- roosters.
UW PARTNER IN DETAIL 49
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (buitentemperatuur) tot rood (warm).
Page 51 of 117
1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in
staat de temperatuur in het interieur's zomers te verlagen en zorgt in de winter bij tem-peraturen boven 0 ¡C voor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten.Druk de schakelaar in om de airconditioning in te schakelen. Het ver-klikkerlampje gaat branden. 2. Regeling luchtopbrengst en
toevoer van buitenlucht
Draai de knop in 1van
de 4 standen om de
gewenste luchtopbrengstte verkrijgen.
UW PARTNER IN DETAIL
50
22-12-2003
AIRCONDITIONING
De airconditioning werkt niet als de knop voor de regeling van de luchtop- brengst in de laagste stand staat .
Opmerking: Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de auto vormt, dit is een normaal verschijnsel.
Page 52 of 117

4. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit en zij- ruiten (ontwasemen -ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt te werk:
Ð Stel de temperatuur en de lucht-opbrengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatie- roosters.
Ð Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandigheden.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco en de ver-warming vergroot. Als deze stand wordt gebruikt zon- der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht.
UW PARTNER IN DETAIL 51
22-12-2003
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is inge- schakeld) tot rood (warm).
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
dan door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren. Opmerking:
Laat voor een optimale
werking van de airconditioning de ventilatieroosters openstaan.
Page 53 of 117
UW PARTNER IN DETAIL
52
22-12-2003
Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de pallen in en trek dehoofdsteun gelijktijdig omhoog. Steek om de hoofdsteun terug te zetten de pennen in de openingenvan de rugleuning tot de hoofd-steun op zijn plaats blijft.
2- Rugleuningverstellung Draai aan de knop.
3- Verstelling in lengterichting (bestuurder)
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
STOELEN
1- Hoogteverstelling
hoofdsteun Schuif de hoofdsteun naar wens
hoger of lager.
De stand van de hoofdsteun is juist als de bovenzijde van de hoofd-steun zich ter hoogte van debovenzijde van het hoofd bevindt.
Page 54 of 117
UW PARTNER IN DETAIL53
22-12-2003
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
Plaats geen zware voorwerpen inde opbergladen.
4- Opberglade (uitvoering met airbag passagier) U heeft de beschikking over een opberglade onder de bestuur-ders- of passagiersstoel.
Til de lade iets op en trek hem naar voren om hem te openen.
5- Schakelaar stoelverwarming Druk de schakelaar in. De temperatuur wordt automatischgeregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezet nogtwee minuten in het geheugen.
Page 55 of 117
UW PARTNER IN DETAIL
54
22-12-2003
MULTIFUNCTIONELE PASSAGIERSSTOEL* Neerklappen van de rugleuning:
Trek de hendel
1omhoog en kantel de rugleuning.
U beschikt zo over een schrijfplateau, bekerhouders en een riem waarmee documenten kunnen worden bevestigd.
Volledig neerklappen van de stoel:
Trek de hendel 2omhoog en kantel de stoel volledig.
Het is niet noodzakelijk de hoofdsteun te verwijderen.
U heeft nu toegang tot een opbergkoffer waarin u voorwerpen die niet in het zicht mogen liggen kunt opbergen en waarmee u lange ladingen die door de dakklep zijn gestoken kunt steunen.
Wanneer uw auto niet van een tussenschot is voorzien, kunt u bovendien lange voorwerpen vervoeren (tot 2,10 m). Deze kunnen op de voorste rand van de vloer worden geplaatst en worden vastgezet met de achterste stang in de laadruim- te of met de sjorogen.
* Volgens land van bestemming.
Page 56 of 117
UW PARTNER IN DETAIL55
22-12-2003
SJOROGEN Gebruik de 6 sjorogen op de vloer van de bagageruimte om uw bagagestevig vast te zetten. Het verder naar voren schuiven van bagage kan voorkomen worden metbijvoorbeeld een tussenschot of
scheidingsraster, dat leverbaar is bij
uw PEUGEOT-servicepunt.
Zorg er voor uw veilig- heid voor dat u bagagealtijd stevig vastzet.