
OPMERKING(Vervolg)
– Behalve de stoelen: Organische
reinigingsmiddelen zoals
wasbenzine en terpentine,
alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en
bleekmiddel
– Stoelen: Alkalische en
zuurhoudende middelen, zoals
thinner, wasbenzine en alcohol
• Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte
delen van het interieur kunnen
beschadigd raken.
Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om
beschadiging en vroegtijdige slijtage
van lederen bekleding te voorkomen:
• Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
• Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
• Leg geen vinyl of plastic voorwerpen
of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge
temperaturen in het interieur mogelijk
aan het leer vast blijven kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water. Water dat in contact komt
met elektrische onderdelen boven of
onder de vloerbedekking, kan schade
aan de verschillende systemen van de
auto veroorzaken, bijvoorbeeld aan het
audiosysteem. Water kan bovendien
roest aan de carrosserie veroorzaken.
Bij het reinigen van de binnenzijde van
de voorruit (auto's met Toyota Safety
Sense)
Zorg ervoor dat er geen ruitenreiniger
op de lens terechtkomt. Raak de lens ook
niet aan. (→Blz. 221)
OPMERKING(Vervolg)
Schoonmaken van de binnenzijde van
de achterruit
• Gebruik geen ruitenreiniger om de
achterruit schoon te maken. Anders
kunnen de verwarmingsdraden
beschadigd raken. Veeg de ruit
voorzichtig schoon met een doek en
lauw water. Maak de ruit in horizontale
richting schoon, evenwijdig aan de
verwarmingsdraden.
• Voorkom beschadiging van de
verwarmingsdraden.
Schoonmaken van lederen bekleding
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Veeg overtollig vuil en stof weg met
een zachte doek die is bevochtigd met
een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5%
wolreinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
• Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek. Laat de lederen bekleding
drogen in een geventileerde ruimte in
de schaduw.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te
houden, raadt Toyota u aan het ten
minste twee keer per jaar schoon te
maken.
Schoonmaken van kunstleder
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Verwijder het met een zachte vochtige
doek met ongeveer 1%
reinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.
6.1 Onderhoud en verzorging
372 

OPMERKING
Vervangen van
bandenspanningssensoren en
-zenders (auto's met bandenspanning-
swaarschuwingssysteem)
• Omdat het repareren of vervangen
van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en
-zenders, adviseren we u deze
werkzaamheden uit te laten voeren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Ga ook voor de
aanschaf van
bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen. Bij niet-originele
velgen kan niet worden gegarandeerd
dat de bandenspanningssensoren en
-zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
• Gebruik uitsluitend de Toyota-
wielmoeren en de Toyota-
wielmoersleutel bij uw lichtmetalen
velgen.
• Controleer de wielmoeren na de
eerste 1.600 km telkens als een band
is verwisseld, een band is gerepareerd
of is vervangen.
• Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
• Bij het balanceren moet gebruik
worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes,
die geplaatst dienen te worden met
een kunststof of rubber hamer.
6.3.8 Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen
1. Zet het contact UIT.
2. Open het dashboardkastje en schuif
de demper los.
3. Druk de nokken aan beide zijden van
het dashboardkastje in en open het
dashboardkastje langzaam helemaal
terwijl u het ondersteunt.
4. Til het volledig geopende
dashboardkastje iets omhoog en trek
het richting de stoel om de onderzijde
van het dashboardkastje los te maken.
Oefen geen overmatige kracht uit
wanneer het dashboardkastje niet
loskomt wanneer u er licht aan trekt.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
393
6
Onderhoud en verzorging 

Trek het dashboardkastje in plaats
daarvan richting de stoel terwijl u de
hoogte van het dashboardkastje
enigszins aanpast.
5. Ontgrendel de afdekkap van het filter
(
A), haal de afdekkap van het filter
uit de klauwen (
B) en verwijder de
afdekkap van het filter.
6. Verwijder de filterhouder.
7. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
De merktekens
UP op het filter
moeten naar boven wijzen.8. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel
verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje
of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)
Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter
aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter
gebruikt wordt, kan het systeem
beschadigd raken.
Bij het verwijderen van het
dashboardkastje
Volg altijd de voorgeschreven procedure
voor het verwijderen van het
dashboardkastje (→blz. 393). Als het
dashboardkastje wordt verwijderd
zonder dat de voorgeschreven
procedure wordt gevolgd, kan het
scharnier van het dashboardkastje
beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
394 

Motorruimte: zekeringenkast type A
(indien aanwezig)
Druk de klauwen
AenBin om de
borging helemaal ongedaan te maken
en verwijder het deksel.
Motorruimte: zekeringenkast type B
Druk de klauwen
AenBin om de
borging helemaal ongedaan te maken
en beweeg het deksel omhoog.
Linkerzijde dashboard
Verwijder het deksel.Rechterzijde dashboard
Druk de borglip in om de afdekkap te
verwijderen en verwijder vervolgens
het deksel.
3. Verwijder de zekering.
Alleen zekering type A kan worden
verwijderd met de zekeringtrekker.
4. Controleer of de zekering is
doorgebrand.
Vervang de doorgebrande zekering
door een nieuwe zekering met de
juiste stroomsterkte. De
stroomsterkte staat vermeld op het
deksel van de zekeringenkast.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
401
6
Onderhoud en verzorging 

M20A-FKS motor (AWD-uitvoeringen met handgeschakelde transmissie)
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht2.105 kg (4.641 lb.)*1
2.095 kg (4.619 lb.)*2
Maximale asbelastingVoor1.150 kg (2.535 lb.)
*2
1.220 kg (2.690 lb.)*1
Achter1.150 kg (2.535 lb.)*2
1.220 kg (2.690 lb.)*1
Kogeldruk*380 kg (176 lb.)
Maximaal aanhangwagen-
gewicht
*3Ongeremd 750 kg (1.653 lb.)
Geremd 2.000 kg (4.409 lb.)
*1Met modelcode*4met een “W” als laatste letter.
*2Met modelcode*4met een “B” als laatste letter.
*3Auto's die een aanhangwagen kunnen trekken. (→Blz. 178)
*4De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (→Blz. 464)
Identificatie van de auto
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is
het wettelijke identificatienummer van
uw auto. Dit is het belangrijkste
identificatienummer van uw Toyota. Het
wordt gebruikt voor het op naam zetten
van de auto.
Bij sommige uitvoeringen bevindt dit
nummer zich links boven op het
dashboard.Dit nummer staat ook op het typeplaatje.
Dit nummer is ook onder de voorstoel
rechts aangebracht.
8.1 Specificaties
464 

Elektrisch bedienbare achterklep*1(→blz. 120)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Werking elektrisch bedien-
bare achterklepAan Uit – O –
Bediening van de toets elek-
trisch bedienbare achterklep
op het dashboardIngedrukt hou-
denEén keer kort
indrukken––O
Werking schakelaar
op de afstandsbedieningIngedrukt hou-
denEén keer kort
indrukken
––O Twee keer in-
drukken
Uit
Zoemervolume 31
–O–
2
Werking zoemer terwijl de
achterklep in beweging is
*2Uit Aan – – O
Openingshoek 51-4
–O–
Instelling ge-
bruiker
*3
Werking openen elektrisch
bedienbare achterklep als de
schakelaar achterklep ope-
nen ingedrukt wordtAan Uit – – O
Bekrachtigingsfunctie sluit-
systeem achterklepAan Uit – – O
Handsfree elektrisch bedien-
bare achterklep
*1, 4Aan Uit – O –
*1Indien aanwezig
*2De zoemer die klinkt als de achterklep in beweging komt kan niet worden uitgeschakeld.
(→Blz. 125)
*3De geopende positie wordt ingesteld met de toets van de elektrisch bedienbare
achterklep. (→Blz. 134)
*4Als de trekhaak is geplaatst, werkt de handsfree elektrisch bedienbare achterklep niet.
Ergonomisch geheugen
*(→blz. 143)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Functie die voorkomt dat de
hoofdsteun in contact komt
met het plafond (tijdens be-
wegen naar geheugenpositie)Aan Uit – – O
*Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
481
8
Voertuigspecificaties 

Instellen van de rijsnelheid . .273 , 275
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus). . . .256 , 266
Instellingen LTA-systeem......242
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus). . . .257 , 267
In-/uitschakelen van de Blind Spot
Monitor.................278
LTA (Lane Tracing Assist)*.....237
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........242
Multi-terrain Select (AWD-
uitvoeringen).............313
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus). . . .258 , 268
Ondersteunde soorten
verkeersborden............249
Ondersteunende systemen.....319
Ondersteunend systeem......222
Overzicht systeem..........298
Overzicht van de ondersteunende
systemen................319
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .300
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................303
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* .226
PKSB (Parking Support Brake)* . .296
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................296
RCTA ..................292
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................291
Regeling in elke modus.......314
Rijden in de
afstandsregelmodus.....255 , 265
Rijmodusselectieschakelaar. . . .312
RSA (Road Sign Assist)*.......248
Schakelaar SNOW-modus
(AWD-uitvoeringen).........316
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus.....259 , 268
Selecteren van een rijmodus. . . .312
Sensoren................222
Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......226
Snelheidsbegrenzer*........275
Soorten sensoren.......301 , 303
Stop & Start-systeem*........304
Systeemfuncties...........226Systeemonderdelen . .252 , 263, 272,
277, 281, 291
Toyota Parking Assist-sensor* . . .281
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........282
Toyota Safety Sense*........221
Uitlaatgasfiltersysteem*......319
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .274
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........276
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling.......258 , 268
Uitschakelen van het Stop &
Start-systeem.............305
Uitschakelen van het systeem . . .318
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....300 , 303
Waarschuwingsfunctie.......250
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling motorvermogen
en remregeling............298
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........248
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object................286
Werking Blind Spot Monitor. . . .279
Werking Stop & Start-systeem . . .304
Werking systeem........316 , 317
Wijzigen van de ingestelde
snelheid.......256 , 267, 273, 275
Wijzigen van de modus.......314
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus). . . .257 , 267
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....229
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Afdekplaat...............351
Bagageafdekking (indien
aanwezig)...............354
Bagagehaken.............351
Bekerhouders.............349
Consolevak..............348
Dashboardkastje...........348
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............350
Extra opbergvak opzij........353
Fleshouders..............349
Opbergruimte onder de afdekplaat
(indien aanwezig)...........353
Trefwoordenlijst
637
9
Trefwoordenlijst