Page 73 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de koplampunit en de gloei-
lampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
_ Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit
niet is afgekoeld. _4. Breng een nieuwe gloeilamp aan en
zet deze dan vast met de gloeilamp-
houder.
DC000105
LET OP:_ Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner. _5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag zo nodig een Yamaha dealer de
koplamplichtbundel af te stellen.
1. Koplampstekker
2. Kap van koplampgloeilamp
1. Gloeilamphouder
1. Hier niet aanraken.
D_5ea.book Page 30 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 74 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
DAU00856
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11
voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het zadel aan.
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.
DCA00065
LET OP:_ Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
1. Lampfitting
1. Schroef
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
D_5ea.book Page 31 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 75 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU03598
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_ l
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
l
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.3. Verwijder de remslanghouders door
de bouten los te halen.
4. Verwijder de remklauwen door de
bouten los te halen.
DCA00047
LET OP:_ Trek de remhendel niet aan terwijl de
remklauw is losgehaald, anders worden
de remblokken tegen elkaar vastge-
klemd. _
5. Draai de klembout op de voorwielas
los en verwijder dan de wielas.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
1. Snelheidsmeterkabel
1. Bout (´ 3)
2. Remslanghouder
3. VoorremklauwLinker
Rechter
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
D_5ea.book Page 32 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 76 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
DAU01758
Aanbrengen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en het de tand-
wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
OPMERKING:_ Controleer of de sleuf in de snelheidsmete-
runit over de aanslag op de vorkpoot valt. _3. Steek de wielas naar binnen.
4. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
5. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
6. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.
OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. _7. Monteer de remslanghouders door de
bouten aan te brengen.
8. Breng de voorwielasklembout aan en
zet dan de wielas, de klembout en de
remklauwbouten vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
9. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
1. Bevestiging snelheidsmeterunit
Aanhaalmomenten:
Wielas:
73 Nm (7,3 m·kg)
Klembout voorwielas:
19 Nm (1,9 m·kg)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kg)
D_5ea.book Page 33 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 77 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
DAU03760
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_ l
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
l
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasmoer en de remklauw-
bouten los.2. Haal de remankerstang los van de
remklauw door de moer en de bout te
verwijderen.
3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Verwijder de wielasmoer en de rem-
klauw door de bouten los te halen.
5. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los aan
beide zijden van de swingarm.
6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:_ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. _
1. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
2. Borgmoer
3. Wielasmoer
1. Wielas
D_5ea.book Page 34 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 78 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
7. Ondersteun de remklauwsteun en trek
dan de achterwielas uit.
8. Verwijder het wiel.
DCA00048
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen el-
kaar vastgeklemd. _
DAU03793
Aanbrengen van het achterwiel
1. Steek de wielas vanaf de rechterzijde
in via de remklauwsteun en het wiel.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-21 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Koppel de remankerstang aan de
remklauwsteun door de bout en de
moer aan te brengen.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd. _5. Haal de motorfiets van de middenbok
zodat het achterwiel op de grond rust.
6. Zet de wielasmoer, de remklauwbou-
ten en de moer voor de remanker-
stang vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kg)
Bevestigingsmoer remankerstang:
23 Nm (2,3 m·kg)
D_5ea.book Page 35 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 79 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU01008
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
D_5ea.book Page 36 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM
Page 80 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
DAU01297
Storingzoekschema
DW000125
WAARSCHUWING
_ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. _
2. Compressie
3. Ontbranding
4. Accu1. BrandstofControleer het brandstofpeil
in de benzinetank.Voldoende benzine.
Te weinig benzine.Controleer de compressie.
Benzine bijvullen. De motor start niet: Controleer de compressie.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogVeeg de bougies schoon met een droge doek en stel
de elektrodenafstand bij of vervang de bougies.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.Draai de gasgreep half open en
start de motor.
De motor start niet:
Controleer de accu.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de accuklemmen en laad
indien nodig de accu op.
De motor start niet:
Verzoek een Yamaha
dealer om inspectie.
D_5ea.book Page 37 Tuesday, September 12, 2000 10:19 AM