UW 206 CC IN DETAIL
74
08-12-2003
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaalde melding
"Batterij afstandsbedie-
ning leeg" op het multifunctionele
display. Draai de schroef los en wip het huis met een muntstuk bij het ooglos om de batterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw gesynchroni-seerd worden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kunnen de
portieren, het kofferdeksel (openen),de tankdop en het slot van het dash-boardkastje
onafhankelijk van elkaar
worden bediend, kan de airbag aanpassagierszijde worden uitgeschakelden kan het stuurslot worden bediend.
Vergrendelen en ontgrendelen Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld worden.
Ð kunnen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Wanneer een van de portieren is geopend, werkt de centrale vergren-deling niet. Het kofferdeksel kan alleen ont- grendeld worden met de sleutel inhet slot van het kofferdeksel. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen.Het vergrendelen wordt bevestigd doorhet gedurende ongeveer 2 secondenbranden van de richtingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren
te ontgrendelen.Het ontgrendelen wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: Als de auto is vergren-
deld en wordt ontgrendeld zonder dat binnen 30 seconden een van deportieren wordt geopend, wordt deauto automatisch weer vergrendeld. Druk de knop van de afstandsbedie- ning niet buiten het bereik van deauto in. Hierdoor kan het systeembuiten werking raken. In dat gevalmoet de afstandsbediening opnieuwgesynchroniseerd worden (zie het
desbetreffende hoofdstuk).
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in het con-tact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: Druk op de knop A, de plafonnier
gaat branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.
Synchroniseren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct gedurende enkele
seconden op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de
sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
UW 206 CC IN DETAIL
76
08-12-2003
Openen van buitenaf
PORTIEREN
Openen van binnenuit
VERGRENDELEN EN
ONTGRENDELEN VAN HETKOFFERDEKSEL
Vergrendel het kofferdeksel met de
sleutel (draai de sleutel van Anaar C)
of met de afstandsbediening. Ontgrendel het kofferdeksel met de
sleutel (draai de sleutel van Anaar B).
De verlichting van de bagageruimte gaat automatisch aan zodra hetkofferdeksel geopend wordt.
Vergrendelen van binnenuit
Vergrendelen: Druk op de knop A.
Met het vergrendelen van een voorportier worden tegelijkertijd ookhet portier aan passagierszijde en
het kofferdeksel vergrendeld. Ontgrendelen van binnenuit
Trek aan de knop Aof aan de hand-
greep om het portier te ontgrendelen.
Waarschuwing "portier open" Als bij draaiende motor een portier
niet goed is gesloten, zal een geluidssignaal te horen zijn in combinatie met een bijbehorendemelding of afbeelding op het multi-
functionele display.
Tijdens het rijden gaat, als de knop
van de plafonnier in de stand "ver- lichting gaat branden als een portiergeopend wordt" staat, de plafonnierknipperen.
RichtingaanwijzersLinks: Omlaag.
Rechts: Omhoog. UW 206 CC IN DETAIL
81AUTOMATISCH INSCHAKELEN
VAN DE VERLICHTING Het parkeerlicht en het dimlicht worden automatisch ingeschakeld als de licht-sterkte van de omgeving onvoldoendeis of als de ruitenwissers onafgebrokenwissen en worden uitgeschakeld als delichtsterkte van de omgeving weer vol-doende is of de ruitenwissers wordenuitgeschakeld. Bij mist of sneeuw kan de lichtsen- sor voldoende licht waarnemen enzullen de lichten niet automatischworden ingeschakeld. Bij de aflevering van de auto is deze functie ingeschakeld. In- of uitschakelen van de functie:
Ð zet het contact in de stand acces-
soires (1 e
stand van de sleutel).
Ð zet de lichtschakelaar in de stand AUTO/0 .
Ð houd het uiteinde van de licht- schakelaar meer dan 4 secondeningedrukt. Controle van werking Inschakelen
Bij het inschakelen van de functie is een geluidssignaal te horen en verschijnt een
melding op het multifunctionele display.
Uitschakelen Bij het uitschakelen van de functie klinkt een geluidssignaal. Als de bestuurder de verlichting handmatig bedient, wordt de functietijdelijk uitgeschakeld. Bij een storing in de lichtsensor
wordt de verlichting ingeschakeld, klinkt een geluidssignaal en verschijnteen melding op het multifunctionele
display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
08-12-2003
Dek de lichtsensor, die aan de regensensor is gekoppeld en zichin het midden van de voorruit, ach-ter de binnenspiegel bevindt, nietaf. Deze sensor regelt de automa-tische verlichting.
RichtingaanwijzersLinks: Omlaag.
Rechts: Omhoog. UW 206 CC IN DETAIL
81AUTOMATISCH INSCHAKELEN
VAN DE VERLICHTING Het parkeerlicht en het dimlicht worden automatisch ingeschakeld als de licht-sterkte van de omgeving onvoldoendeis of als de ruitenwissers onafgebrokenwissen en worden uitgeschakeld als delichtsterkte van de omgeving weer vol-doende is of de ruitenwissers wordenuitgeschakeld. Bij mist of sneeuw kan de lichtsen- sor voldoende licht waarnemen enzullen de lichten niet automatischworden ingeschakeld. Bij de aflevering van de auto is deze functie ingeschakeld. In- of uitschakelen van de functie:
Ð zet het contact in de stand acces-
soires (1 e
stand van de sleutel).
Ð zet de lichtschakelaar in de stand AUTO/0 .
Ð houd het uiteinde van de licht- schakelaar meer dan 4 secondeningedrukt. Controle van werking Inschakelen
Bij het inschakelen van de functie is een geluidssignaal te horen en verschijnt een
melding op het multifunctionele display.
Uitschakelen Bij het uitschakelen van de functie klinkt een geluidssignaal. Als de bestuurder de verlichting handmatig bedient, wordt de functietijdelijk uitgeschakeld. Bij een storing in de lichtsensor
wordt de verlichting ingeschakeld, klinkt een geluidssignaal en verschijnteen melding op het multifunctionele
display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
08-12-2003
Dek de lichtsensor, die aan de regensensor is gekoppeld en zichin het midden van de voorruit, ach-ter de binnenspiegel bevindt, nietaf. Deze sensor regelt de automa-tische verlichting.
08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL83
Dek de regensensor, op de voorruit achter de binnen-spiegel, niet af.Zet het contact uit als de auto
gewassen wordt in een wasstraat ofcontroleer of de schakelaar niet in destand voor automatisch wissen staat.
Wacht 's winters met het inschake-len van het automatisch wissen totde voorruit ontdooid is.
Automatische ruitenwissers In de stand
AUTOwerkt de ruiten-
wisser automatisch en wordt de
snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast .
Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de automa-tische ruitenwissers verschijnt demelding "Automatisch wissen
aan" op het multifunctionele display.
In het geval van een storing wordt de
bestuurder gewaarschuwd met eengeluidssignaal en de melding "Storing
automatische ruitenwissers" op het
multifunctionele display. In het geval van een storing wer-
ken de ruitenwissers als de schake- laar in de stand AUTOstaat in de
intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
UW 206 CC IN DETAIL
84
08-12-2003
BOORDCOMPUTER
Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaarmeermaals wordt inge-
drukt, worden achtereenvolgens aangegeven:
Display B
Ð de actieradius,
Ð de afgelegde afstand,
Ð het gemiddelde verbruik,
Ð het momentele verbruik,
Ð de gemiddelde snelheid. Op 0 zetten Druk meer dan 2 seconden op de knop. Display C
Ð het momentele verbruik en de actieradius:
Ð het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de
gemiddelde snelheid berekend over een periode "1";
Ð het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de gemiddelde snelheid berekend over een periode Ó2".
De periodes "1"en "2" worden bepaald door de frequen-
tie waarmee de teller op nul gezet wordt. Zo kan de perio-de "1" gelden voor een dagelijks verbruik en de periode
"2" voor een gemiddeld verbruik over een maand.
Op 0 zetten Druk de knop meer dan 2 seconden in zodra de gewens- te periode wordt aangegeven.
UW 206 CC IN DETAIL85
Actieradius In deze stand geeft de computer het aantal kilometers dat met de resteren-de hoeveelheid brandstof gereden kanworden. Opmerking:
dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de rijstijl of van het landschap, met alsgevolg een aanzienlijke verlagingvan het momenteel verbruik. Als de resterende hoeveelheid brandstof in de tank minder is dan
3 liter, branden er slechts 3 streep-
jes op de display. Momenteel verbruik Dit is het verbruik dat geregistreerd is tijdens de laatste 2 seconden.Deze informatie verschijnt alleenals er met een snelheid hoger dan20 km/h wordt gereden.Gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik is de verhou- ding tussen de verbruikte brandstof enhet aantal afgelegde kilometers sindsde laatste nulstelling van de boord-
computer. Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt ver- kregen door de sinds de laatste nul-stelling afgelegde afstand te delendoor de tijd dat de auto in gebruik is(contact aan). Afgelegde afstand In deze stand geeft de boordcompu- ter de afgelegde afstand sinds delaatste nulstelling aan. Na het op nul stellen van de boord- computer is de weergegeven actie-radius pas na enige tijd betrouw-
baar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt wanneer er tijdens het rijdenhorizontale streepjes op de displayverschijnen, in plaats van cijfers.
08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL93
08-12-2003
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal in combinatie metde melding
"Storing automatische
transmissie" op het multifunctionele
display en het knipperen van de pic-togrammen Sport en Sneeuw op hetinstrumentenpaneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3 e
versnelling). U kunt dan
een hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h of de ter plaatse geldende maximumsnelheid. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Als de accu geen stroom levert en de selectiehendelin de stand Pstaat, is het
onmogelijk om naar eenandere stand te schakelen.
Forceer in geen enkel geval de selec-tiehendel; dit kan schade aan de auto-matische transmissie veroorzaken. Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheelomlaag.
Als dit verklikkerlampje enhet verklikkerlampje STOP
branden in combinatie meteen geluidssignaal (bij rij-
dende auto) en de melding "Hand-
rem aangetrokken" op het multi-
functionele display, geeft dit aan datde handrem nog (iets) is aangetrok-ken.
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op: Als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan.