Page 233 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de bestuurderscamera (indien
aanwezig)
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, werken de bestuurderscamera
en de daaraan gekoppelde systemen
mogelijk niet goed, waardoor een
ongeval kan ontstaan met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
• Stel de bestuurderscamera en de
omgeving ervan niet bloot aan
krachtige schokken.
Als de bestuurderscamera aan een
krachtige schok wordt blootgesteld,
kan hij uit zijn positie raken waardoor
de bestuurder niet goed meer wordt
gedetecteerd. Laat in dat geval de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Wijzig niets aan de
bestuurderscamera en haal hem niet
uit elkaar.
• Bevestig geen accessoires,
(doorzichtige) stickers, enz. op de
bestuurderscamera of het
omliggende gebied.
• Voorkom dat de bestuurderscamera
en de omgeving ervan nat worden.
• Dek de bestuurderscamera niet af en
zorg dat zich niets tussen de camera
en de bestuurder bevindt.
• Voorkom dat de lens van de
bestuurderscamera beschadigd raakt.
• Raak de lens van de
bestuurderscamera niet aan en
voorkom dat de lens vuil wordt.
Als de cameralens vuil is of als er
vingerafdrukken op zitten, maak de
lens dan schoon met een droge
zachte doek om blijvende vlekken en
beschadigingen te voorkomen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Gebruik voor het schoonmaken van de
lens geen reinigingsmiddelen of
organische oplosmiddelen. Hierdoor
kan het kunststof beschadigd raken.
Situaties waarin de sensoren mogelijk
niet goed werken
• Wanneer de hoogte of de
hellingshoek van de auto is gewijzigd
door modificaties
• Wanneer de voorruit vuil, beslagen,
gebarsten of beschadigd is
• Wanneer de omgevingstemperatuur
hoog of laag is
• Wanneer het gedeelte van de voorruit
voor de sensor is bedekt met
bijvoorbeeld modder, sneeuw, dode
insecten of vuil
• Onder slechte weersomstandigheden,
bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of een zandstorm
• Wanneer bijvoorbeeld water, sneeuw
of stof wordt opgeworpen door een
voorligger, of bij het rijden door een
mistbank of rook
• Wanneer met uitgeschakelde
koplampen in het donker wordt
gereden, bijvoorbeeld 's nachts of in
een tunnel
• Wanneer het lampglas van de
koplampen vuil is waardoor de
koplampen de weg minder goed
verlichten
• Wanneer de koplampen niet goed zijn
afgesteld
• Wanneer een koplamp defect is
• Wanneer de verlichting van een ander
voertuig, de zon of gereflecteerd licht
direct in de camera voor schijnt
• Wanneer de helderheid van het
omgevingslicht plotseling verandert
• Wanneer wordt gereden in de buurt
van een televisiezendmast,
radiozender of elektriciteitscentrale,
een met een radar uitgeruste auto of
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen
231
5
Rijden
Page 394 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer het bovenste deel van devoorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt
aangeraakt
• Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de
regensensor wordt gehouden
• Als iets tegen de voorruit stoot
• Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de achterbumper
Als de lak van de achterbumper is
geschilferd of bekrast, werken de
onderstaande systemen mogelijk niet
goed. Neem, als dit gebeurt, contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Toyota Safety Sense
• BSM (indien aanwezig)
• RCTA (indien aanwezig)
• PKSB (indien aanwezig)
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
• Was de auto zo spoedig mogelijk: – Na het rijden in een kustgebied
– Na het rijden over gepekelde wegen
– Als er zich teer of boomsappen opde lak bevinden
– Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
– Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof,
ijzerdeeltjes of chemische stoffen
– Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
– Als er brandstof op de lak is gemorst
• Als de lak is geschilferd of bekrast, laat deze dan direct herstellen.
• Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te
OPMERKING(Vervolg)
voorkomen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
• Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen
organische oplosmiddelen en borstel
ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
• Breng geen was aan op de lenzen. Was kan het lampglas beschadigen.
Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de
ruitenwissers in werking treden
waardoor de ruitenwisserbladen
beschadigd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
• Stel de camera of de omgeving ervan tijdens het wassen van de auto niet
bloot aan sterke waterstralen uit een
hogedrukreiniger. Door de kracht van
de waterstralen werkt het apparaat
mogelijk niet goed meer.
• Spuit geen water rechtstreeks op de radar die achter de afdekkap van de
radarsensor is aangebracht. Anders
kan het systeem beschadigd raken.
• Houd de sproeierkop uit de buurt van hoezen (rubberen of kunststof
afdekkingen), stekkers of de volgende
onderdelen. Wanneer onderdelen in
aanraking komen met sterke
waterstralen, kunnen ze beschadigd
raken.
– Aan tractie gerelateerde onderdelen
– Onderdelen stuurinrichting
– Onderdelen wielophanging
– Onderdelen remsysteem
• Houd de sproeierkop op ten minste 30 cm van de carrosserie. Anders
kunnen kunststof delen, zoals lijsten
en bumpers, vervormd of beschadigd
raken. Houd de sproeierkop ook niet
de hele tijd op dezelfde plek.
7.1 Onderhoud en verzorging
392
Page 435 of 586
Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde
van het koplampglas is normaal. Neem in
de volgende gevallen contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voor meer informatie:
• Als er erg veel condens aan de
binnenzijde van het koplampglas zit.
• Als de binnenzijde van de koplamp nat
is en blijft.
Bij het vervangen van een elektronisch
onderdeel, zoals verlichting, enz.
→Blz. 432
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
433
7
Onderhoud en verzorging