Page 9 of 182

MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:Druk op de knop
links onder het dashboard.
Buitenzijde: Druk de vei-
ligheidshaak omhoog, til de motorkap op en zet demotorkapsteun vast om demotorkap open te houden.
BRANDSTOF TANKEN Het tanken dient met afgezette motorte gebeuren.
➜ Open de brandstofvulklep door op de voorste rand te drukken.
➜ Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
➜ Trek de tankdop uit de vulopening en bevestig deze aan de haak aan
de binnenzijde van de vulklep.
Op de vuldop staat de voorgeschreven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keer auto- matisch uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt circa 70 liter. ➜ Vergrendel na het tanken de tankdop en sluit de vulklep.
Verklikkerlampje brandstofreserve
Op het moment dat het lampje gaat branden, is er nog ongeveer 8 liter brandstof in de tank aanwezig.
UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG14
120120
16-09-2002
Page 10 of 182

16-09-2002
Starten van de auto Om, na het starten, weg te rijden vanuit de stand P:
➜ Trap altijd het rempedaal in
om uit de stand P te kunnenschakelen.
➜ Selecteer de stand R, D of M
en laat langzaam het rempe-daal los; de auto begint terijden.
Om weg te rijden vanuit de stand N:
➜ Trap het rempedaal in en zet
de handrem los.
➜ Selecteer de stand R, D of M
en laat langzaam het rempe-daal los; de auto begint terijden.
Als de motor stationairdraait, het rempedaal islosgelaten en de standR, D of Mis geselec-
teerd, zet de auto zich al inbeweging, zelfs als het gaspe-daal niet wordt ingetrapt. Laat daarom geen kinderen
alleen in de auto achter als de motor draait .
10UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE "TIPTRONIC-SYSTEEM PORSCHE" Bij de automatische transmissie met vier versnellingen kunt u kiezen uit
volautomatische bediening , aangevuld met het programma sneeuw, of
handmatig schakelen.
Schakelpatroon ➜ Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon
te verplaatsen. De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven.
W: programma Sneeuw.
P ark (parkeerstand): om de auto stil te zettenen
te starten , met of zonder gebruik van de hand-
rem. R everse (achteruitversnelling): om achteruitte
rijden (schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait).
N eutral (neutraalstand): om de motor te starten
en de auto te parkeren , met gebruik van de hand-
rem. Opmerking: Laat, als onder het rijden per ongeluk
de selectiehendel in de stand Nwordt gezet, het
motortoerental terugvallen tot stationair voordat de stand Dwordt geselecteerd om vervolgens weer
gas te geven. D rive (rijstand): om automatisch te schakelen
tijdens het rijden.
M anual (sequenti‘le stand): om zelf te schakelen tijdens het rijden.
Handmatig schakelen in de vier versnellingen:
➜ Duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen en trek
de selectiehendel naar het symbool –om terug te schakelen.
Opmerking: Het programma W(sneeuw) kan niet worden ingeschakeld
in de handbediende stand.
130
Page 11 of 182
16-09-2002
1111
Nr. Symbool Functie
VERWARMING / AIRCONDITIONING
98
Bediening airconditio- ning.
1
Bediening luchttoevoer.
2
Regeling luchtverde-ling.
3
Temperatuurregeling.
4 Regeling luchtopbrengst.
5 Aanjager achter (extraverwarming).
6
UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
Page 12 of 182
16-09-2002
12UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
Page 13 of 182

16-09-2002
INDELING INTERIEUR
1. KAARTENBAKKEN IN DE PORTIERENA.Armsteun.
B. Flessenhouder.
C. Kaartenbak.
2. HANDGREEP Deze is beschikbaar voor de middelste passagier
v——r.
3. ZONNEKLEP De zonnekleppen zijn voorzien van etuis voor hetopbergen van documenten.
4. SCHRIJFBLAD (Opklapbaar) Het schrijfblad bevindt zich in het midden van hetdashboard. Trek het blad Domhoog bij de klem Fom hem te
gebruiken.
De klem Fkan als documenthouder gebruikt worden.
Druk op het middelste gedeelte van de stang E
om de tafel Dweg te klappen.
Opmerking: De schrijftafel is niet beweegbaar als
uw auto is voorzien van een passagiersairbag.
5. DASHBOARDKASTJE Het dashboardkastje is afsluitbaar.Trek aan de handgreep om het te openen. 6. AANSTEKER
7. ASBAK
Trek aan het deksel om de asbak te openen.
T rek, om de asbak te legen, deze na het openen
omhoog.
8. 12 V-AANSLUITING Deze bevindt zich aan de onderzijde van de mid- denconsole.
9. OPBERGVAK ONDER DE BESTUURDERS- EN DE PASSAGIERSSTOEL
10. TAFEL (2-persoons voorbank) In de rugleuning van de 2-persoons voorbank iseen tafel geintegreerd. Trek aan de handgreep aan de bovenzijde van de
rugleuning om de tafel neer te klappen.De tafel bevat:
- een documenthouder,
- een pennenhouder,- twee bekerhouders.
13
129
UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
Page 14 of 182
16-09-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Uw auto heeft lange onderhoudsintervallen. ¥Voor uitvoeringen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥V oor uitvoeringen met benzine-/LPG*-/ aardgassysteem: elke 30.000 km of elke twee jaar.
Let op, het LPG-/aardgassysteem dient elke 15.000 km of elk jaar gecontroleerd te worden.
¥V oor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar.
* Liquefied Petroleum Gas
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
18
Page 15 of 182

16-09-2002
Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te contro- leren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt Peugeot u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
Deze tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. De controle moet elke 15.000 km plaatsvinden voor uitvoeringen met benzinemotor en uitvoeringen met benzine-/LPG-/aardgassysteemen elke 10.000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting. Een Peugeot-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden vloeistoffen indien nodig bijgevuld (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil ten min- ste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze lange intervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE GEHOMOLOGEERD ZIJN EN AAN- BEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES19
Page 16 of 182

16-09-2002
ONDERHOUDSINTERVALINDI
CATOR De onderhoudsintervalindicator bevindt zich samen met de kilome-terteller en de dagteller in het instru-mentenpaneel. Hij bepaalt deafstand tot de volgende onderhouds-beurt aan de hand van het gebruikvan de auto. Werking
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden deonderhoudssleutel branden. De kilo-meterteller geeft de resterende kilo-meters (afgerond) tot de eerstvol-gende onderhoudscontrole aan. V oorbeeld: De afstand tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole
bedraagt 4.800 km. Als het contactwordt aangezet geeft het displaygedurende enkele seconden het vol-gende aan: Enkele seconden na het aanzettenvan het contact geeft de teller weerde kilometerstand of de stand van dedagteller aan. De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1.000 km. Als het contact wordt aangezet, zul- len gedurende enkele seconden deonderhoudssleutel en de kilometer-stand knipperen. Enkele seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weerde kilometerstand aan en blijft deonderhoudssleutel branden. Dit omaan te geven dat er binnenkort on-derhoudswerkzaamheden uitge-voerd moeten worden.De afstand tot de eerstvolgendebeurt is overschreden. Elke keer als het contact wordt aan- gezet, gaat de onderhoudssleutelgedurende enkele seconden knippe-ren en geeft de teller knipperend hetaantal kilometers aan dat er teveelgereden is totdat de onderhoudscon-trole is uitgevoerd. Enkele seconden na het aanzetten van het contact werkt de teller weernormaal en blijft de onderhoudssleu-tel branden.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
20