
6Displayzone inhoud
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
• Inhoud menu-icoon (→blz. 83)
• Suggestiefunctie (→blz. 92)
• Waarschuwingsmelding (→blz. 338)
7Kilometerteller/dagteller (→blz. 92)
8Schakelstand (→blz. 145)
9Buitentemperatuur (→blz. 78)
10Menu-iconen (→blz. 83)
11Toets ODO/TRIP (→blz. 82)
12Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel (→blz. 82)
Gebruik van het multi-
informatiedisplay
Gebruik van de displayzone voor de
inhoud
De displayzone voor inhoud wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
1Schermen verschuiven*,de
weergegeven informatie wijzigen*en de
cursor bewegen
2Indrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/
weergeven van het volgende scherm
3Terugkeren naar het vorige scherm
Als de toets ingedrukt wordt
gehouden, wordt het eerste scherm
van het geselecteerde menu-icoon
weergegeven.
4Weergeven van verzonden/ontvangen
oproepen en oproepgeschiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is
aangesloten, worden de verzonden
en ontvangen oproepen
weergegeven. Raadpleeg de
handleiding voor het navigatie- en
multimediasysteem voor meer
informatie over het handsfree-
systeem.
*: Als het scherm verschoven kan worden
of verschillende informatie kan worden
weergegeven, wordt er een markering,
zoals een pijl, weergegeven om aan te
geven welke toets kan worden bediend.
Gebruik van de
kilometerteller/dagteller
Deze zone kan worden bediend met de
toets ODO/TRIP.
Indrukken: Weergegeven onderwerp
wijzigen
2.1 Instrumentenpaneel
82

Het onderwerp verandert iedere keer dat
op de knop of toets wordt gedrukt.
Ingedrukt houden: Resetten
Geef de gewenste dagteller weer en houd
de toets ingedrukt om de dagteller te
resetten.
Menu-iconen
Selecteer een menu-icoon om de inhoud
ervan weer te geven.
Weergave waarschuwingsmelding
(→blz. 338)
Dit menu-icoon wordt alleen
weergegeven als er een
waarschuwingsmelding kan worden
getoond.
Hiermee kunnen
waarschuwingsmeldingen en te nemen
maatregelen worden weergegeven als
een storing wordt gesignaleerd.
Informatie over milieubewust rijden
(→blz. 84)
Hiermee kunt u de verbruiksgegevens op
verschillende manieren weergeven.
Informatie ondersteunende
systemen
Hiermee kan het volgende worden
uitgevoerd:
Weergeven van de werkingsstatus van de
volgende systemen:
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (→blz. 196)
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 182)
• RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 192)
Weergeven van de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde
informatie (indien aanwezig):
• Routebegeleiding
• Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Voertuiginformatie
Hiermee kan het volgende worden
uitgevoerd:
Weergeven van de volgende informatie:
• Energiemonitor (→blz. 97)
• Bandenspanning (→blz. 299)
In- of uitschakelen van het volgende
systeem:
• Parking Assist (Toyota Parking
Assist-sensor) (→blz. 218)
• BSM-functie (Blind Spot Monitor)
(indien aanwezig) (→blz. 213)
• RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
(indien aanwezig) (→blz. 226)
Deze functie kan worden ingeschakeld/
uitgeschakeld via
.
Weergave instellingen (→blz. 86)
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel
en andere instellingen worden
gewijzigd.
2.1 Instrumentenpaneel
83
2
Instrumentenpaneel

Informatie over milieubewust rijden
(
)
Brandstofverbruik
1Actueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik
weer.
2Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
starten)
Geeft het gemiddelde
brandstofverbruik sinds het starten
van het hybridesysteem weer.
*1
3Actieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid
brandstof.
*2, 3
4Gadget*4
De volgende onderwerpen kunnen
worden weergegeven door de
instellingen voor de gadgetinhoud en
type brandstofverbruik via
te
wijzigen. (→Blz. 86)
Onderwerp dat kan worden weergegeven
Inhoud
GadgetinhoudType brandstofver-
bruik
Gemiddelde rijsnel-
heidReis (sinds starten)Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem weer.
Totaal (sinds reset-
ten)Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het
resetten van de weergave weer.
*5
AfstandReis (sinds starten)Geeft de gereden afstand sinds het starten van
de motor weer.
Totaal (sinds reset-
ten)Geeft de afgelegde afstand sinds het resetten
van het display weer.
*5
Verstreken tijdReis (sinds starten)Geeft de verstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem weer.
Totaal (sinds reset-
ten)Geeft de verstreken tijd sinds het resetten van
het display weer.
*5
5Gemiddeld brandstofverbruik
Het weergegeven onderwerp (zie
onderstaande lijst) kan worden
gewijzigd op het scherm type
brandstofverbruik van
.
(→Blz. 86)
• Totaal (sinds resetten)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds het resetten van het
display.
*1, 5
• Tank (sinds tanken)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds het tanken.
*1, 2*1
: Gebruik het weergegeven
brandstofverbruik slechts ter referentie.
*2: Als er een kleine hoeveelheid
brandstof wordt getankt, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als
brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
*3: Deze afstand wordt berekend op
basis van het gemiddelde
brandstofverbruik. Hierdoor kan de
werkelijke afstand die nog kan worden
gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
2.1 Instrumentenpaneel
84

Lezen van het staafdisplay:
Nog niet geëvalueerd Bijna leeg Hoog
• Nadat het hybridesysteem is gestart,
wordt de Eco-score niet weergegeven
zolang de rijsnelheid lager is dan
ongeveer 30 km/h.
• De Eco-score wordt iedere keer
wanneer het hybridesysteem wordt
gestart, gereset.
• Als het hybridesysteem uitgezet
wordt, wordt de totale score van de
huidige rit weergegeven.
Weergave snelheidsmeter/actieradius
1Weergave snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
2Actieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
Als er een kleine hoeveelheid
brandstof wordt getankt, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als
brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Deze afstand wordt berekend op
basis van het gemiddelde
brandstofverbruik. Hierdoor kan de
werkelijke afstand die nog kan
worden gereden, afwijken van de
weergegeven afstand.EV-verhouding
1Verstreken tijd sinds starten
Geeft de verstreken tijd sinds het
starten van het hybridesysteem weer.
2Indicator EV-verhouding
Geeft de EV-rijverhouding weer.
Weergave instellingen (
)
Wijzigen van instellingen
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel.
1. Druk op
ofomte
selecteren.
2. Bedien de toetsen om het gewenste
onderwerp te selecteren.
3. Houd
ingedrukt of druk erop.
De beschikbare instellingen
verschillen afhankelijk van of
wordt ingedrukt of ingedrukt wordt
gehouden. Volg de instructies op het
display.
2.1 Instrumentenpaneel
86

PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig) (→blz. 235)
Druk op
om de Parking Support Brake in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
PKSBAan
Hiermee kunt u het Parking Support Brake-
systeem in- of uitschakelen.
Uit
Parking Assist (Toyota Parking Assist-sensor) (→blz. 218)
Druk op
om de Toyota Parking Assist-sensor in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
Toyota Parking
Assist-sensorAan
Hiermee kan de Toyota Parking Assist-sensor
worden in- of uitgeschakeld.
Uit
Houdingedrukt om de instellingen van het volgende onderwerp te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Volume1 (laag)
Hiermee kunt u het volume van de zoemer van de
Toyota Parking Assist-sensor wijzigen. 2 (gemiddeld)
3 (luid)
HUD (head-up display) (indien aanwezig) (→blz. 94)
Druk op
om het head-up display in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
HUDAan
Hiermee kunt u het head-up display in- of uit-
schakelen.
Uit
Houdingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Helderheid/positie HUDHiermee kan de helderheid/positie van het
head-up display worden ingesteld.
■Druk op de toets
/om de helderheid
van het display in te stellen.
■Druk op de toets
/om de positie van
het display in te stellen.
Rijondersteuning
HUDInstellingen toeren-
tellerHiermee kunt u de weergave wijzigen tussen de
onderwerpen:
■Hybridesysteemindicator
■Toerenteller
■Geen inhoud
Navigatiesysteem
Hiermee kunt u de inhoud van het head-up dis-
play in- of uitschakelen. Rijstrook
Ondersteunend
systeem
Kompas
WisselenHiermee kan de hoek van het head-up display
worden ingesteld.
Druk op de toets
/om de hoek van het
display in te stellen.
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Instrumentenpaneel

Zonnescherm achterruit (indien aanwezig) (→blz. 277)
Druk op
om het zonnescherm van de achterruit omhoog of omlaag te bewegen.
Onderwerp Instellingen Details
Zonnescherm ach-
terruitOmhoog
Hiermee kunt u het zonnescherm van de achter-
ruit omhoog of omlaag bewegen.
Omlaag
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig) (→blz. 192)
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
RSA
*1Aan
Hiermee kunt u de RSA in- of uitschakelen.
Uit
MeldingswijzeMelding te hoge
snelheid
*2
Hiermee kan de wijze waarop de bestuurder
wordt gewaarschuwd als de op het verkeersbord
op het multi-informatiedisplay weergegeven
snelheidslimiet wordt overschreden, worden ge-
selecteerd.
Beschikbare methoden:
■Geen melding
■Alleen weergave
■Weergave en zoemer
Meldingen inhaal-
verbodHiermee kan de wijze waarop het systeem de
bestuurder waarschuwt voor het volgende wor-
den geselecteerd:
■Als de auto inhaalt terwijl het verkeersbord
met een inhaalverbod op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven.
Beschikbare methoden:
■Geen melding
■Alleen weergave
■Weergave en zoemer
Andere meldingen
(melding verboden
in te rijden)
*3
Hiermee kan de wijze waarop het systeem de
bestuurder waarschuwt als het signaleert dat de
auto een weg met een inrijverbod nadert terwijl
er een verkeersbord voor verboden in te rijden
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, worden geselecteerd.
Beschikbare methoden:
■Geen melding
■Alleen weergave
■Weergave en zoemer
Meldingsniveau
snelheidsover-
schrijding10 km/h (5 mph)
Hiermee kan worden geselecteerd bij welke snel-
heidsoverschrijding de waarschuwing snelheids-
overschrijding wordt geactiveerd als de op het ver-
keersbord op het multi-informatiedisplay
weergegeven snelheidslimiet wordt overschreden.
5 km/h (3 mph)
2 km/h (1 mph)
*1: Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
*2: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
*3: Auto's met navigatiesysteem
2.1 Instrumentenpaneel
90

Voertuiginstellingen
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
TPWS (bandenspanningswaarschuwingssysteem) (→blz. 299)
Stel bandenspanning in (initialisatie ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)Hiermee kan het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem worden geïnitialiseerd. Houd om
de initialisatie uit te voeren de toets
inge-
drukt.
Zorg dat alle banden op de voorgeschreven
spanning zijn gebracht voordat u de initialisatie
uitvoert. (→Blz. 300)
Wielen wijzigen (registreer de identifica-
tiecodes van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)Hiermee kunt u de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensoren registreren in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Houd, om
de identificatiecodes te registreren, de toets
ingedrukt. (→Blz. 301)
Herinneringsfunctie
achterstoel
(→blz. 108)Aan
Hiermee kunt u de herinneringsfunctie voor de
achterstoel in- of uitschakelen.
Uit
Instellingen instrumentenpaneel
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
TaalHiermee kan de weergegeven taal worden gewij-
zigd.
EenhedenHiermee kunnen de weergegeven meeteenhe-
den worden gewijzigd.
(EV-
controlelampje)Aan
Hiermee kunt u de werking van het EV-
controlelampje in- of uitschakelen. (→Blz. 64)
Uit
SnelheidsmeterAan
Hiermee kan de weergave van de snelheidsmeter
worden in- of uitgeschakeld.
Uit
GadgetinhoudUit Geen weergave
Gemiddelde rijsnel-
heid
Hiermee kunt u de weergave van een gadget wij-
zigen. Afstand
Verstreken tijd
Type brandstofver-
bruikReis (sinds star-
ten)
*1Hiermee kunt u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik en een onderwerp dat wordt
weergegeven als gadget wijzigen. Totaal (sinds reset-
ten)
Tank (sinds tan-
ken)
*2
Multi-informatiedisplay uitHiermee kunt u het multi-informatiedisplay uit-
zetten.
Druk op een van de richtingtoetsen (///) om het multi-informatiedisplay weer
aan te zetten.
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Instrumentenpaneel

Onderwerp Instellingen Details
Pop-updisplayKruispuntenbege-
leiding (indien aan-
wezig)
Hiermee kunt u het pop-updisplay in- of uitscha-
kelen. Inkomende oproe-
pen
Instellen helderheid
StandaardinstellingHiermee kunnen de instellingen van de weergave
van het instrumentenpaneel worden gereset
naar de standaardinstelling.
*1: Door dit onderwerp te selecteren verandert ook de gadget.
*2: Door dit onderwerp te selecteren wordt de weergave van de gadget uitgeschakeld.
Kilometerteller/dagteller
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de
auto gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste keer
op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen
onafhankelijk van elkaar worden gebruikt
en verschillende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd
vervolgens de toets ODO/TRIP ingedrukt.
Suggestiefunctie
Hiermee worden suggesties voor de
bestuurder weergegeven in de
onderstaande situaties. U kunt een
reactie op de weergegeven suggestie
selecteren met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
De suggestiefunctie kan worden in- en
uitgeschakeld.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 383)
Suggestie om de koplampen uit te
schakelen
Als de koplampen gedurende een
bepaalde tijd ingeschakeld blijven terwijl
de lichtschakelaar in de stand AUTO staatnadat het contact UIT is gezet, wordt er
een melding van de suggestiefunctie
weergegeven met de vraag of u de
koplampen wilt uitschakelen. Selecteer
“Yes” ( ja) om de koplampen uit te
schakelen.
Als een voorportier wordt geopend nadat
het contact UIT is gezet, wordt deze
melding van de suggestiefunctie niet
weergegeven.
Suggestie om de elektrisch bedienbare
ruiten te sluiten (gekoppeld aan de
werking van de ruitenwissers)
Als de ruitenwissers worden bediend
terwijl een of meer elektrisch bedienbare
ruiten zijn geopend, verschijnt een
melding van de suggestiefunctie met de
vraag of u de elektrisch bedienbare ruiten
wilt sluiten. Selecteer “Yes” ( ja) om alle
elektrisch bedienbare ruiten te sluiten.
Suggestie om de elektrisch bedienbare
ruiten te sluiten (gekoppeld aan de
rijsnelheid)
Als gedurende een bepaalde tijd met
hoge snelheden gereden wordt terwijl
een elektrisch bedienbare ruit geopend
is, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie met de vraag of u de
elektrisch bedienbare ruiten wilt sluiten.
Selecteer “Yes” ( ja) om alle elektrisch
bedienbare ruiten te sluiten.
2.1 Instrumentenpaneel
92