Auto's met PKSB
• Globale afstand tot object
– Binnenste sensor voor: 100 cm - 63 cm
– Binnenste sensor achter: 150 cm - 63 cm
Multi-informatiedisplay Multimedia-display
*1*2
*1Auto's met 4,2 inch of 7 inch multi-informatiedisplay
*2Auto's met 12,3 inch multi-informatiedisplay
• Globale afstand tot object: 63 cm - 48 cm
Multi-informatiedisplay Multimedia-display
*1*2
*1Auto's met 4,2 inch of 7 inch multi-informatiedisplay
*2Auto's met 12,3 inch multi-informatiedisplay
• Globale afstand tot object: 48 cm - 34 cm
Multi-informatiedisplay Multimedia-display
*1*2
*1Auto's met 4,2 inch of 7 inch multi-informatiedisplay
*2Auto's met 12,3 inch multi-informatiedisplay
• Globale afstand tot object: 34 cm - 15 cm
Multi-informatiedisplay*3Multimedia-display
*1*2
*1Auto's met 4,2 inch of 7 inch multi-informatiedisplay
*2Auto's met 12,3 inch multi-informatiedisplay
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
289
4
Rijden
*3De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
• Globale afstand tot object: minder dan 15 cm
Multi-informatiedisplay*3Multimedia-display
*1*2
*1Auto's met 4,2 inch of 7 inch multi-informatiedisplay
*2Auto's met 12,3 inch multi-informatiedisplay
*3De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Werking zoemer en afstand tot een
object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
• De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter bij
het object komt. Als de auto het object
genaderd is tot onderstaande afstand,
klinkt de zoemer continu.
– Auto's zonder PKSB: Ongeveer
35 cm
– Auto's met PKSB: Ongeveer 34 cm
• Als 2 of meer sensoren gelijktijdig een
statisch object signaleren, klinkt de
zoemer voor het dichtstbijzijnde
object.
• Auto's met PKSB: Zelfs als de sensoren
in werking zijn, kan het geluid van de
zoemer in sommige gevallen worden
gedempt. (functie automatisch
dempen zoemer)
Dempen van geluid zoemer (auto's met
PKSB)
• Functie automatisch dempen zoemer
Zelfs als de sensoren in werking zijn,
zal het geluid van de zoemer in de
volgende gevallen worden gedempt:
– De afstand tussen de auto en het
gedetecteerde object wordt niet
kleiner (behalve als de afstand
tussen de auto en het object 34 cm
of kleiner is).– Uw auto beweegt zich van het
object af.
– Er zijn geen signaleerbare objecten
in de rijrichting van uw auto.
Als echter een ander object
gesignaleerd wordt of de situatie
verandert terwijl de zoemer gedempt
is, begint de zoemer weer geluid te
maken.
• Dempen van het geluid van de zoemer
De zoemer kan tijdelijk worden
gedempt door op
van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken
terwijl op het multi-informatiedisplay
de suggestie wordt weergegeven dat
dempen mogelijk is.
• Wanneer wordt het dempen
geannuleerd
Het geluid wordt in de volgende
situaties automatisch weer
ingeschakeld:
– Als de selectiehendel in een andere
stand wordt gezet
– Als de rijsnelheid een bepaalde
snelheid bereikt of overschrijdt
– Als de Toyota Parking Assist
eenmaal wordt uitgeschakeld en
weer wordt ingeschakeld
– Als het contact eenmaal UIT wordt
gezet en weer AAN wordt gezet
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
290
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het zoemervolume kan worden
aangepast op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 94, blz. 102)
4.5.11 RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)*
*Indien aanwezig
De RCTA gebruikt de radarsensoren opzij
achter van de BSM in de achterbumper.
Deze functie is bedoeld om de bestuurder
te helpen gebieden te controleren die bij
het achteruitrijden niet goed zichtbaar zijn.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende
functie die de bestuurder waarschuwt
wanneer er een auto van rechts of links
achter de auto nadert.
Aangezien de RCTA onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed
werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren.
Uitsluitend op deze functie vertrouwen
kan leiden tot een ongeval met dodelijk
of ernstig letsel tot gevolg.
Systeemonderdelen
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel
Inschakelen/ uitschakelen van de
RCTA.
Wanneer de RCTA wordt
uitgeschakeld, gaat het
controlelampje RCTA OFF branden.
BIndicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt
gesignaleerd die van links of rechts
achter nadert, gaan de indicatoren in
beide buitenspiegels knipperen en
klinkt er een zoemer.
CMultimedia-display (indien
aanwezig)
Wanneer een voertuig wordt
gesignaleerd dat van rechts of links
achter nadert, wordt het RCTA-icoon
(→blz. 292) voor de desbetreffende
zijde weergegeven op het
multimedia-display. In deze
afbeelding wordt een voorbeeld
getoond van auto's die van zowel
links als rechts achter naderen.
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA
De RCTA kan worden ingeschakeld/
uitgeschakeld via
van het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 474)
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
(→blz. 73) branden. (Telkens wanneer het
contact UIT en weer AAN wordt gezet,
wordt de RCTA automatisch
ingeschakeld.)
Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de
buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te
zien.
Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer
het volume van het audiosysteem hoog
staat.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
291
4
Rijden
Als “RCTA Unavailable” (RCTA niet
beschikbaar) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er bevindt zich mogelijk ijs, sneeuw,
modder, enz. bij de sensoren op de
achterbumper. (→Blz. 277) Na het
verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet
het systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet
normaal bij extreem warm of koud weer.
Als “RCTA Malfunction Visit Your
Dealer” (storing RCTA, ga naar uw
dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk een storing in de sensor of
de sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Radarsensoren opzij achter
→Blz. 277
RCTA
Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsensoren
achter om auto's die van rechts of links
achter naderen te signaleren en
waarschuwt de bestuurder voor de
aanwezigheid van dergelijke auto's door de
indicatoren in de buitenspiegels te laten
knipperen en een zoemer te laten klinken.
ANaderende auto's
BDetectiegebieden voor naderende
auto'sWeergave RCTA-icoon
Wanneer een voertuig wordt
gesignaleerd dat van rechts of links
achter nadert, wordt het volgende
weergegeven op het multimedia-display
(indien aanwezig).
• Voorbeeld (Panoramic View Monitor)
(indien aanwezig): Er naderen auto's
van beide kanten
Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven
waarin auto's kunnen worden
gesignaleerd.
De zoemer kan de bestuurder
waarschuwen voor snellere auto's die van
verder weg naderen.
Bijvoorbeeld:
Snelheid nade-
rende autoA
Afstand waarschu-
wing (bij benade-
ring)
56 km/h (snel) 40 m
8 km/h (langzaam) 5,5 m
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
292
De RCTA werkt wanneer
De RCTA werkt wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
• Het contact staat AAN.
• De RCTA is ingeschakeld.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer
15 km/h.
• De rijsnelheid van de naderende auto
ligt tussen ongeveer 8 km/h en
56 km/h.
Instellen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden
aangepast op het
multi-informatiedisplay.
Het volume van de RCTA-zoemer kan
worden ingesteld via
van het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 474)
Tijdelijk dempen van het geluid van
een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een voertuig of object wordt
gesignaleerd. Druk op
om het geluid
van de zoemer te dempen.
Het volume van de zoemers voor de
RCTA en de Toyota Parking Assist-sensor
wordt gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het
dempen automatisch geannuleerd:
• Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
• Als de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
• Als er een storing in een sensor
aanwezig is of het systeem tijdelijk
niet kan worden gebruikt.
• Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
• Als het contact UIT wordt gezet.Situaties waarin het systeem geen
auto signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de
volgende typen voertuigen en/of
objecten te signaleren:
• Auto's die direct van achteren naderen
• Voertuigen die achteruit inparkeren in
een parkeerruimte naast uw auto
• Voertuigen die niet kunnen worden
gesignaleerd door de sensoren als
gevolg van obstakels
• Vangrails, muren, bebording,
geparkeerde auto's en vergelijkbare
stilstaande objecten
*
• Kleine motorfietsen, fietsen,
voetgangers, enz.*
• Voertuigen die van de auto af
bewegen
• Voertuigen die naderen vanuit
parkeerruimtes naast uw auto
*
• De afstand tussen de sensor en de
naderende auto wordt te klein
*Afhankelijk van de omstandigheden
wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden
signaleert de RCTA auto's mogelijk niet
correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor of de omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige
schokken
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
293
4
Rijden
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het
systeem anders mogelijk zelfs werkt als
er geen kans op een aanrijding is.
• Bij een controle van de auto op een
rollenbank o.i.d.
• Wanneer de auto op een schip,
vrachtwagen of ander
transportmiddel wordt geladen.
• Als de wielophanging is gewijzigd of
als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd.
• Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat door de belading van
de auto.
• Als er uitrusting die een sensor kan
hinderen, zoals een sleepoog,
bumperbeschermer (een extra
beschermstrip, enz.), fietsendrager
of sneeuwploeg, is geplaatst.
• Als gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat.
• Als niet op een stabiele wijze kan
worden gereden met de auto,
bijvoorbeeld als hij betrokken is
geweest bij een ongeval of als er
storingen zijn.
• Als met een sportieve rijstijl of in het
terrein wordt gereden.
• Als de banden niet de juiste
bandenspanning hebben.
• Als de banden zeer versleten zijn.
• Als er sneeuwkettingen, een compact
reservewiel of een
bandenreparatieset worden
toegepast.
• Bij het rijden met een aanhangwagen
(behalve Azerbeidzjan, Georgië,
Tadzjikistan, Turkmenistan en
Nieuw-Caledonië) of tijdens het
slepen in een noodgeval.OPMERKING
Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven en het controlelampje
PKSB OFF knippert
Als deze melding direct nadat het
contact AAN is gezet wordt
weergegeven, bedien de auto dan
voorzichtig en let daarbij goed op de
omgeving. Het is wellicht nodig om een
bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal
werkt. (Als het systeem nog niet
normaal werkt nadat een poosje met de
auto gereden is, reinig dan de sensoren
en hun omgeving op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
scherm
van het multi-
informatiedisplay. Alle functies van de
Parking Support Brake (voor stilstaande
objecten en voor voertuigen die
achterlangs rijden) worden gelijktijdig
ingeschakeld/uitgeschakeld. (→Blz. 94,
blz. 102)
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF (→blz. 73) op het
multi-informatiedisplay branden.
Als u het systeem weer wilt inschakelen,
selecteer dan
op het multi-
informatiedisplay, selecteeren zet
het vervolgens aan.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld,
blijft het uitgeschakeld, zelfs als het
contact AAN wordt gezet nadat dit UIT
was gezet.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
297
4
Rijden
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling motorvermogen
en remregeling
Als de begrenzingsregeling van het
motorvermogen of de remregeling in
werking is, klinkt een zoemer en wordt
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay of het
multimedia-display om de bestuurder te
waarschuwen.
Afhankelijk van de situatie werkt de
begrenzingsregeling van het
motorvermogen om hetzij de acceleratie
te begrenzen hetzij het vermogen zo veel
mogelijk te beperken.
• Begrenzingsregeling motorvermogen
is in werking (begrenzen acceleratie)
Het systeem begrenst sneller
accelereren dan een bepaalde waarde.
Multimedia-display: Geen
waarschuwing weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object
Detected Ahead Speed Reduced”
(object voor de auto gesignaleerd,
snelheid begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
• De begrenzingsregeling van het
motorvermogen is in werking
(vermogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er
harder moet worden geremd dan
normaal.
Multimedia-display: BRAKE!
(Remmen!)
Multi-informatiedisplay: BRAKE!
(Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
• De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een
noodstop noodzakelijk is
Multimedia-display: BRAKE!
(Remmen!)
Multi-informatiedisplay: BRAKE!
(Remmen!)Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
• Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door
de remregeling.
Multimedia-display: “Press Brake
Pedal” (trap het rempedaal in)
Multi-informatiedisplay: “Switch to
Brake” (verplaats voet naar
rempedaal) (Als het gaspedaal niet
wordt ingetrapt, wordt “Press Brake
Pedal” (trap het rempedaal in)
weergegeven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Overzicht systeem
Als de Parking Support Brake bepaalt dat
er een risico op een aanrijding met een
gesignaleerd object bestaat, wordt het
motorvermogen verminderd om een
toename van de rijsnelheid te beperken.
(Begrenzingsregeling motorvermogen:
zie afbeelding 2) Bovendien treedt
wanneer u het gaspedaal ingetrapt blijft
houden automatisch het remsysteem in
werking om de rijsnelheid te verlagen.
(Remregeling: zie afbeelding 3)
• Afbeelding 1. Wanneer de PKSB
(Parking Support Brake) niet in
werking is
AMotorvermogen
BRemkracht
CTijd
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
298
• Afbeelding 2: Wanneer de
begrenzingsregeling voor het
motorvermogen in werking is
AMotorvermogen
BRemkracht
CTijd
DBegrenzingsregeling
motorvermogen wordt geactiveerd
(het systeem bepaalt dat de kans op
een aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
• Afbeelding 3: Wanneer de
begrenzingsregeling voor het
motorvermogen en de remregeling in
werking zijn
AMotorvermogen
BRemkracht
CTijd
DBegrenzingsregeling
motorvermogen wordt geactiveerd
(het systeem bepaalt dat de kans op
een aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
ERemregeling wordt geactiveerd (het
systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object zeer groot is)
Als de Parking Support Brake in
werking is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF
branden. Als de Parking Support Brake
onnodig in werking treedt, kan de
remregeling worden geannuleerd door
het rempedaal in te trappen of door
ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd.
Vervolgens kunt u verder rijden door het
gaspedaal in te trappen.
Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is
uitgeschakeld door de werking ervan,
kunt u zelf het systeem weer inschakelen
(→blz. 297) of het contact UIT en
vervolgens weer AAN zetten. Het systeem
wordt automatisch weer ingeschakeld als
het obstakel zich niet langer in de
rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert
(bijvoorbeeld achteruit in plaats van
vooruit of andersom).
Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
en het controlelampje PKSB OFF
knippert
Wanneer deze melding wordt
weergegeven is een sensor op de voor- of
achterbumper mogelijk vuil. Reinig de
sensoren en het omliggende gebied op de
bumpers.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
299
4
Rijden