Page 25 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de re-
servehoeveelheid brandstof beschikbaar.
Draai de hendel van de brandstofkraan snel
naar deze stand als u tijdens het rijden zon-
der brandstof komt te staan, anders kan de
motor afslaan en moet de brandstoftoevoer
opnieuw worden geactiveerd (zie onder
“PRI”). Nadat de hendel van de brandstof-
kraan naar “RES” is gedraaid, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgetankt, ver-
geet daarna niet de hendel van de brand-
stofkraan weer terug naar “ON” te draaien!PRI
Dit is de stand voor het opnieuw activeren
van de brandstoftoevoer. Met de hendel
van de brandstofkraan in deze stand wordt
de brandstoftoevoer naar de motor op druk
gebracht. Draai de hendel van de brand-
stofkraan in deze stand nadat de motor
zonder brandstof is komen te staan. De
brandstof stroomt dan rechtstreeks naar de
carburateurs, waardoor starten wordt ver-
gemakkelijkt. Vergeet na starten van de
motor niet de brandstofkraan weer naar
“ON” te draaien (of naar “RES” als u nog
niet heeft bijgetankt).
DAU02976
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting
b om de
choke uit te zetten.
1. Pijlteken in positie over “RES”RES: reserve-stand
1. Pijlteken in positie over “PRI”PRI: start-stand
1. Chokehendel
D_5ea.book Page 10 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 26 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU01721
Zadel Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het helmbevesti-
gingsslot en draai hem dan zoals af-
gebeeld.
2. Trek het zadel los.Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding.
2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:_ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU00260
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _
1. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Ontgrendelen.
D_5ea.book Page 11 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 27 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU01688
Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor
het opbergen van een origineel Yamaha U-
LOCK-slot. (Andere typen sloten passen
mogelijk niet.) Bij het opbergen van een U-
slot in het opbergcompartiment, moet dit
stevig met de riemen worden bevestigd. Als
het U-slot niet in het opbergcompartiment is
opgeborgen, maak dan de riemen vast om
deze niet te verliezen.
Als het instructieboekje of andere docu-
mentatie in het opbergcompartiment wordt
opgeborgen, omwikkel dit dan in een plastic
zak om nat worden te voorkomen. Zorg bij
het wassen van de motorfiets dat geen wa-
ter het opbergcompartiment kan binnen-
dringen.
DAU00285
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
om de veervoorspanning in te stellen.
DW000035
WAARSCHUWING
_ Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn. _
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken elke stel-
lbout in de richting
a. Draai om de veer-
voorspanning te verlagen en zo de vering
stugger te maken elke stellbout in de rich-
ting
b.
1. U-SLOT
2. Riem (´ 2)
1. Stelbout veervoorspanning
D_5ea.book Page 12 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 28 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
OPMERKING:_ Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de voor-
vorkplugbout._CI-10DDAU03748
Afstellen van de
schokdemperunits Elke schokdemper is uitgerust met een stel-
ring voor veervoorspanning.
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _
DW000040
WAARSCHUWING
_ Geef beide schokdemperunits steeds
dezelfde instelling, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn. _
Stel de veervoorspanning als volgt af, ge-
bruik de speciale sleutels in de boordge-
reedschapsset.
Om de veervoorspanning te verhogen voor
een stuggere vering blokkeert u de boven-
ste ring terwijl u de onderste ring (de stel-
ring) op beide schokdemperunits draait
zoals getoond in afbeelding
+.
1. Huidige instelling
2. Voorvorkplugbout
Stand afsteller
Minimum (zacht) 7
Standaard 5
Maximum (stug) 1
1. Bovenring (stelring veervoorspanning)
2. Benedenring (stelring veervoorspanning)
D_5ea.book Page 13 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 29 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
Om de veervoorspanning te verlagen voor
een zachtere vering blokkeert u de boven-
ste ring terwijl u de onderste ring (de stel-
ring) op beide schokdemperunits draait
zoals getoond in afbeelding
,.
DAU00316
WAARSCHUWING
_ Deze schokdempers zijn gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees en
begrijp de volgende informatie alvorens
de schokdempers te gebruiken. De fabri-
kant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld voor schade aan eigendommen of
voor persoonlijk letsel als dit voortvloeit
uit verkeerd gebruik.l
Probeer de gascilinders niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
l
Stel de schokdempers niet bloot
aan open vuur of aan andere hitte-
bronnen, anders kunnen ze door de
oplopende druk exploderen.
l
Vervorm of beschadig de gascilin-
ders op geen enkele manier, de
dempende werking zal dan achter-
uitgaan.
l
Laat onderhoud aan de schokdem-
pers altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
_
1. Bovenring (stelring veervoorspanning)
2. Benedenring (stelring veervoorspanning)
Stand afsteller
Minimum (zacht)/Standaard Maximum (stug)
D_5ea.book Page 14 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 30 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU00324
Bagageriembevestiging Onder het duozadel zijn vier bagageriem-
bevestigingspunten aangebracht, twee
hiervan kunnen worden gedraaid om ze ge-
makkelijker toegankelijk te maken.
DAU00330
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:_ De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.) _
DW000044
WAARSCHUWING
_ Met de motorfiets mag nooit worden ge-
reden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden op-
getrokken (of niet omhoog blijft), anders
kan de zijstandaard de grond raken en
zo de motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de motorrijder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is. _
1. Bagageriembevestiging (´ 4)D_5ea.book Page 15 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 31 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU03741
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.l
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
l
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
l
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.
DW000046
WAARSCHUWING
_ l
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
l
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
_
D_5ea.book Page 16 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 32 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
CD-01D
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “ ” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
D_5ea.book Page 17 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM