Page 89 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL87
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van detoets "AUTO" zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. Deaanduiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. OpmerkingenCondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel. Om te voorkomen dat de ruiten bij koud of vochtig weer beslaan, raden we u aandan niet de instelling "ECO" te kiezen.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
- de voorruit (ontwasemenof ontdooien). - de voorruit en de beenruimte.
- de beenruimte.
- de linker, rechter en middelste
ventilatieroosters en de been- ruimte.
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengstkan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk detoetsen + of - in te
drukken.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van dezetoets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op het display, dient om de
toevoer van buitenlucht bij stank enstofoverlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. Opmerking:Om te voorkomen dat de ruiten be-
slaan bij koud of vochtig weer, radenwe u aan dan niet de instelling "lucht-recirculatie" te kiezen. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-
teem volledig uitgescha-keld. De temperatuur wordt
niet meer automatisch geregeld. Als u opnieuw op de toetsen "OFF",
"AUTO" of "zicht" drukt, wordt het
systeem weer in werking gesteld met de laatste door u gekozen instellin-gen.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om de achterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Het is moge-lijk om de achterruitverwarming eer-der uit te schakelen door de toetsnogmaals in te drukken.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren.
Page 90 of 183
14-04-2003
VOORSTOELEN
1- Verstelling in lengterichting.Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2- Rugleuningverstelling Duw de handgreep naar achteren.
3- Hoogteverstelling bestuurders- en passagiersstoel:
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenstestand bereikt is.
4- Schakelaars stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tem-peratuur wordt automatisch gere-geld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezetnog twee minuten in het geheugen.
UW 307 SW IN DETAIL
88
Page 91 of 183

14-04-2003
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
5- Armsteunen v——rDeze zijn neerklapbaar en uit-
neembaar. Druk, om de armsteun te verwij- deren, op de knop tussen dearmsteun en de rand van de zit-ting en trek de armsteunomhoog.
6- Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun v——r
Trek de hoofdsteun naar voren en schuif deze gelijktijdig naarwens omhoog of omlaag. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de lip met behulp van eenmuntstuk omhoog en trek dehoofdsteun gelijktijdig naar vorenen omhoog. Steek om de hoofd-steun terug te zetten de pennenin de openingen van de rugleu-ning tot de hoofdsteun op zijnplaats blijft. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van eensysteem dat de zogenaamde whip-lash voorkomt. In het geval van een aanrijding zorgt de kracht van het lichaam op derugleuning ervoor dat de hoofdsteunnaar voren en omhoog komt, waar-door wordt voorkomen dat het hoofdeen sterke achterwaartse bewegingmaakt.
7- Opbergladen Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope- nen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, drukop de uiteinden van de geleiders,til de lade op en trek hem vervol-gens geheel naar buiten.
Plaats geen zware voorwerpen in deopbergladen. Onder de passagiersstoel is een speciale ruimte om een verbanddoosen een gevarendriehoek (kleinmodel) op te bergen.
8- Opklaptafeltje U heeft de beschikking over een opklaptafeltje met bekerhouder in deachterkant van beide voorstoelen. HOOFDSTEUNEN ACHTER Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de des-
betreffende zitplaats niet gebruiktwordt. De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukde blokkeerpal (buitenste stoel) of detwee nokken (middelste stoel) in.
UW 307 SW IN DETAIL
89
De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde van de hoofdsteunzich ter hoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.
Page 92 of 183

14-04-2003
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
5- Armsteunen v——rDeze zijn neerklapbaar en uit-
neembaar. Druk, om de armsteun te verwij- deren, op de knop tussen dearmsteun en de rand van de zit-ting en trek de armsteunomhoog.
6- Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun v——r
Trek de hoofdsteun naar voren en schuif deze gelijktijdig naarwens omhoog of omlaag. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de lip met behulp van eenmuntstuk omhoog en trek dehoofdsteun gelijktijdig naar vorenen omhoog. Steek om de hoofd-steun terug te zetten de pennenin de openingen van de rugleu-ning tot de hoofdsteun op zijnplaats blijft. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van eensysteem dat de zogenaamde whip-lash voorkomt. In het geval van een aanrijding zorgt de kracht van het lichaam op derugleuning ervoor dat de hoofdsteunnaar voren en omhoog komt, waar-door wordt voorkomen dat het hoofdeen sterke achterwaartse bewegingmaakt.
7- Opbergladen Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope- nen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, drukop de uiteinden van de geleiders,til de lade op en trek hem vervol-gens geheel naar buiten.
Plaats geen zware voorwerpen in deopbergladen. Onder de passagiersstoel is een speciale ruimte om een verbanddoosen een gevarendriehoek (kleinmodel) op te bergen.
8- Opklaptafeltje U heeft de beschikking over een opklaptafeltje met bekerhouder in deachterkant van beide voorstoelen. HOOFDSTEUNEN ACHTER Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de des-
betreffende zitplaats niet gebruiktwordt. De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukde blokkeerpal (buitenste stoel) of detwee nokken (middelste stoel) in.
UW 307 SW IN DETAIL
89
De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde van de hoofdsteunzich ter hoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.
Page 93 of 183

14-04-2003
ACHTERSTOELEN
Verstelling in lengterichting*
Trek de beugel Aop en schuif de stoel in
de gewenste stand.
Vanaf de 3e zitrij kunt u aan de band B
trekken en de stoel in de gewenste standzetten.Dit vergemakkelijkt het uitstappen van depassagiers op de 3e zitrij, zeker als destoelen van de 2e zitrij neergeklapt zijn.
Rugleuningverstelling
Trek aan een band C(twee banden voor
de buitenste stoelen, ŽŽn voor de mid-delste stoel) en stel de gewenste hoek in. Laat de band los om de rugleuning te vergrendelen.
Trek aan een van de banden Caan de
achterzijde van de stoel om de rugleu- ning van de stoel vanuit de 3e zitrij of debagageruimte te verstellen. Opmerking: De extra stoel kan worden
opgeklapt of versteld met een enkele riem C, die zich rechts of links aan de
achterzijde van de stoel bevindt. Opklappen van buitenste stoel:
Toegang tot de 3e zitrij: Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen en klap de stoel op. Uitstappen van de 3e zitrij of neerklappen vanuit debagageruimte: Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de band B.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: Druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ontgrendelen en klap de stoel op.
UW 307 SW IN DETAIL
90
Bevestig de spanbanden (in de kaartentas van de desbetreffende voor- stoel) voor het rijden:
- 2e zitrij: de ene kant aan het handvat G en de andere kant aan de hand-
greep,
- 3e zitrij: de ene kant aan het handvat G en de andere kant aan de hand- greep van de achterste armleuning. * Behalve extra stoel.
Page 94 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL91
Middelste stoel als tafeltje installeren Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Klap de rugleuning op de zitting met de band C.
De achterkant van de rugleuningdient nu als tafeltje met vier beker-houders, twee pennenhouders en
een documenthouder.
Opklappen van middelste stoel Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren met de beugelAof
de band B.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: Druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop D omhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen en klap de stoel op. Bevestig de ene kant van de span- band (in de kaartentas van ŽŽnvan de voorstoelen) voor het rij-den aan het handvat G en deandere kant aan de handgreep. Opklappen van extra stoel Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
Trek de band
C(rechts of links aan
de achterzijde van de stoel) naar achteren en druk de rugleuningomlaag om deze te ontgrendelen,terwijl u de band aangetrokkenhoudt. Klap de rugleuning op de zitting.Opmerking : Druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleuning in deze stand te vergrendelen. Breng de hendels Eomhoog om de
achterste stoelbevestiging te ontgren- delen en klap de stoel op. Bevestig de ene kant van de span- band (in de kaartentas van de stoel)voor het rijden aan het handvat Gen de andere kant aan de hand-greep van de achterste armleuning.
Page 95 of 183

14-04-2003
Stoel verwijderen
Klap de desbetreffende stoel op. Kantel de twee rode hendels Fonder
de stoel om de voorste stoelbevesti- ging te ontgrendelen.
Til de stoel op aan het handvat Gen
verwijder hem uit de auto.Plaats bij de 3e zitrij de doppen in de openingen om de vloer van de baga-geruimte vlak te maken. Stoel plaatsen
Verwijder bij de 3e zitrij eerst de dop- pen uit de vloer met behulp van een
kleine schroevendraaier. Zet voor het plaatsen van de stoelen op de 3e zitrij eerst die van de 2ezitrij naar voren. Zorg ervoor dat de verankerings- punten van de stoel vrij zijn en destoel ongehinderd vergrendeldkan worden. Draag de stoel aan het handvat
G.
Plaats de voorkant van de stoel in de verankeringspunten.
Vergrendeld Ontgrendeld Breng de knop Domhoog om te
controleren of de achterste bevesti- ging goed ontgrendeld is. Kantel de neergeklapte stoel naar achteren. De achterste bevestiging wordt auto-matisch vergrendeld, evenals de 2rode hendels
F.
Controleer of de stoel goed ver-grendeld is.
Trek aan de band Cen klap de
rugleuning omhoog.Druk op de twee hendels Eom de
extra stoelen vast te zetten.
UW 307 SW IN DETAIL
92
Vergrendel de rugleuning
alleen als het nodig is tegen de zitting om eenlange levensduur van debekleding van de stoelen
te waarborgen.
Vermijd het plaatsen van bagageop de neergeklapte stoelen. Gebruik de banden voor het verstellen van de stoel nooit omde stoel te verwijderen, te plaat-sen of te dragen.
Page 96 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL93
Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neerge-klapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de achterste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag voor kinderen tot 13 of 18 kg wel tegen de rijrich-ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhan-kelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan het
lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd. Het kinderzitje voldoet aan de wettelijke bepalingen als het is voorzien van een oranje etiket met de gewichtsgroep en het homologatienummer .
- Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen de rij-richting in worden vervoerd. PEUGEOT raadt u aan uw kind tegen de rij-
richting in te vervoeren tot de leeftijd van 2 jaar.
- De veiligste plaats voor een kinderzitje is volgens de statistieken een plaatsop de achterbank van uw auto.
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder van het
kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan een zitverhogingmet rugleuning en gordelgeleider te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzit- je niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam van het kind toteen minimum te beperken.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel.