UW 206 CC IN DETAIL93
08-12-2003
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal in combinatie metde melding
"Storing automatische
transmissie" op het multifunctionele
display en het knipperen van de pic-togrammen Sport en Sneeuw op hetinstrumentenpaneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3 e
versnelling). U kunt dan
een hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h of de ter plaatse geldende maximumsnelheid. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Als de accu geen stroom levert en de selectiehendelin de stand Pstaat, is het
onmogelijk om naar eenandere stand te schakelen.
Forceer in geen enkel geval de selec-tiehendel; dit kan schade aan de auto-matische transmissie veroorzaken. Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheelomlaag.
Als dit verklikkerlampje enhet verklikkerlampje STOP
branden in combinatie meteen geluidssignaal (bij rij-
dende auto) en de melding "Hand-
rem aangetrokken" op het multi-
functionele display, geeft dit aan datde handrem nog (iets) is aangetrok-ken.
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op: Als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan.
08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL
94
De normale werking van het anti- blokkeersysteem kan merkbaarzijn door het trillen van het rem-pedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) EN ELEKTRONISCHEREMDRUKREGELAAR (REF) Met gehomologeerde wielen (ban- den en velgen) die in goede staatverkeren, zorgt het antiblokkeersys-teem samen met de elektronischeremdrukregelaar tijdens het remmenvoor een betere stabiliteit enbestuurbaarheid van uw auto, voor-al op een slecht of glad wegdek. Opmerking:
Zorg er bij vervanging
van de wielen (banden en velgen) voor dat er gehomologeerde wielenworden gemonteerd. Het antiblokkeersysteem treedt automatisch in werking zodra ŽŽnvan de wielen dreigt te blokkeren.
Als dit verklikkerlampjegaat branden in combinatiemet een geluidssignaal ende melding "Storing ABS" ,
duidt dit op een storing in het ABSsysteem, waardoor u tijdens hetremmen de controle over uw autozou kunnen verliezen.NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstandkleiner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempe-daal wordt ingedrukt groot is enzorgt ervoor dat de benodigdebedieningskracht minder wordt en
dat de effectiviteit van het remmenwordt vergroot. Bij een noodstop worden, afhankelijk van de optredende remvertraging,de alarmknipperlichten automatischeingeschakeld. Ze worden uitgescha-keld zodra weer wordt gasgegeven.Als dit verklikkerlampje gaatbranden in combinatie met deverklikkerlampjes verplichtstoppen STOPen ABS , een
geluidssignaal en de melding "Storing
remsysteem" op het multifunctionele
display, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar. Doordeze storing zou u tijdens het remmen decontrole over uw auto kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk. Raadpleeg in beide gevallen een
PEUGEOT-servicepunt.
UW 206 CC IN DETAIL95
08-12-2003
ANTISPIN REGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.Uitschakelen van het ASR/ESP-systeem In bijzondere omstandigheden (als
de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond, ...) kan het
nuttig zijn het ASR- en ESP-systeemuit te schakelen, zodat de wielenkunnen spinnen en weer grip kunnenkrijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt.
Het verklikkerlampje van deschakelaar en het pictogram gaan branden in combinatiemet een melding op het mul-tifunctionele display: het
ASR/ESP-systeem is uitge-schakeld.
Het systeem wordt opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact wordt afgezet.
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als het ASR- of ESP-systeem is ingeschakeld, knippert het
desbetreffende pictogram.
Controle van werking
Bij een storing in de syste- men zal het verklikkerlampjevan de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen.
Raadpleeg een PEUGEOT-servi-cepunt om de systemen te latencontroleren.
De systemen ASR en
ESP zorgen voor meerveiligheid tijdens het rij-den. De bestuurder mag
zich echter nooit laten verleidentot het nemen van meer risico's ofte hard rijden. De goede werking van de syste- men wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem, elek-tronische onderdelen en de mon-tageprocedure en het uitvoerenvan werkzaamheden door een
PEUGEOT-servicepunt. Laat de systemen na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
UW 206 CC IN DETAIL
96
08-12-2003
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel envoor de passagier in het dash-board aangebracht. Ze wordentegelijkertijd geactiveerd (behalveals de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal ende melding "Storing
Airbag" op het multifunc-
tionele display, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om het sys-teem te laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op dewerking van de veiligheidsgordelsmet gordelkrachtbegrenzers. Deelektronische schoksensors regis-treren een plotselinge vertragingvan de auto: als de drempelwaardevoor het in werking treden wordtoverschreden, worden de airbagsonmiddellijk opgeblazen enbeschermen de inzittenden van deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen
ontsnappende gas kan enigszins irriteren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op de
voorstoel plaatst. Anders kan eenkind bij het afgaan van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken.
Zet het contact uit, steek de
sleutel in de schakelaar voor uitschakelen van de airbag aanpassagierszijde 1, draai deze in
de stand "OFF"en verwijder de
sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op hetinstrumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitge-schakeld.
* Volgens land van bestemming.
UW 206 CC IN DETAIL97
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu- ele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwij- derd, zet dan de schakelaar weer op"ON" om de airbag opnieuw in te
schakelen en zo de veiligheid vanuw passagier te garanderen. Controle uitschakeling Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram op het instrumentenpa-neel in combinatie met een melding
op het multifunctionele display.
Als bij aangezet contact(2e
stand), dit pictogram op
het instrumentenpaneelverschijnt in combinatie
met een melding op het multifunc-
tionele display, betekent dit dat deairbag aan passagierszijde is uit-geschakeld (stand "OFF"). ZIJ-AIRBAGS* Deze zijn aan de zijde van de por- tieren in de rugleuningen van devoor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen vanopzij waarbij een kans bestaat opernstig letsel aan buik, borst ofhoofd.
Controle van werking
Het goed functioneren van het sys-teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje in het instrumenten-paneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 secon-den branden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt.
Dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
* Volgens land van bestemming.
08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL97
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu- ele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwij- derd, zet dan de schakelaar weer op"ON" om de airbag opnieuw in te
schakelen en zo de veiligheid vanuw passagier te garanderen. Controle uitschakeling Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram op het instrumentenpa-neel in combinatie met een melding
op het multifunctionele display.
Als bij aangezet contact(2e
stand), dit pictogram op
het instrumentenpaneelverschijnt in combinatie
met een melding op het multifunc-
tionele display, betekent dit dat deairbag aan passagierszijde is uit-geschakeld (stand "OFF"). ZIJ-AIRBAGS* Deze zijn aan de zijde van de por- tieren in de rugleuningen van devoor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen vanopzij waarbij een kans bestaat opernstig letsel aan buik, borst ofhoofd.
Controle van werking
Het goed functioneren van het sys-teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje in het instrumenten-paneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 secon-den branden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt.
Dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
* Volgens land van bestemming.
08-12-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE113
Zekering Amp
Functies
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - verlichting bagageruimte - autoradio - elektronische eenheid wegklapbaar dak - stuurkolomschakelaars - trekhaak
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Naderhand ingebouwd alarmsysteem
9 30 A Hydraulische pomp
10 40 A Verwarming buitenspiegels 11 15 A Ruitenwissers
12 30 A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars - regensensor
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 20 A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc
08-12-2003
08-12-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
116
ACCU Laden met behulp van een acculader:
Ð Maak de accupoolklemmen los.
Ð Volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader.
Ð Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel.
Ð Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn
met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
Ð Sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's.
Ð Sluit de groene of zwarte kabel aan op de (Ð) pool van de hulpaccu.
Ð Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. ECO-MODE Nadat de motor is afgezet, als het contact in de stand accessoiresstaat, wordt een aantal elektrischevoorzieningen (ruitenwissers, ruitbe-diening, plafonniers, autoradio, enz.)na een half uur automatisch uitge-schakeld, om te voorkomen dat deaccu ontladen raakt. Op dat moment verschijnt de mel- ding
"Eco-mode actief" op het mul-
tifunctionele display. Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
Ð Wacht na het uitzetten van het contact 2 minuten alvorens de accu los te koppelen.
Ð Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
Ð Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
Ð Sluit de ruiten en het dak voordat de accupoolklemmen worden losgemaakt.
Ð Zet, elke keer nadat de accukabels weer zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische
systemen ge•nitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-service-punt als er zich na deze handeling toch nog problemen voordoen. Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw
auto langer dan een maand buiten gebruik is.