CTellers blz. 74, blz. 77
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 74, blz. 76,
blz. 77, blz. 81
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 70
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 365
DMulti-informatiedisplay blz. 82,
blz. 90
Display blz. 82, blz. 90
Energiemonitor blz. 102
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 373
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 180
Lichtschakelaar blz. 185
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 185
Mistlampen voor/mistachterlichten
blz. 190
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 191, blz. 193
Gebruik blz. 191, blz. 193
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 326
Waarschuwingsmeldingen blz. 373
Koplampsproeiers
*1blz. 191
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 360
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 321
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 138
Verstellen blz. 138
JAirconditioning blz. 280
Gebruik blz. 280
Achterruitverwarming blz. 282
Voorruitverwarming
*1blz. 282
Volledige-voorruitverwarming*1blz. 282
KAudiosysteem*2
LOntgrendelschakelaar tankdopklep
blz. 194
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
11
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 82, blz. 90
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 176
CAfstandsschakelaar blz. 225
DCruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik blz. 220
EAfstandsbediening audiosysteem*2
FToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 211
GTelefoontoets*2
HSpraaktoets*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
AUSB-aansluiting*
BUSB-laadaansluitingen blz. 303
CAccessoireaansluiting blz. 310
DSchakelaar Trail-modus blz. 263
EEV-modusschakelaar blz. 175
FSchakelaar VSC OFF blz. 266
GBrake Hold-schakelaar blz. 183
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
13
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
AAudiosysteem*1
BSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 360
CRichtingaanwijzerschakelaar blz. 180
Lichtschakelaar blz. 185
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 185
Mistlampen voor blz. 190
DMulti-informatiedisplay blz. 82,
blz. 90
Display blz. 82, blz. 90
Energiemonitor blz. 102
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 373
ETellers blz. 74, blz. 77
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 74, blz. 76,
blz. 77, blz. 81
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 70
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 365
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 191, blz. 193
Gebruik blz. 191, blz. 193
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 326
Waarschuwingsmeldingen blz. 373
Koplampsproeiers
*2blz. 191
GOntgrendelingshendel motorkap
blz. 321
HOntgrendelschakelaar tankdopklep
blz. 194
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 138
Verstellen blz. 138
JStartknop blz. 171
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 171
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 360
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 391
Waarschuwingsmeldingen blz. 373
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 82, blz. 90
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 176
CAfstandsschakelaar blz. 225
DCruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik blz. 220
EAfstandsbediening audiosysteem*2
FToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 211
GTelefoontoets*2
HSpraaktoets*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
AAccessoireaansluiting blz. 310
BUSB-laadaansluitingen blz. 303
CUSB-aansluiting*
DRijmodusselectieschakelaar blz. 262
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
18
Systeemonderdelen
Auto's met 8 inch scherm van audiosysteem
AControlelampje PASS AIR BAG
De controlelampjes PASS AIR BAG en
ON gaan branden als het
airbagsysteem is ingeschakeld en
gaan na ongeveer 60 seconden uit
(alleen als het contact AAN staat).
BAan/uit-schakelaar airbag
Auto's met 12,3 inch scherm van audiosysteem
AControlelampje PASS AIR BAG
De controlelampjes PASS AIR BAG en
ON gaan branden als het
airbagsysteem is ingeschakeld en
gaan na ongeveer 60 seconden uit
(alleen als het contact AAN staat).
BAan/uit-schakelaar airbag
Uitschakelen van de voorpassagiersairbag
Steek de mechanische sleutel in de
slotcilinder en draai deze in de stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
Auto's met 8 inch scherm van audiosysteem
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
37
1
Veiligheid en beveiliging
Auto's met 12,3 inch scherm van audiosysteem
Informatie over controlelampje PASS
AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het
systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Het controlelampje OFF gaat niet
branden als de aan/uit-schakelaar van
de airbag in stand OFF wordt gezet.
• Het controlelampje reageert niet
wanneer de aan/uit-schakelaar van de
airbag van ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan
worden gebruikt, mag de voorstoel
worden gebruikt zo lang de
aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet. Als de airbag
niet handmatig is uitgeschakeld, kan de
kracht die met het activeren (opblazen)
van de airbag gepaard gaat, dodelijk of
ernstig letsel veroorzaken.
Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar
van de airbag in stand ON staat. Als de
schakelaar in stand OFF staat, zal de
WAARSCHUWING!(Vervolg)
airbag bij een ongeval niet worden
geactiveerd, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
1.2.2 Rijden met kinderen in de
auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht als er kinderen in de auto
aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje
tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste
wijze te dragen.
• Het wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren om
te voorkomen dat ze per ongeluk
tegen onderdelen zoals de
selectiehendel en de
ruitenwisserschakelaar aan komen.
• Gebruik het kinderslot van het
achterportier of de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening om te voorkomen dat
kinderen het portier openen tijdens
het rijden of per ongeluk de elektrisch
bedienbare ruit bedienen. (→Blz. 112,
blz. 151)
• Laat kleine kinderen geen onderdelen
bedienen waarbij lichaamsdelen vast
kunnen komen te zitten of bekneld
kunnen raken, zoals de elektrisch
bedienbare ruiten, de motorkap, de
achterklep en de stoelen.
WAARSCHUWING!
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto
achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zouden de auto kunnen
starten of de neutraalstand kunnen
inschakelen. Er bestaat ook het risico
dat kinderen letsel oplopen wanneer ze
met de ruiten, het panoramadak of
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
38
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het hybride-
systeem niet kan worden gestart, vult u de
tank met ten minste de hoeveelheid
brandstof die nodig is om het waarschu-
wingslampje laag brandstofniveau
(→
blz. 367) uit te laten gaan. Als er
slechts een kleine hoeveelheid brandstof
in de tank zit, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart. (De
standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 11,05 liter, als de auto op een
vlakke ondergrond staat. Deze waarde
kan afwijken als de auto op een helling
staat. Vul extra brandstof bij wanneer de
auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
•
De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van hybrideauto's zijn voorzien
van een afscherming voor elektroma-
gnetische golven en zenden ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven
uit als conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
Batterijpakket (tractiebatterij)
De levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) is niet onbeperkt. De
levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) kan veranderen
afhankelijk van de rijstijl en de
rijomstandigheden.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen
hoogspanningssysteem
Deze auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Gelijk- en wisselspanning zijn zeer
gevaarlijk en kunnen ernstige
brandwonden en elektrische schokken
veroorzaken die dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningscomponenten,
hoogspanningskabels en de stekkers
ervan, raak ze niet aan en haal ze niet
uit elkaar.
• Het hybridesysteem wordt na het
starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
• Probeer nooit de klep onder de
tweede zitrij waarachter zich de
servicestekker bevindt te openen. De
servicestekker, waar hoogspanning
op staat, wordt alleen gebruikt bij
onderhoud aan de auto.
Waarschuwingen voor het geval de
auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
kans op dodelijk of ernstig letsel te
beperken:
• Duw of sleep uw auto indien mogelijk
van de weg, zet de selectiehendel in
stand P, activeer de parkeerrem en
schakel het hybridesysteem uit.
• Raak de onderdelen, kabels en
stekkers waar hoogspanning op
staat niet aan.
1 .4 Hybridesysteem
63
1
Veiligheid en beveiliging
Waarschuwingsmelding hybridesysteem
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op. (→Blz. 373)
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet.
Probeer in dit geval het systeem opnieuw te
starten. Neem als het controlelampje READY
niet gaat branden contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1.5 Antidiefstalsysteem
1.5.1 Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met
ingebouwde transponderchips die voorko-
men dat het hybridesysteem gestart kan
worden met een sleutel die niet in een
eerder stadium is geregistreerd in de
computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter
als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal
te voorkomen, maar absolute beveiliging
tegen elke vorm van diefstal kan niet
worden gegarandeerd.Bedienen van het systeem
Auto's met 8 inch scherm van audiosysteem
Auto's met 12,3 inch scherm van
audiosysteem
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven dat
het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met
knipperen als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een
onderhoudsvrije startblokkering.
Omstandigheden waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt
• Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
• Als de sleutel dicht bij of tegen een
sleutel met ingebouwde
transponderchip van een andere auto
wordt gehouden
1 .4 Hybridesysteem
66