Page 73 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo het
weglekken van luchtdruk te voorko-
men.
Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om bij hoge rijsnelheden
een te lage bandspanning te voor-
komen.
_CE-10D
CE-14DDAU00684
WAARSCHUWING
_ Deze motorfiets is uitgerust met specia-
le banden die geschikt voor zeer hoge
rijsnelheden. Let op het volgende om
deze banden zo effectief mogelijk te
kunnen gebruiken.
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.
Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief
weinig grip totdat ze zijn
“ingereden”. Het is dan ook ver-
standig de eerste 100 km nadat een
nieuwe band is aangebracht rustig
te blijven rijden en pas daarna de
rijsnelheid te verhogen.
Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.
Pas de bandspanning steeds aan
volgens de rijomstandigheden.
_
DAU03773
Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
VOOR
Merk Maat Model
Metzeler
120/70 ZR17 M/C (58W)
MEZ4J FRONT
Bridgestone
120/70 ZR17 M/C (58W)
BT020FN
ACHTER
Merk Maat Model
Metzeler
180/55 ZR17 M/C (73W)
MEZ4J
Bridgestone
180/55 ZR17 M/C (73W)
BT020RN
VOOR EN ACHTER
Bandventiel TR412
Luchtventielbuis #9000A (origineel)
U5JWD2.book Page 20 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 74 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DAU00695
Vrije slag van koppelingshendel Omdat dit model is uitgerust met een hy-
draulische koppelingsbediening, hoeft de
vrije slag van de koppelingshendel niet te
worden afgesteld. Wel moet voor elke rit het
niveau van de koppelingsvloeistof en het
hydraulisch systeem op lekkage worden
gecontroleerd. Misschien zit er lucht in het
koppelingssysteem als de koppelingshen-
del te veel vrije slag heeft en schakelen
moeizaam gaat, of als de koppeling slipt en
de machine slecht accelereert. Als er lucht
in het hydraulisch systeem zit, moet het
systeem door een Yamaha dealer worden
ontlucht voordat de motorfiets wordt ge-
bruikt.
DAU00712
De stand van het rempedaal
afstellen De bovenzijde van het rempedaal moet op
een afstand van ca. 42 mm onder de voet-
steun staan, zoals te zien in de afbeelding.
Controleer de stand van het rempedaal re-
gelmatig en laat zo nodig afstellen door een
Yamaha dealer.
DW000109
WAARSCHUWING
_ Als het rempedaal zacht of sponzig aan-
voelt, wijst dat erop dat er lucht in het
hydraulisch systeem zit. Als er lucht in
het hydraulisch systeem zit, moet het
systeem door een Yamaha dealer wor-
den ontlucht voordat de motorfiets
wordt gebruikt. Lucht in het hydraulisch
systeem heeft een negatief effect op de
remwerking, waardoor u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
ongeluk als gevolg. _
a. Afstand tussen rempedaal en voetsteun
U5JWD2.book Page 21 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 75 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
DAU00713
Afstellen van de
remlichtschakelaar achterrem De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Stel zo
nodig de remlichtschakelaar als volgt af.
Terwijl de stelmoer wordt gedraaid, moet
de remlichtschakelaar op zijn plaats wor-
den gehouden. Draai de stelmoer
richting
a om het remlicht eerder te laten
branden. Draai de stelmoer richting
b om
het remlicht later te laten branden.
DAU00721
Controleren van de remblokken
voor- en achter De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU00725
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
1. Remlichtschakelaar achterrem
2. Stelmoer remlichtschakelaar achterrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblokVoor
U5JWD2.book Page 22 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 76 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU04510
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringdikte
minder is dan 0,8 mm, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken te vervan-
gen.
DAU05024
Niveaus van rem- en
koppelingsvloeistof controleren Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht de
rem- of koppelingsystemen binnendringen,
waarna deze mogelijk minder effectief zul-
len werken.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul indien nodig bij.
Een laag remvloeistofniveau wijst mogelijk
op verregaande remblokslijtage en/of lek-
kage in het remsysteem. Als het remvloei-
stofniveau laag is, controleer dan de
remblokken op slijtage en het remsysteem
op lekkage.
OPMERKING:_ Het remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich achter paneel F. (Zie
pagina 6-7 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel.) _
a. Voeringdikte
Achter
1. Merkstreep minimumniveauVoorrem
1. Merkstreep minimumniveauAchterrem
U5JWD2.book Page 23 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 77 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
Bij het controleren van het vloeistofni-
veau moet het bovenvlak van het rem-
of koppelingvloeistofreservoir horizon-
taal staan.
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders kun-
nen de rubber afdichtingen
verslechteren en zo lekkage en slech-
te werking van rem of koppeling te-
weegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Bij vermengen van verschillende ty-
pen remvloeistof kunnen schadelijke
chemische reacties optreden en kan
de werking van rem of koppeling ver-
slechteren.
Als het vloeistofniveau te ver daalt,
raakt het vloeistofmembraan ver-
vormd door de toenemende onder-
druk. Breng het membraan terug in de
oorspronkelijke vorm alvorens aan te
brengen in het reservoir voor rem- of
koppelingsvloeistof.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het reservoir voor rem- of
koppelingsvloeistof kan binnendrin-
gen. Water zal het kookpunt van de
remvloeistof aanzienlijk verlagen zo-
dat dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende kleppen
van de ABS eenheid kan verstoppen.
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
1. Merkstreep minimumniveau
Voorgeschreven rem- en
koppelingsvloeistof: DOT 4 remvloeistofKoppeling
U5JWD2.book Page 24 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 78 of 112

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU03984
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
en de koppelingsvloeistof te verversen vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
onder OPMERKING bij het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Laat bo-
vendien de vloeistofafdichtingen van de
hoofdremcilinder en de koppelingshoofdci-
linder, de remklauwen en de rem- en kop-
pelingsslangen vervangen volgens de
hierna vermelde intervalperioden of wan-
neer ze lekken of zijn beschadigd.
Vloeistof-afdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Rem- en koppelingsslangen: Vervang
elke vier jaar.
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór ie-
dere rit worden gecontroleerd. De kabels
en de kabeleinden dienen zo nodig te wor-
den gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt.
DW000112
WAARSCHUWING
_ Bij een beschadiging van de buitenkabel
kan de kabelbediening verslechteren en
de binnenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mogelijk
om onveilige condities te voorkomen. _
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U5JWD2.book Page 25 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 79 of 112
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
DAU03370
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten zo nodig worden gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5JWD2.book Page 26 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 80 of 112
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden ge-
smeerd.
DAU03371
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten zo nodig worden gesmeerd.
DW000114
WAARSCHUWING
_ Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. _
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5JWD2.book Page 27 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM