282
3D Connect-navigatie
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon om te
kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld en de telefoon moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten" (in de
telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de
telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of
de door de telefoon en het systeem weergegeven
code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth
uit te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken". Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online
navigatie nadat eerst verbinding delen via de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u gevraagd
om de overdracht van uw contacten en berichten
goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen hangt af van de
telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle drie
de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP,
MAP en PAN. Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende instructies,
enz.).
Automatisch opnieuw verbinding maken
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het inschakelen van het
contact automatisch verbinding gemaakt met de
telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te
geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of
ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
283
3D Connect-navigatie
12Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te
geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te
verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt
een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets telefoon op het stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Selecteer “Gesprek beëindigen" op het touchscreen.
Bellen
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt ten zeerste afgeraden.
Parkeer de auto.
Gebruik de schakelaars op of rondom het
stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
Of, houd
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer
te geven.
OfHoud
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken"om een nieuw contact toe te voegen.
Druk op het tabblad "Telefoon" om het telefoonnummer (de telefoonnummers) van
het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Adres" om het adres (de adressen) van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Email" om het e-mailadres (de e-mailadressen) van het
contact in te voeren.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten op
achternaam + voornaam, of voornaam +
achternaam te sorteren.
288
3D Connect-navigatie
► Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick kan
het even duren voordat deze wordt afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens niet
verwerken.
►
Gebruik standaard karakters voor de benaming
van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt niet om mijn Bluetooth-telefoon te
koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw toestel niet
zichtbaar is voor het systeem. ►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon of
deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon uit
en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem..
►
U kunt de compatibiliteit van uw telefoon
controleren op de website van het merk (services).
Android Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay worden niet ingeschakeld
wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Android Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Controleer de lijst met ondersteunde landen via
deze websites: Google Android Auto of Apple.
Het volume van de via Bluetooth verbonden
telefoon is te laag.
Het volume is afhankelijk van het systeem en van
de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het volume
van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van
een telefoongesprek.
► Beperk geluid uit de omgeving (sluit bijvoorbeeld
ramen, zet de ventilatie lager of ga langzamer
rijden). Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de simkaart
synchroniseren, de contacten op de telefoon
synchroniseren, of beide. Wanneer u beide
synchronisaties selecteert, kan het zijn dat sommige
contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van simkaart weergeven"
of "Contacten van telefoon weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave van
contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-tekstberichten.
In de modus Bluetooth kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge en lage
tonen wijzig, wordt geluidssfeer uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage tonen
gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en lage
tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
293
Trefwoordenregister
12V-accu 193, 200, 223, 223–226
180° te openen
44
180° zicht naar achteren
178
A
Aanhanger 104, 194
Aanhangergewichten
229–230, 233
Aansluiting 12 V
71
Aansluiting 220 V
72
ABS
102
Accessoires
99
Accu laden
225
Achterbank
58
Achterdeuren
33–35, 44, 220–221
Achterklep
33–35, 36, 45
Achterportieren
44
Achterruitverwarming
84
Achterstoel en -bank op rails
58, 62–64
Achteruitrijcamera
156, 175, 178
Achteruitrijlicht
220, 222
Actieradius AdBlue®
20, 199
Active Safety Brake
167–170
Adaptieve cruise control met Stop-functie
159
Adaptieve snelheidsregelaar
159, 164, 166–167
AdBlue®
20, 202
AdBlue® bijvullen
203
AdBlue®-reservoir
203
Advanced Grip Control
104
Afmetingen
235
Afstandsbediening
29–33, 35, 138
Afzetten van de motor 138, 140–141
Airbags
109, 111, 114
Airbags vóór
109–111, 114
Airconditioning
79, 81–82
Airconditioning (handbediend)
80, 83
Airconditioning met gescheiden regeling
83
Alarmknipperlichten
99, 208
Alarmsysteem
45–47
Algemeen menu
26, 239
Allesdragers
195
Android Auto verbinding
258, 276
Antiblokkeersysteem (ABS)
102
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
30
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
102–103, 105
Apple®-speler
244, 256, 281
Apple CarPlay verbinding
257, 276
Apps
277
Armleuning vóór
51
Audiokabel
280
Autogegevens
290
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
81
Automatische ruitenwissers
96–97
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
145, 147–150, 201, 224
Automatisch inschakelen verlichting
92
Automatisch noodremsysteem
167–170
AUX-aansluiting
243, 256, 280B
Bagageafdekking 72
Bagagenet voor hoge belading
74–75
Bagageruimte
45
Banden
201, 237
Bandencompressor
210
Banden oppompen
201, 237
Bandenreparatieset
210–213
Bandenspanning
201, 210, 212, 237
Bandenspanningscontrole (met set)
210, 212–213
Bandenspanning te laag (detectie)
154
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij
36–37, 86
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
36
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen
aan stuurkolom
239, 251, 265
Beladen
73, 195
Beveiliging tegen beknellen ~ Klembeveiliging
76
Bijvullen AdBlue®
199, 203
Binnenspiegel
54
BlueHDi
20, 199, 208
Bluetooth (handsfree set)
245, 258–259, 281–282
Bluetooth (telefoon)
258–259, 281–283
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
247
Bluetooth-verbinding
245, 258–259, 277, 281–283
Boordcomputer
24–25
Boordgereedschap
209
Brandstof
7, 180
Brandstofadditief
199–200
294
Trefwoordenregister
Brandstofniveaumeter 180–181
Brandstoftank
180, 180–181
Brandstof tanken
180–181
Brandstoftank leeg (diesel)
208
Brandstofverbruik
7
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
180–181
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
180–181
Buitenspiegels
53–54, 84, 172–174
Buitenverlichting
93
C
Carrosserie 206
Carrosserie-onderhoud
206
CD
243
CD MP3
243
CD-/MP3 -speler
243
Centrale vergrendeling
29, 33–34, 38
Claxon
102
Configuratie van de auto
26
Connectiviteit
276
Contact
140–141, 283
Contact aangezet
141
Controlelampjes
12
Controle motorolieniveau ~
Motorolieniveau, controle
19
Controlepaneel
185–186
Controles
197, 200–202
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
241–242, 255, 279–280
Dagteller
23
Dashboardkastje
70
Datum (instellen)
28, 261, 285
Datum instellen
28, 261, 285
Derde remlicht
221
Detectie obstakels
174
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
154, 212, 217
De tractiebatterij laden
186
Dieselmotor
180, 197, 208, 230
Digitale radio - DAB
(Digital Audio Broadcasting)
241, 255, 279–280
Dimlicht
90, 218–219
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
23
Display instrumentenpaneel
24
Dodehoekbewaking
172–173, 174
Dubbele cabine met vaste achterbank
67–68
Dubbele cabine met wegklapbare bank
68
Dynamische noodrem
143–145
E
Eco-mode 193
Eco-mode ~ Eco-modus
193
Eco-rijden (adviezen)
7
ECO-stand
152
Eendelige vaste bank 59–60
Een lamp vervangen (achterdeuren)
220
Electronic Stability Program (ESC)
102–103, 105
Elektrisch bedienbare schuifdeur
33–35, 38–42
Elektrisch bediende handrem ~
Handrem, elektrisch bediend
142–145, 201
Elektrische ruitbediening
47–48
Elektrisch verstelbare stoelen
50
Elektromotor
5, 8, 26–27, 141, 182,
195, 197, 223, 227, 233
Elektronische remdrukregelaar (REF)
102
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
102
Elektronische sleutel
29, 141–142
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
138
Elektronisch Stabiliteits
Programma (ESP)
102, 104–105
Energiestromen
27
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
102
Etiketten
58
Extra verwarming
46, 85–86
F
Flacon AdBlue® 203
Follow me home verlichting ~
Follow-me-home-verlichting
92
Frequentie (radio)
279
296
Trefwoordenregister
Kleurcode lak 237
Klimaatregeling
82, 84
Klokje (instellen)
28, 261, 286
Koelvloeistof
199
Koelvloeistoftemperatuur
20
Koelvloeistoftemperatuurmeter
20
Kofferdeksel sluiten
45
Koplampverstelling
95
Krik
213–214
L
Laadkabel 186
Laadkabel (elektrische auto)
185
Laadniveaumeter (elektrische auto)
22
Laadschot
73
Laadstekker (elektrische auto)
184, 190–192
Laadsysteem (elektrische auto)
5, 8, 26, 182, 197
Laadzone
73
Laden accu ~ Accu laden
225
Laden tractiebatterij
186
Laden via een normaal stopcontact
186
Lader voor versneld laden (wallbox)
185
Lak
206, 237
Lampen
218
Lampen (vervangen)
217, 220
Lampen vervangen
217, 217–218, 220–222
Lane Departure Warning (LDW)
171
Leder (onderhoud)
207
Lekke band
210–211, 213
Lendensteun
49, 52–53
Lendensteun, verstelling 49
Lichtschakelaar
90
Lokaliseren van de auto
30
Luchtfilter
200
Luchtfilter (vervangen)
200
Luchtrecirculatie
81, 83
M
Massagefunctie 52
Matte lak
206
Matten
69, 157
Mat verwijderen
69
Meldingen
284
Menu
257
Menu's (audio)
252–253, 265–266
Menustructuren display
257
Milieu
7, 37, 86, 137
Minimaal laadniveau tractiebatterij
(elektrische auto)
22
Mistachterlicht
90, 220, 222
Mistlampen vóór
90, 220
Mobiele app
27, 87, 192
Moduwork
54–56
Monteren allesdragers ~
Allesdragers monteren
195
Motor
202
Motoren
229
Motorkap
197–198
Motorkapsteun
197–198
Motorolie
198
Motorolieniveaumeter 19
MP3 (CD)
243
Multifunctioneel display (met autoradio)
239
N
Navigatiesysteem 271–273
Netaansluiting (standaardstekker)
185
Niveau AdBlue®
199
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
199–200
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
20, 199
Niveau koplampsproeiervloeistof ~
Koplampsproeiervloeistofniveau
96
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
199
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
96, 199
Niveaus controleren
198–199
Niveaus en controles
197–199
Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof ~
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
199
Noodbediening achterklep
36
Noodbediening portieren
29, 35–36
Noodoproep ~ Urgence-oproep
100
Noodprocedure starten
141, 224
Noodremassistentie ~
Brake Assist System (BAS)
102, 169
Noodremassistentie (AFU) ~
Brake Assist System (BAS)
102
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
23
298
Trefwoordenregister
Rijstrookcontrolesystemen 102
Rijverlichting
90, 93
Roetfilter
199–200
Ruitensproeier achter
97
Ruitensproeiers
96
Ruitensproeiers vóór
96
Ruitenwisser achter
97
Ruitenwisserbladen (vervangen)
97–98
Ruitenwisserbladen vervangen
97–98
Ruitenwissers
95, 97
Ruitenwisserschakelaar
95–97
Ruitenwissers vóór
96
Ruit van de achterklep
45
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
52
Schakel sneeuwketting
194, 215
Scheidingsnet
54–56
Schuifdeuren
40
SCR (Selective Catalytic Reduction)
21, 202
SCR-systeem
21, 202
Selectiehendel
145, 147
Selectiehendel automatische transmissie ~
Schakelen automatische versnellingsbak
147–149
Selectiehendel (elektrische auto)
150, 201
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
146
Selectieve ontgrendeling
32–33
Sensoren (waarschuwingen)
156
Serienummer auto 237
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
210–213
Sfeerverlichting
95
Sierdeel
217
Signalering onoplettendheid
171–172
Sjorogen
73
Sleepoog
228
Slepen
226
Slepen van de auto
226
Slepen van een auto
228
Sleutel
29–33, 35–36
Sleutel met afstandsbediening
33–34
Sleutel niet herkend
141
Smartphone
27
SMS
284
Sneeuwkettingen
154, 194, 215
Snelheidsbegrenzer
157, 159–161
Snelheidslimietherkenning
157–158,
160, 163, 166–167
Snelheidsregelaar
157, 159, 161–164
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
159
Snelmenu's
26
Spaarfase
194
Sport-stand
152
Starten
224
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
180
Starten van de auto
139, 141–142, 145, 147–149
Starten van de motor
138, 141
Stickers
206
Stickerset
206
Stilzetten van de auto
140–142, 147–149Stoelen achter ~ Achterbank 59–64, 113
Stoelen verstellen
49–50
Stoelverwarming
52
Stop & Start
25, 80, 152–153, 180, 196, 200, 226
Streaming audio Bluetooth
244, 256, 281
Stuurbekrachtigingsvloeistof
199
Stuurwiel (verstellen)
53
Supersnel laden (elektrische auto)
191–192, 233
Supervergrendeling
34–35
Synchroniseren afstandsbediening
37
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
37
T
Tafeltje 50
Tafeltjes
70
Tankbeveiliging
181
Technische gegevens
230, 233
Te laag brandstofniveau
180–181
Telefoon
245–247, 258–260, 281–284
Teller
157
Temperatuurregeling
81
Terugwinnen van energie
22, 151
Textuurlak
206
Thermische comfortfuncties
22
Thermisch isolerende voorruit
54
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
210, 212–213
Tijd instellen
28, 261, 286
TMC (verkeersinformatie)
273
Toegang tot de 3e zitrij
59, 61