Registreren van identificatiecodes
Elke bandenspanningssensor en -zender
is voorzien van een unieke
identificatiecode. Bij het vervangen van
een bandenspanningssensor en -zender
is het noodzakelijk om de
identificatiecode te registreren.
De identificatiecodes kunnen worden
geregistreerd via
van het
multi-informatiedisplay.
Registreren van de identificatiecodes
1. Parkeer de auto op een veilige plaats
gedurende ongeveer 20 minuten en
start daarna het hybridesysteem.
(→Blz. 139)
2. Selecteer
op het multi-
informatiedisplay met de
bedieningstoetsen voor het
instrumentenpaneel op het stuurwiel.
(→Blz. 86)
3. Selecteer
en houd vervolgensingedrukt.
4. Selecteer TPWS en druk vervolgens
op
.
5. Selecteer “Change Wheel” (wielen
wijzigen) en houd vervolgens
ingedrukt tot het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning 3 keer langzaam
knippert.
Vervolgens wordt er een melding
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Als de registratie wordt uitgevoerd,
gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gedurende ongeveer1 minuut knipperen en blijft het
vervolgens branden. “- -” wordt op
het multi-informatiedisplay
weergegeven voor de
bandenspanning van elke band.
6. Rijd met een snelheid van ongeveer
40 km/h of hoger gedurende 10 tot
30 minuten.
De registratie is voltooid wanneer het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning dooft en de
bandenspanning van elke band wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met
een snelheid van ongeveer 40 km/h of
hoger, kan de registratie worden
voltooid als er gedurende langere
tijde met de auto wordt gereden. Als
de registratie na ten minste een uur
rijden niet is voltooid, herhaal dan de
procedure vanaf het begin.
7. Initialiseer het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem.
(→Blz. 300)
Wanneer moeten banden worden
vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
• De slijtage-indicatoren zijn te zien op
een band.
• De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of
barsten die zo diep zijn dat het
binnenmateriaal zichtbaar wordt en
bulten die duiden op een interne
beschadiging
• Een band vaak leegloopt of niet goed
kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
301
6
Onderhoud en verzorging