3UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
1Stuurwiel met airbag en claxon
2 Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers
3 Uitschakelen airbag aan passagierszijde*
4 Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruitenachter
5 Dimmer dashboardverlichting
6 Radiobediening op het stuurwiel
7 Schakelaar ruitenwissers/ ruitensproeiers
8 Stuurslot
9 Schakelaar alarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag aan passagierszijde
15 Middelste verstelbare ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio 18 Schakelaars en bedieningsorganen verwarming, ventilatie, airconditioning, achterruitver-warming en verwarming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker 22
Schakelaar elektrisch bediende spiegels
23 Bediening stoelverwarming
24 Schakelaars elektrischbediende ruiten v——r
25 Handrem
26 Motorkapontgrendeling
27 Zekeringenkast
28 Opbergvak
29 Stuurkolomverstelling
30 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming.
17-06-2002
83
4UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen de voorportieren, de ach-terklep (3-/5-deurs) en de tank-dop vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de airbag aan pas-sagierszijde worden uitgescha-keld en wordt het contactslotbediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportierkunnen de portieren en de ach-terklep gelijktijdig vergrendeld ofontgrendeld worden. Als een van de portieren, de ach- terklep (206 SW) of de achterruit(206 SW) is geopend, werkt decentrale vergrendeling niet.Afstandsbediening Druk op de knop
Aom de auto op
afstand te vergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedu- rende ongeveer twee secondenbranden van de richtingaanwijzers. Druk op de knop Bom de auto
op afstand te ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
206 SW: druk lang op de knop B
om de auto te ontgrendelen en de achterruit te openen.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact is afgezet klinkt er een geluidssignaal als hetbestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt. Lokaliseren van de auto Als de auto is vergrendeld kan de auto op een parkeerplaatsworden gelokaliseerd: druk op de knop A,de plafon-
niers en de richtingaanwijzers gaan gedurende enkeleseconden branden. STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
STOP:
het contact is afgezet.
1e stand, accessoires: het
contact is afgezet, maar de accessoires functioneren wel. 2e stand, contact aan: het
contact staat aan. Starten: de startmotor wordt in
werking gezet. Stuurslot
Verdraai het stuurwiel enigszins terwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
17-06-2002
83
4UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen de voorportieren, de ach-terklep (3-/5-deurs) en de tank-dop vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de airbag aan pas-sagierszijde worden uitgescha-keld en wordt het contactslotbediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportierkunnen de portieren en de ach-terklep gelijktijdig vergrendeld ofontgrendeld worden. Als een van de portieren, de ach- terklep (206 SW) of de achterruit(206 SW) is geopend, werkt decentrale vergrendeling niet.Afstandsbediening Druk op de knop
Aom de auto op
afstand te vergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedu- rende ongeveer twee secondenbranden van de richtingaanwijzers. Druk op de knop Bom de auto
op afstand te ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
206 SW: druk lang op de knop B
om de auto te ontgrendelen en de achterruit te openen.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact is afgezet klinkt er een geluidssignaal als hetbestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt. Lokaliseren van de auto Als de auto is vergrendeld kan de auto op een parkeerplaatsworden gelokaliseerd: druk op de knop A,de plafon-
niers en de richtingaanwijzers gaan gedurende enkeleseconden branden. STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
STOP:
het contact is afgezet.
1e stand, accessoires: het
contact is afgezet, maar de accessoires functioneren wel. 2e stand, contact aan: het
contact staat aan. Starten: de startmotor wordt in
werking gezet. Stuurslot
Verdraai het stuurwiel enigszins terwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
17-06-2002
107
5UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
Belast nooit een motordie koud is.
Laat de motor nooit ineen afgesloten ruimtedraaien.
Breng nooit wijzigingen aan hetstuurslot aan.
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra demotor aanslaat.Starten van eendieselmotor
Trap het gaspedaal niet in.
Draai de sleutel in de stand"Contact aan" .
Als de temperatuur al hooggenoeg is, gaat het lampje nietbranden en kunt u de motordirect starten. Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tothet lampje uit gaat. Als de motor is afgeslagen, moet de sleutel eerst weer in stand
"STOP" gezet worden, voordat
opnieuw gestart kan worden. AIRBAGS VîîR
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:Ð
schakel de air- bag aan passa-gierszijde uit alsu een kinderzit-je met de rug inde rijrichting opde voorstoelplaatst.
Ð schakel de air- bag in als ereen passagierop de voorstoelzit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:
Ð plaats geenkinderzitjemet de rug inde rijrichtingop de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
Controle werking
* Volgens land van bestemming.
Uitschakelen airbag aanpassagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar
1en draai deze:
Ð op "ON": airbag aan passa-
gierszijde geactiveerd.
Ð op "OFF" : airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Als bij aangezet contact (2e stand) ditverklikkerlampje op het instrumentenpa-neel gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Airbag
passagier uitgeschakeld" op het multi-
functionele display, betekent dit dat de air-bag aan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde is uit-geschakeld, blijft
het verklikkerlampje
branden.
17-06-2002
107
5UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
Belast nooit een motordie koud is.
Laat de motor nooit ineen afgesloten ruimtedraaien.
Breng nooit wijzigingen aan hetstuurslot aan.
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra demotor aanslaat.Starten van eendieselmotor
Trap het gaspedaal niet in.
Draai de sleutel in de stand"Contact aan" .
Als de temperatuur al hooggenoeg is, gaat het lampje nietbranden en kunt u de motordirect starten. Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tothet lampje uit gaat. Als de motor is afgeslagen, moet de sleutel eerst weer in stand
"STOP" gezet worden, voordat
opnieuw gestart kan worden. AIRBAGS VîîR
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:Ð
schakel de air- bag aan passa-gierszijde uit alsu een kinderzit-je met de rug inde rijrichting opde voorstoelplaatst.
Ð schakel de air- bag in als ereen passagierop de voorstoelzit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:
Ð plaats geenkinderzitjemet de rug inde rijrichtingop de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
Controle werking
* Volgens land van bestemming.
Uitschakelen airbag aanpassagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar
1en draai deze:
Ð op "ON": airbag aan passa-
gierszijde geactiveerd.
Ð op "OFF" : airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Als bij aangezet contact (2e stand) ditverklikkerlampje op het instrumentenpa-neel gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Airbag
passagier uitgeschakeld" op het multi-
functionele display, betekent dit dat de air-bag aan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde is uit-geschakeld, blijft
het verklikkerlampje
branden.
17-06-2002
17-06-2002
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbag(s) en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar vervangen te worden.De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecontroleerd te worden.
De distributieriem: raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden:
¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan -15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden"te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor benzinemotoren.¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met directe inspuiting.¥ Elke 10.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met indirecte inspuiting.
17-06-2002
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN
28
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE - DIESEL (HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK)
1.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje uitschakeling air- bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbags enzij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. ABS: Verklikkerlampje antiblokkeer-systeem
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Verklikkerlampje voorgloeien diesel-motor
8. Richtingaanwijzer links
9. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter 10.
Richtingaanwijzer rechts
11 . Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
12. Verklikkerlampje grootlicht
13. Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
14. Verklikkerlampje dimlicht
15. Verklikkerlampje laden van de accu
16. Verklikkerlampje motoroliedruk en -temperatuur
17. Verklikkerlampje water in brandstof-filter
18. Verklikkerlampje koelvloeistoftem-peratuur en te laag koelvloeistofni-veau 19.
Temperatuurmeter motorolie
20. Schakelaar dagteller/kilometerteller
21. Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
22. Snelheidsmeter
23. Koelvloeistoftemperatuurmeter
24. Toerenteller
25. Dimmer dashboardverlichting
26. Brandstofmeter
27. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens land van bestemming.
17-06-2002
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN29
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE (AUTOMATISCHE TRANSMISSIE)
1.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje uitschakeling air- bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbagsen zij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. ABS: Verklikkerlampje antiblok-keersysteem
7. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinter-valindicator en motorolieniveau-meter
9. Richtingaanwijzer rechts 10.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storingelektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van deaccu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk en-temperatuur
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftem-peratuur en te laag koelvloeistof-niveau
17. Schakelprogramma's 18.
Schakelstandindicatie
19. Schakelaar dagteller/kilometerteller
20. Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
21. Snelheidsmeter
22. Koelvloeistoftemperatuurmeter
23. Toerenteller
24. Dimmer dashboardverlichting.
25. Brandstofmeter
26. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens land van bestemming.