Page 8 of 324
6
Overzicht
Stickers
Deel "Toegang - Achterdeuren":
Deel "Ergonomie en comfort - Moduwork":
Deel "Ergonomie en comfort -
"Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
stoelen en banken":
Deel "Ergonomie en comfort - Wegklapbare
schuiftafel":
Deel "Ergonomie en comfort - Extra verwarming/
ventilatie":
Deel "Veiligheid - Kinderzitjes - De airbag vóór
aan passagierszijde uitschakelen":
Deel "Veiligheid - ISOFIX-kinderzitjes":
Deel "Veiligheid - Handmatig kinderslot":
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem":
Deel "Praktische informatie - Compatibiliteit van
brandstoffen":
Deel "Praktische informatie - Laadsysteem
(Elektrisch)":
Deel "Praktische informatie - De tractiebatterij
opladen (Elektrisch)":
Deel "Praktische informatie - Motorkap":
Deel "Praktische informatie - Niveaus
controleren - Motorkoelvloeistof":
Deel "In geval van pech - Bandenreparatieset":
Deel "In geval van pech - Reservewiel":
Deel "In geval van pech- 12V-accu":
24V12V
Page 18 of 324

16
Instrumentenpaneel
Storing noodremassistentie (bij elektrische
parkeerrem)
Permanent, in combinatie met de melding "Storing parkeerrem".
De noodremassistentie werkt niet optimaal.
Als automatisch uitschakelen niet mogelijk is,
schakel de functie handmatig uit of zie (3).
Hill Start AssistBrandt permanent, in combinatie met de melding "Storing in
antiterugrolsysteem".
Er is een storing in het systeem.
Voer (3) uit.
Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) /
antispinregeling (ASR)
Brandt permanent. De functie is uitgeschakeld.
De functie DSC / ASR wordt automatisch weer
ingeschakeld als de motor opnieuw wordt gestart en
vanaf een snelheid van ongeveer 50 km/h.
Bij een snelheid lager dan 50 km/h kan de functie
handmatig weer worden ingeschakeld.
Bandenspanning te laagBrandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
De bandenspanning van een of meerdere banden
is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset het controlesysteem na het aanpassen van de
bandenspanning.
Het waarschuwingslampje voor te lage bandenspanning knippert en brandt vervolgens permanent, en
waarschuwingslampje Service brandt permanent.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning meer
aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk en
zie (3).
Voorverwarmen motor (Diesel)Brandt tijdelijk
(tot ongeveer 30 seconden bij lage
temperaturen).
Wanneer het contact wordt aangezet, als de
weersomstandigheden en de motortemperatuur dit
noodzakelijk maken.
Wacht met starten totdat het waarschuwingslampje
uit gaat.
Wanneer het waarschuwingslampje uit gaat, wordt
de motor onmiddellijk gestart wanneer u:
–
bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt
houdt.
–
bij een auto met een automatische transmissie het
rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de
knop START/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt
houdt.
Airbag vóór aan passagierszijde (ON)Brandt permanent. De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand "ON". Plaats in dit geval GEEN kinderzitje "met de rug
in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel -
risico op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand "OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
AirbagsBrandt permanent. Een van de airbags of pyrotechnische
gordelspanners is defect.
Voer (3) uit.
Laag brandstofniveau (Diesel)Brandt permanent (lampje of led), met de naald in het rode gebied
(afhankelijk van de uitvoering), in combinatie met
een geluidssignaal en een melding.
Als het lampje gaat branden, zit er nog minder dan
8 liter brandstof in de tank.
Zolang er geen brandstof wordt getankt, wordt deze
waarschuwing iedere keer herhaald wanneer het
contact wordt aangezet, en met een toenemende
frequentie naarmate het brandstofniveau verder zakt
en de nul nadert.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Page 116 of 324

11 4
Veiligheid
Waarschuwingssticker - Airbag vóór aan
passagierszijde
U moet zich aan het volgende voorschrift houden,
dat ook op de waarschuwingssticker aan beide
zijden van de zonneklep aan passagierszijde wordt
vermeld:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op een zitplaats waarvan de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag
kan het KIND LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag vóór aan passagierszijde ALTIJD uit
als u een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorstoel plaatst. Anders kan het kind
ernstig of dodelijk gewond raken wanneer de
airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het uit-/inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen -
kans op dodelijk of ernstig letsel bij het afgaan
van de airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde uit-
of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar zich
in het dashboardkastje.
Bij afgezet contact:
► Steek de sleutel in de schakelaar voor de airbag
en draai deze in de stand "OFF" om de airbag uit te
schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand "
ON" om de airbag
weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om aan te geven dat de airbag
is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
Page 119 of 324
11 7
Veiligheid
5Combi
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Stoelen Tot 13 kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ongeveer 1 tot 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3 tot 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6 tot 10 jaar
Zitrij 1 (c)
met individuele stoel, passagiersstoel en passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
met individuele stoel, passagiersstoel en passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
UF
Bank, middelste zitplaats met
passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" of ingeschakeld "ON" X
Bank, buitenste zitplaats met
passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Bank, buitenste zitplaats met
passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
UF
2e en 3e zitrij
Zitplaatsen achter U
Page 120 of 324
11 8
Veiligheid
Business, Active
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Stoelen Tot 13 kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ongeveer 1 tot 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3 tot 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6 tot 10 jaar
Zitrij 1 (c)
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
U
Passagiersstoel (zonder hoogteverstelling)
met passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Passagiersstoel (zonder hoogteverstelling)
met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
U
2e (d) en 3e (d) zitrij
Zitplaatsen achter U
Page 121 of 324
11 9
Veiligheid
5Allure, Business VIP
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Stoelen Tot 13 kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ongeveer 1 tot 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3 tot 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6 tot 10 jaar
Zitrij 1 (c)
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
U
2e (d) en 3e (d) zitrij
Buitenste zitplaatsen UF
Middelste zitplaats (e) UF
U: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje met
een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de
rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting". UF:
Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje met
een veiligheidsgordel, met het "gezicht in de
rijrichting". X:
Zitplaats niet geschikt voor een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtscategorie.
Page 124 of 324
122
Veiligheid
Overzicht voor het bevestigen van ISOFIX-kinderzitjes
Volgens de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan vo\
or het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van
ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma\
at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(categorie 0) Tot ca. 6
maanden Tot 10 kg
(categorie 0) Tot 13 kg
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)Rug in de rijrichting Rug in de
rijrichtingGezicht in de rijrichting
F G C D E C D A B B1 B2 B3
ISOFIX-maat
Individuele
passagiersstoel of bank met 2
zitplaatsen met
passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" of
ingeschakeld "ON" Geen ISOFIX
Page 126 of 324
124
Veiligheid
Combi
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(categorie 0) Tot ca. 6
maanden Tot 10 kg
(categorie 0) Tot 13 kg
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg (1)Rug in de rijrichting Rug in de
rijrichtingGezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1 B2 B3
Zitrij 1 (a)
Individuele
passagiersstoel of bank met 2
zitplaatsen met
passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" of
ingeschakeld "ON" Geen ISOFIX