7.3 Zelf uit te voeren
onderhoud
7.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren onderhoud
Als u controles en
onderhoudswerkzaamheden uitvoert,
dient u dit precies te doen zoals in dit
hoofdstuk wordt beschreven.
Onderhoud
Onderwerp Benodigdheden
Conditie 12V-accu
(→blz. 403)■Warm water
■Zuiveringszout
■Vet
■Universele
sleutel (voor de
bouten van de
accukabels)
■Gedestilleerd
water
Koelvloeistofniveau
verwarming
(→blz. 401,
blz. 402)■Toyota Super
Long Life
Coolant of een
gelijkwaardige
hoogwaardige
koelvloeistof op
basis van
ethyleenglycol
en organische
zuren, zonder
silicaat, amine,
nitriet en boraat
Toyota Super
Long Life
Coolant is
voorgemixt met
50%
koelvloeistof en
50%
gedestilleerd
water.
■Trechter
(uitsluitend voor
het bijvullen van
koelvloeistof )
Onderwerp Benodigdheden
Koelvloeistofniveau
vermogensrege-
leenheid
(→blz. 402)■Om ervoor te
zorgen dat het
koelsysteem van
de
tractiebatterij
optimaal kan
presteren en de
kans op
kortsluiting van
de
tractiebatterij of
andere schade
aan uw auto te
beperken,
adviseert Toyota
om Toyota
Genuine
Traction Battery
Coolant of een
gelijkwaardig
product te
gebruiken.
■Trechter
(uitsluitend voor
het bijvullen van
koelvloeistof )
Zekeringen
(→blz. 430)■Zekering met
dezelfde
stroomsterkte
als de
oorspronkelijke
zekering
Radiateur en con-
densor (→blz. 402)−
Bandenspanning
(→blz. 424)■Banden-
spanningsmeter
■Compressor
Ruitensproeier-
vloeistof
(→blz. 405)■Water of ruiten-
sproeiervloeistof
met antivries
(voor gebruik
onder winterse
omstandigheden)
■Trechter
(uitsluitend voor
het bijvullen van
ruitensproeier-
vloeistof )
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
397
7
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede
mengverhouding van water en antivries
zorgt voor een goede smering,
corrosiebescherming en koeling. Lees
altijd de informatie op het etiket van de
antivries of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel
water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
Controle van radiateur en condensor
Controleer de radiateur en de condensor
en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen
erg vuil is of als u niet zeker bent van de
staat ervan, laat dan uw auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Wanneer het EV-systeem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen
de radiateur en de condensor niet aan,
aangezien deze heet kunnen zijn.
Wanneer de elektrische
koelventilator draait
Raak het elektromotorcompartiment
niet aan.
Wanneer het contact AAN staat, kan de
elektrische koelventilator automatisch
worden ingeschakeld als de
airconditioning wordt ingeschakeld
en/of als de koelvloeistoftemperatuur
hoog is. Controleer of het contact UIT
staat als u in de buurt van de
elektrische koelventilator of de grille
komt.Controleren van de koelvloeistof van de
vermogensregeleenheid
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes MAX en MIN
bevindt als het EV-systeem koud is.
ADop reservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (MIN) bevindt,
moet koelvloeistof worden bijgevuld
tot aan het bovenste streepje (MAX).
Selectie van koelvloeistof
Om ervoor te zorgen dat het koelsysteem
van de tractiebatterij optimaal kan
presteren en de kans op kortsluiting van
de tractiebatterij of andere schade aan
uw auto te beperken, adviseert Toyota om
Toyota Genuine Traction Battery Coolant
of een gelijkwaardig product te
gebruiken.
Toyota kan niet garanderen dat bij het
gebruik van een ander product dan
Toyota Genuine Traction Battery Coolant
er geen risico is van kortsluiting van de
tractiebatterij of van andere schade.
Gebruik nooit water aangezien water
schade zal veroorzaken.
Gebruik uit de radiateur verwijderde
koelvloeistof niet opnieuw.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
402
Controlelampje Traction Control
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het VSC-systeem;
■De TRC; of
■De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje parkeerrem
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gedeac-
tiveerd
Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeactiveerd
is. Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeactiveerd
is, werkt het systeem normaal.
Controlelampje Brake Hold-systeem in werking
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-
systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet
hoorbaar door omgevingsgeluiden of
geluid van het audiosysteem.
Detectiesensor voorpassagier,
controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
• Als er bagage wordt geplaatst op de
passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en
de waarschuwingszoemer laten
klinken, ook al zit er niemand op de
passagiersstoel.
• Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht
niet goed, waardoor ook het
waarschuwingslampje niet goed
werkt.Waarschuwingslampje
(waarschuwingszoemer) elektrische
stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is
of tijdelijk daalt, kan het
waarschuwingslampje van de
elektrische stuurbekrachtiging gaan
branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden
om na te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is:→blz. 455
Als geen van de banden lek is: Zet het
contact UIT en vervolgens AAN.
Controleer of het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gaat branden of
knipperen.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
447
8
Bij problemen
Als “System Stopped Driver Monitor
Out of Temperature” (Systeem
uitgeschakeld. Bestuurderscamera
buiten temperatuurbereik) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• Bestuurderscamera
De temperatuur van de
bestuurderscamera ligt buiten het
werkingsgebied. Wacht totdat de
temperatuur normaal is.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de draaiknop van de transmissie
moet worden bediend
Om te voorkomen dat de draaiknop van
de transmissie in de verkeerde stand
wordt gezet of dat de auto onverwachts
in beweging komt, kan op het
multi-informatiedisplay een melding
worden weergegeven die u verzoekt om
de draaiknop in een andere stand te
zetten. Volg in dat geval de instructie
van de melding en zet de transmissie in
de aangegeven stand.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, volg dan de
instructies op.– “Battery Low” (batterij bijna leeg)
(→blz. 469)
– “Check Charging System Close
Charging Port Lid” (Controleer
laadsysteem. Sluit klep
laadaansluiting) (→blz. 120)
– “Charging system malfunction”
(storing laadsysteem) (→blz. 120)
– “Charging stopped High energy
use” (laden gestopt, hoog
energieverbruik) (→blz. 120)
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan dit
duiden op een storing. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Entry & Start System Malfunction”
(storing in Smart entry-systeem
met startknop)
– “Traction battery system
malfunction” (systeemstoring
tractiebatterij)
– “Accelerator system malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Plug-in Charging System
Malfunction” (storing
plugin-laadsysteem)
– “EV system malfunction” (storing in
EV-systeem)
– “Shift System Malfunction Apply
Parking Brake Securely When
Parking See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem.
Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction Stop in a
Safe Place See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Breng
auto op veilige plaats tot stilstand.
Zie handleiding)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
454
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Houd kinderen uit de buurt van de
12V-accu.
Vervangen van de 12V-accu
• Wanneer de ontluchtingsnippel zich
in de buurt van de klembeugel
bevinden, kan er accuvloeistof (zuur)
lekken.
• Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de
startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilator.
8.2.11 Als uw auto oververhit
raakt
Wanneer “EV System overheated Output
power reduced” (EV-systeem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is uw auto mogelijk
oververhit.
OPMERKING
Koelvloeistof koelsysteem
Voor de radiateur wordt een specifieke
koelvloeistof gebruikt. Er kan schade
ontstaan wanneer er water of een ander
soort koelvloeistof wordt gebruikt.
Gebruik dus nooit andere soorten
vloeistof. Neem direct contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u niet beschikt over
Toyota Genuine Traction Battery
Coolant.
OPMERKING(Vervolg)
Correctieprocedures
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en schakel de
airconditioning uit.
2. Laat het EV-systeem ingeschakeld en
open de motorkap voorzichtig.
3. Controleer of de koelventilator draait.
Als de ventilator draait: Wacht tot de
melding “EV System overheated
Output power reduced” (EV-systeem
oververhit. Gereduceerd
uitgangsvermogen) verdwijnt en zet
dan het EV-systeem uit. Neem, als de
melding niet verdwijnt, contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als de
ventilator niet draait: Schakel het
EV-systeem onmiddellijk uit en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Controleer nadat het EV-systeem is
afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
473
8
Bij problemen
ARadiateur
BKoelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
5. Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes MAX en
MIN bevindt.
AReservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
6. Als het koelvloeistofniveau te laag is,
vul dan bij met Toyota Genuine
Traction Battery Coolant.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als u niet
beschikt over Toyota Genuine Traction
Battery Coolant.1. Verwijder de bout.
2. Open de dop van het reservoir.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken
door de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Een ongeval of letsel voorkomen bij
controles in de motorruimte van uw
auto
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig
letsel, zoals brandwonden, tot gevolg
hebben.
• Als er stoom onder de motorkap
vandaan komt, open de motorkap
dan niet voordat de stoom is
verdwenen. Het
elektromotorcompartiment kan zeer
heet zijn.
• Houd uw handen en kleding (met
name stropdassen, sjaals en dassen)
uit de buurt van de ventilator. Als u
dit niet doet, kunnen uw handen of
kleding bekneld raken, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
• Draai de dop van het
koelvloeistofreservoir niet los als
het EV-systeem en de radiateur heet
zijn. Er kan hete stoom of
koelvloeistof uit spuiten.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
474