Page 17 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU01590
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle ove-
rige elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:_ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU00079
Controlelampje “ ” voor brandstofni-
veau
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3,5 l. Als het zover is, draai dan de schake-
laar voor brandstofreserve naar de stand
“RES” en vul zo snel mogelijk brandstof bij.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU00057
Controlelampje “ ” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar de
linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU00061
Controlelampje “ ” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00091
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval de Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.
1. Controlelampje “ ” voor brandstofniveau
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Controlelampje “ ” richtingaanwijzers
4. Controlelampje “ ” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
D_5ja.book Page 2 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 18 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU03393
Snelheidsmeterunit De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en twee
rittellers. De snelheidsmeter toont de actue-
le rijsnelheid. De kilometerteller toont de to-
tale afgelegde afstand. De rittellers tonen
de afstand afgelegd sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul.Door indrukken van de mode-toets (links)
wisselt de weergave volgens onderstaande
volgorde tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en de ritteller-modes “TRIP A” en
“TRIP B”.
CB-27D
Om een ritteller terug te stellen selecteert u
deze door eerst de mode-toets (links) in te
drukken en dan de insteltoets (rechts) min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
De rittellers kunnen worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze infor-
matie stelt u in staat de volgende tankstops
te plannen.OPMERKING:_ Deze motorfiets is niet uitgerust met een
toerenteller; er is echter wel een toerental-
begrenzer ingebouwd die zorgt dat het mo-
tortoerental een waarde van ca. 4.400 r/min
niet kan overschrijden. _
1. Kilometerteller/ritteller/klok
2. Snelheidsmeter
3. Brandstofniveaumeter
4. Insteltoets
5. Mode-toets
ODO TRIP A TRIP B
D_5ja.book Page 3 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 19 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00113
Brandstofniveaumeter De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (Empty) naarmate
het brandstofniveau daalt. Vul zo snel mo-
gelijk brandstof bij als de naald bij “E” staat.OPMERKING:_ Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan. _
DAU03400
Zelfdiagnosesysteem Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits defect is, zal het
waarschuwingslampje motorstoring gaan
branden of gaat het controlelampje brand-
stofniveau knipperen. Vraag in dat geval
een Yamaha dealer de motorfiets te contro-
leren.
DCA00061
LET OP:_ Neem als dit gebeurt direct contact op
met een Yamaha dealer, om mogelijke
motorschade te voorkomen. _
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
D_5ja.book Page 4 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 20 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU01736
Klok De digitale klok toont steeds de tijd, onge-
acht de stand van het contactslot.Om de klok op tijd te zetten:
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Druk tegelijkertijd de insteltoets
(rechts) en de mode-toets (links) in tot-
dat de uur- en minuutaanduidingen
knipperen.
3. Druk de linkertoets in en uitsluitend de
uuraanduiding knippert.4. Druk de rechtertoets in om de uren in
te stellen.
5. Druk de linkertoets in en uitsluitend de
minuutaanduiding knippert.
6. Druk de rechtertoets in om de minuten
in te stellen.
7. Druk de linkertoets in en zowel de uur-
als de minuutaanduiding knippert.
8. Druk de rechtertoets gedurende twee
seconden in om de klok in te stellen.1. Klok
2. Insteltoets
3. Mode-toetsD_5ja.book Page 5 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 21 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
D_5ja.book Page 6 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 22 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU01215
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 5-
traps constantmeshbak op deze motorfiets.OPMERKING:_ Gebruik uw tenen of hiel om op te schake-
len en gebruik uw tenen om terug te scha-
kelen. _
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
D_5ja.book Page 7 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 23 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU00158
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Remhendel
1. Rempedaal
D_5ja.book Page 8 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 24 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU02917
Vuldop brandstoftank Verwijderen van de tankdop
Schuif het slotplaatje open, steek de sleutel
in het slot en draai hem dan een kwartslag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank, met de
sleutel in het slot en met het “ ”-
merkteken naar voren toe.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-
grendeld is. _
DW000024
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop correct is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
DAU01183
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp, zoals ge-
toond in de afbeelding.
DW000130
WAARSCHUWING
_ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
1. Sluitplaatje tankdopslot
2. “ ”-merkteken
a. Ontgrendelen.
b. Vergrendelen.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
D_5ja.book Page 9 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM