Page 57 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
DAU03395
Olie in huis van primaire
aandrijfketting Controleer het olieniveau in het huis van de
primaire aandrijfketting voordat u gaat rij-
den. Ook moet deze olie worden ververst
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van het olieniveau in het
huis van de primaire aandrijfketting
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.
OPMERKING:_ Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de motorfiets iets schuin staat, kan het
olieniveau al foutief worden afgelezen. _2. Verwijder de olieniveaubout en con-
troleer het olieniveau in het huis voor
de primaire aandrijfketting.OPMERKING:_ Het olieniveau moet bij de rand van het in-
spectiegat staan. _3. Als de olie beneden de rand van het
inspectiegat staat, draai dan de olie-
vuldop los, vul genoeg olie van de
aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau en draai de olievuldop weer
vast.
4. Breng de olieniveaubout aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.Verversen van olie in het huis van de pri-
maire aandrijfketting
1. Zet een opvangbak onder het huis
voor de primaire aandrijfketting om de
gebruikte olie op te vangen.
2. Verwijder de aftapplug en de olieni-
veaubout om de olie uit het huis voor
de primaire aandrijfketting te laten
stromen.
3. Breng de aftapplug en de olieniveau-
bout aan en zet ze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Vuldop huis primaire aandrijfketting
2. Olieniveaubout in huis van primaire
aandrijfketting
Aanhaalmoment:
Olieniveaubout in huis van primaire
aandrijfketting:
7,5 Nm (0,75 m·kg)
1. Aftapplug in huis van primaire
aandrijfkettingAanhaalmoment:
Aftapplug in huis van primaire
aandrijfketting:
17,5 Nm (1,75 m·kg)
D_5ja.book Page 12 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 58 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
4. Verwijder de olievuldop, vul de voor-
geschreven hoeveelheid van de ge-
specificeerde olie voor het huis van de
primaire aandrijfketting bij en breng
dan de olievuldop aan en zet vast.
DCA00024
LET OP:_ Zorg dat er geen verontreinigingen in
het huis van de primaire aandrijfketting
terecht komen. _
5. Start de motor, laat een paar minuten
stationair draaien en controleer daarbij
het huis voor de primaire aandrijfket-
ting op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
DAU03707
Reinigen van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder de bouten van het luchtfilter-
huis.
1. Inspectiegat olieniveau in huis van primaire
aandrijkettingAanbevolen olie voor huis van primaire
aandrijfketting:
Zie pagina 8-2.
Oliehoeveelheid:
0,4 L
1. Bout (´ 4)
2. Luchtfilterhuis
D_5ja.book Page 13 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 59 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
2. Draai de schroef los in de slangklem
van de luchtinlaatbuis en trek dan het
luchtfilterhuis naar buiten.3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
4. Maak de slangen los zoals getoond.5. Verwijder het luchtfilterelement door
de schroeven los te halen en maak
dan de afgebeelde slang los.1. Klemschroef luchtinlaatbuis
1. Schroef (´ 2)
2. Slang (´ 2)
3. Luchtfilterdeksel
1. Schroef (´ 2)
2. Slang
D_5ja.book Page 14 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 60 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
6. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het meeste stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met perslucht
zoals afgebeeld. Vervang het luchtfil-
terelement als dit beschadigd is.7. Plaats het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis, breng dan de schroe-
ven aan en sluit de slang aan.
8. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.9. Sluit de slangen aan zoals getoond.
10. Monteer het luchtfilterhuis door dit op
de luchtinlaatbuis te schuiven en zet
dan de schroef vast in de slangklem
voor de luchtinlaatbuis.
11. Monteer het luchtfilterdeksel door de
bouten aan te brengen.
1. Schroef (´ 2)
2. Slang
1. Slang (´ 2)
D_5ja.book Page 15 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 61 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
DAU00629
Afstellen van de carburateur De carburateur vormt een belangrijk onder-
deel van de motor en moet zeer precies
worden afgesteld. Laat daarom de meeste
carburateurafstellingen over aan een
Yamaha dealer die over de benodigde vak-
kennis en ervaring beschikt. De afstelling
die in het volgende hoofdstuk is beschre-
ven, wordt echter als onderdeel van het
routineonderhoud beschouwd en kan wel
door de eigenaar worden uitgevoerd.
DC000094
LET OP:_ De carburateur werd op de Yamaha fa-
briek ingesteld en uitgebreid getest. Als
deze afstellingen worden gewijzigd zon-
der dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-
schadigd. _
DAU01168
Afstellen van het stationair
toerental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.OPMERKING:_ Een diagnosetoerenteller is nodig om deze
afstelling uit te voeren. _1. Bevestig de toerenteller aan de bou-
giekabel.
2. Start de motor en laat gedurende en-
kele minuten warmdraaien op 1.000–
2.000 tpm, terwijl het toerental nu en
dan wordt verhoogd tot 4.000–
4.400 tpm.OPMERKING:_ De motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening. _
3. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specifica-
tie af door de gasklepstelschroef te
verdraaien. Draai de schroef
richting
a om het stationair toerental
te verhogen. Draai de schroef
richting
b om het stationair toerental
te verlagen.OPMERKING:_ Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren. _1. GasklepstelschroefStationair motortoerental:
850–950 tpm
D_5ja.book Page 16 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 62 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van de
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 4–6 mm
te bedragen bij de gasgreep. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig en
laat zo nodig afstellen door een Yamaha
dealer.
DAU00637
Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU01848
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en eventueel worden bijge-
steld.
a. Vrije slag gaskabelD_5ja.book Page 17 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 63 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
DW000082
WAARSCHUWING
_ l
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
l
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
_CE-01D
CE-07DDWA00012
WAARSCHUWING
_ De aanwezigheid van bagage is van gro-
te invloed op het weggedrag, de rem- en
rij-eigenschappen en de veiligheid van
uw motor, neem dus de volgende voor-
zorgen in acht. l
DE MOTORFIETS NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een overbela-
den motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden, con-
troleverlies of ernstig letsel. Zorg
dat het totale gewicht van de motor-
rijder, de passagier, de bagage en
de gemonteerde accessoires nooit
het voorgeschreven maximumlaad-
gewicht voor de machine over-
schrijdt.
l
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
l
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het ge-
wicht over beide zijden.
l
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
l
Controleer vóór iedere rit de condi-
tie en spanning van de banden.
_
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg250 kPa
2,50 kg/cm
2
2,50 bar250 kPa
2,50 kg/cm
2
2,50 bar
90 kg–maximale250 kPa
2,50 kg/cm2
2,50 bar280 kPa
2,80 kg/cm
2
2,80 bar
Maximale belasting* 196 kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
D_5ja.book Page 18 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 64 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band on-
middellijk door een Yamaha dealer worden
vervangen.CE-08DOPMERKING:_ De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht. _
DW000079
WAARSCHUWING
_ l
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een motor met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
l
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
_
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden.
DW000078
WAARSCHUWING
_ l
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk en
dezelfde constructie te zijn, anders
is het weggedrag van de motor mo-
gelijk niet normaal.
l
Na uitgebreide testen zijn alleen de
hieronder vermelde banden voor
dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
_CE-10D
1. Bandwang
a. BandprofieldiepteMinimale bandprofiel-
diepte (voor en achter)1,6 mm
VOOR
Bandenmerk Bandenmaat Model
Dunlop 130/90-16 67H D404FL
Bridgestone 130/90-16 67H G703F
ACHTER
Bandenmerk Bandenmaat Model
Dunlop 150/80B-16 71H D404
Bridgestone 150/80B-16 71H G702
D_5ja.book Page 19 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM