
196
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
PEUGEOT i-Connect 
Advanced - PEUGEOT 
i-Connect
Gps-navigatie - Apps - 
Multimedia-audiosysteem 
- Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen verschillen afhankelijk van de uitvoering en 
de configuratie van de auto, en van het land van 
verkoop.
Om veiligheidsredenen en omdat deze  handelingen de aandacht van de bestuurder 
vereisen, moeten deze handelingen worden 
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het 
contact is ingeschakeld:
–
 
Het koppelen van de smartphone met het
  
systeem via Bluetooth
®.
–
 Het gebruik van de smartphone.
–
 
V
erbinding maken met Mirror Screen 
(Apple
®CarPlay®  of Android Auto).
–
 Het wijzigen van de systeeminstellingen en de  
configuratie.
De melding Eco-modus wordt  weergegeven wanneer het systeem in 
stand-by wordt gezet.
Ga voor informatie over de Eco-modus naar het 
deel "Praktische informatie".
Waarschuwing Het navigatiesysteem is een rijhulp. Het 
vervangt de bestuurder niet. De bestuurder 
dient alle navigatie-instructies nauwkeurig te 
controleren.
Als u de navigatie gebruikt, accepteert u de 
volgende voorwaarden:
https://www.tomtom.com/en_gb/legal/
eula-automotive/?388448
De eerste stappen
Het systeem wordt ingeschakeld als het  contact wordt aangezet.
Kort indrukken, contact uit: systeem aan / uit.
Kort indrukken, contact aan: geluid dempen / 
herstellen.
Lang indrukken, contact aan: start stand-bymodus 
(geluid dempen, schermen en klokweergave uit).
Draaien: volume instellen.
Informatie
Dit systeem biedt toegang tot:
–  Bediening van audioapparatuur en telefoon met  
weergave van bijbehorende informatie. –
 
Connected Services en weergave van de
  
bijbehorende informatie.
–  
Bedieningsknoppen van het navigatiesysteem en
  
weergave van de bijbehorende informatie afhankelijk 
van de uitvoering
–  
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitvoering).
–
  
T
 ijd en buitentemperatuur.
–  
Bediening van de verwarming / airconditioning en
  
weergave van de instellingen.
–  
Instellingen voor rijhulpsystemen, comfort-
  
en veiligheidsfuncties, uitgebreid head-up 
display (afhankelijk van uitrusting en uitvoering), 
audiosysteem en digitaal instrumentenpaneel.
–  
Instellingen van functies specifiek voor plug-in
  
hybrideauto's.
–  
W
 eergave van de parkeerhulpsystemen.
–  
Interactief instructieboekje.
–
  
T
 rainingsvideo's (bijvoorbeeld schermbeheer, 
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven 
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
 
De buitentemperatuur gedetecteerd door de
  
sensoren van de auto (er wordt een blauw symbool 
weergegeven bij kans op gladheid).
–
 
Herinnering ingestelde temperatuur voor
  
de airconditioning aan de bestuurders- en 
passagierszijde.
–
 
Laadstatus van de aangesloten smartphone.
–
 
Status voor systeemaansluiting (Bluetooth®, Wi-Fi, 
mobiel netwerk).
–
 
Tijd.    

197
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10– Snel toegang tot de Mirror Screen®-functies (die 
horen bij een verbonden smartphone).
Veeg omlaag vanaf de bovenste rand van het 
touchscreen voor toegang tot het berichtencentrum 
en weergave van een lijst met instellingen:Gast, 
Privacy-instellingen,  Helderheid, Apparaten, 
nachtstand enz.
Werkingsprincipes
► Gebruik deze toets (HOME) om de  
pagina die als laatste door het systeem is 
gebruikt weer te geven; druk nog een keer op de 
toets om de eerste pagina weer te geven en druk 
vervolgens op de schermtoetsen op het 
touchscreen.
Blader door de beginpagina's door met uw  vinger naar rechts of naar links op het 
scherm te vegen.
Door het systeem bladeren
Afhankelijk van de pagina's die op het scherm 
worden weergegeven, kunt u door de tekst of door 
het menu (links op het scherm) bladeren door met 
uw vinger over het scherm te vegen, net als bij een 
smartphone.
Aanraaktoetsen
Contextmenu weergeven / verbergen.  
Terugkeren naar de vorige pagina. 
►
 
V
oor het wijzigen van de status van een functie 
drukt u op de betreffende beschrijving (de wijziging 
wordt bevestigd doordat de schuifknop naar rechts  / links wordt verplaatst: functie ingeschakeld / 
uitgeschakeld).
Toegang tot aanvullende informatie over de 
functie.
Toegang tot instellingen van een functie.  
Snelkoppelingen toevoegen / verwijderen.  
Profielen configureren
Druk op de "Instellingen"-app. 
Selecteer het "Profiel"-tabblad in de lijst.
Op het scherm wordt een "Gast"-profiel 
weergegeven dat in het systeem is geïntegreerd. 
Ook is er de mogelijkheid om verschillende nieuwe 
profielen aan te maken of profielen te personaliseren 
die al dan niet bij mobiele apparaten horen.
Het profiel "Gast" heeft een  standaardweergave en biedt de mogelijkheid 
om dingen toe te voegen en / of om de 
oorspronkelijke configuratie te herstellen. Dit profiel 
is in het systeem ingebouwd en kan niet worden 
verwijderd.
Elk aangemaakt profiel kan worden  gekoppeld aan een mobiel apparaat van uw 
keuze dat verbonden is via
  Bluetooth
®. De 
Bluetooth®-functie van het mobiele apparaat moet 
wel eerst worden ingeschakeld. Door deze koppeling 
kan het systeem uw aanwezigheid in de auto bij het 
opstarten detecteren en voorstellen om uw 
gepersonaliseerde profiel te activeren. Als een profiel niet is verbonden met het mobiele 
apparaat, wordt het laatst gebruikte profiel uitgelicht.
Selecteer "Profiel aanmaken" en volg de 
procedure.
Door een nieuw profiel aan te maken kunt u het 
volgende personaliseren:
–
 
T
aal, eenheden, Privacy-instellingen.
–
 
Schermconfiguratie, uiterlijk, i-T
 oggles (afhankelijk 
van de uitvoering).
–
 
Audio-instellingen, favoriete radiozenders.
–
 
V
erlichting, interieurverlichting (zie het deel 
"Ergonomie en comfort").
–
 
Navigatiegeschiedenis, favoriete POI's,
  
navigatie-instellingen.
–
 
Bepaalde rijhulpsystemen en de lijst met
  
favorieten.
Wanneer u een profiel wilt verwijderen,  selecteert u het in de lijst met profielen en 
drukt u op de prullenbak.
Privacy-instellingen
Het beheer van "Privacy-instellingen" is voor elk 
afzonderlijke profiel. Deze functie wordt gebruikt 
met:
een "Gast"-profiel standaard geconfigureerd in 
"Privémodus",
of
een profiel dat in het systeem wordt aangemaakt, 
met of zonder een verbinding met een mobiel 
apparaat.
Voor elk profiel (ook "Gast") wordt de laatste waarde 
die voor privacy is opgeslagen weer hersteld.    

198
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
"Gegevens en locatie delen"
In deze modus kan de auto alle benodigde 
persoonsgegevens naar buiten de auto verzenden 
voor elk geldige en beschikbare verbonden diensten.
Persoonsgegevens die nodig zijn om de  verbonden diensten te gebruiken, worden 
naar de betreffende serviceproviders gestuurd.
" Gegevens delen"
In deze modus kan de auto alle benodigde 
gegevens naar buiten de auto verzenden voor 
elke geldige en beschikbare verbonden dienst, 
met uitzondering van geolocatiegegevens (zoals 
gps-coördinaten).
Sommige verbonden diensten werken  mogelijk niet goed zonder de 
geolocatiegegevens van de auto. 
Deze modus kan niet worden gebruikt voor  de noodoproepfunctie of voor specifieke 
diensten waarvoor de gebruiker toestemming 
geeft onder de voorwaarden van commerciële 
contracten (verbonden alarm).
" Privémodus"
Deze modus staat niet toe dat de auto 
persoonsgegevens naar buiten de auto verzendt.
De verbonden diensten werken alleen in de  auto zelf en hebben beperkte functies.
Deze modus kan niet worden gebruikt voor de noodoproepfunctie of voor specifieke 
diensten waarvoor de gebruiker toestemming 
geeft onder de voorwaarden van commerciële 
contracten (verbonden alarm).
Professionele doeleindenAls de auto voor bedrijfsdoeleinden of onder 
de voorwaarden van specifieke contracten (zoals 
bedrijfswagenpark of in dienst van de overheid) 
wordt gebruikt, zijn bepaalde privacymodi niet 
beschikbaar voor de gebruiker op het scherm, 
afhankelijk van de gegevens die voor de dienst 
moeten worden gedeeld.
Wanneer u de modus wilt wijzigen, veeg omlaag 
vanaf het bovenste rand van het touchscreen, voor 
het weergeven van alle instellingen.
Druk op deze toets en selecteer de gekozen  modus. De modus wordt uitgelicht.
OF
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Privacy-instellingen".  
Kies de modus. 
Internetportal
Wanneer de auto is aangeschaft en de internetportal 
voor het eerst wordt gebruikt, wordt de gebruiker 
gevraagd om het land van verblijf te selecteren om 
de internetportal te kunnen gebruiken. Als er geen land wordt geselecteerd, wordt de 
melding opgeslagen in het meldingencentrum 
en verdwijnt deze melding wanneer het land is 
geselecteerd. Veeg op het touchscreen met een 
vinger van boven naar beneden om alle meldingen 
weer te geven.
Er moet een land worden geselecteerd om de 
beschikbare internetapplicaties te kunnen gebruiken.
Druk op de "Instellingen"-app.
 
Selecteer "Connected Services" in de lijst.
Kies het land.  
Wanneer u het voor de eerste keer gebruikt 
via een verbonden mobiel apparaat, maakt 
het systeem een koppeling met uw profiel. Het 
verbonden mobiele apparaat dient als 
toegangssleutel tot opgeslagen persoonlijke 
informatie. Schakel eerst de Bluetooth
®-functie van 
het mobiele apparaat in.
Selecteer de gewenste applicatie. Indien nodig wordt 
om authenticatie gevraagd. Deze authenticatie wordt 
opgeslagen voor toekomstig gebruik via het mobiele 
apparaat dat verbonden is met het huidige profiel.
Als het mobiele apparaat niet verbonden is met het 
huidige profiel, of als het Gast-profiel wordt gebruikt, 
wordt bij elk gebruik gevraagd om authenticatie.
Wanneer het "Gast"-profiel wordt gebruikt,  wordt voor elk gebruik om een identificatie 
gevraagd.    

201
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Stuurkolomschakelaars
Spraakbediening:Kort indrukken: gesproken commando's van 
het systeem (afhankelijk van de uitvoering).
Lang indrukken, gesproken commando's van de 
smartphone die met het systeem is verbonden 
door middel van Bluetooth
® of Mirror Screen® 
(Apple® CarPlay®/Android Auto).Geluidsvolume verhogen.  
Geluidsvolume verlagen.
Door lang op de toets voor het verlagen 
van het geluidsvolume te drukken, wordt het geluid 
gedempt.
Schakel het geluid weer in door op één van de twee 
volumetoetsen te drukken.
Inkomende oproep (kort indrukken): oproep  aannemen.
Tijdens gesprek (kort indrukken): ophangen.
Inkomende oproep (lang indrukken): oproep 
weigeren.
Geen gesprek
  bezig(kort indrukken): het 
oproepenlogboek openen van de telefoon die 
via
 
Bluetooth
® is verbonden.
Mirror Screen® verbonden (kort indrukken): de 
geprojecteerde weergave van de telefoonapp van 
uw Mirror Screen
®-apparaat openen.Radio: automatisch zoeken naar de  vorige / volgende zender (in de lijst 
met radiozenders gesorteerd op naam of 
frequenties).
Media: vorige / volgende nummer. Bladeren in de 
lijsten.
Telefoon: bladeren door het oproepenlogboek van 
de telefoon.
Kort drukken: valideer een selectie. Als er geen 
sprake is van een selectie: weergeven van de lijsten.
Applicaties
Druk op de startpagina op deze toets om het  overzicht van de apps te openen.
Druk op elke willekeurige pagina met drie of meer vingers op het touchscreen om het 
overzicht van de apps te openen.
Help Toegang tot het instructieboekje en bekijken 
van de trainingsvideo's.
Media Selecteren van een geluidsbron of 
radiozender.
Mirror Screen®
Smartphone verbonden via Mirror Screen®: 
toegang tot de geprojecteerde weergave van 
Apple
®CarPlay®  of Android Auto.
Smartphone niet verbonden: toegang tot het menu 
om een smartphone te verbinden.
Navigatie (afhankelijk van de uitvoering)
Invoeren van instellingen voor het navigatiesysteem 
en kiezen van een bestemming.
De in real time beschikbare diensten gebruiken, 
afhankelijk van de uitvoering.
Gesproken commando's (afhankelijk van de uitvoering)
Gebruiken van de spraakherkenning van het 
systeem of van de smartphone via het systeem.
Telefoon Telefoon niet verbonden: toegang tot het 
menu om een telefoon te verbinden.
Telefoon verbonden: toegang tot het 
oproepenlogboek, de contacten en de 
telefooninstellingen.
Twee verbonden telefoons: toegang tot de inhoud 
van de telefoon met prioriteit met de mogelijkheid 
om de prioriteit van de telefoon te wijzigen.
Instellingen Belangrijkste instellingen van het 
audiosysteem, het touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel.
Gesproken commando's
Eerste handelingen
(afhankelijk van de uitvoering)
De spraakherkenning biedt een keuze uit minimaal 
17 talen (Frans, Duits, Engels (VK), Engels (VS), 
Arabisch, Braziliaans, Chinees, Spaans, Hebreeuws, 
Italiaans, Japans, Nederlands, Pools, Portugees, 
Russisch, Zweeds, Turks) die via het mobiele 
netwerk beschikbaar zijn en overeenkomen met de 
gekozen taal die eerder in het systeem is ingesteld.   

203
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Als er geen telefoon is aangesloten door middel van Bluetooth®, kondigt een 
gesproken bericht het volgende aan: "Sluit een 
telefoon aan door middel van Bluetooth
®". Hierna 
wordt de spraaksessie afgesloten.
Voorbeeld van een gesproken commando  voor het weerbericht:
"heb ik een regenjas nodig"
"hoe is het weer vanavond"
"wat is vandaag de luchtvochtigheid"
Navigatie
Navigatie-startscherm
(afhankelijk van de uitvoering)
Toegang tot aanvullende video's
 
 
https://www.tomtom.com/PSAGroup-Connected-NavDruk op de "Navigatie"-app om het  startscherm van de navigatie weer te geven.
Druk op "Zoeken" om een adres of een naam in te voeren.
Druk op deze toets om het hoofdmenu van de verschillende opties weer te geven.
Druk op deze toets om de 3D / 2D-modus weer te geven.
Selecteer "Geluid ingeschakeld", "Alleen waarschuwingen" en "Stil" door 
herhaaldelijk op deze toets te drukken.
Druk op de toets "plus" / "min" om in of uit te  zoomen, of gebruik twee vingers op het 
scherm.
Hoofdmenu
Druk op de "Navigatie"-app om het  startscherm van de navigatie weer te geven.
Druk op deze toets om het hoofdmenu van de verschillende opties weer te geven.
Selecteer "Zoeken" om een adres, naam of bepaalde POI in te voeren.
Selecteer "Thuis" om een adres te gebruiken dat eerder in "Thuis toevoegen" is 
ingevoerd.
Selecteer "Werk" om een adres te gebruiken  dat eerder in "Mijn plaatsen" is ingevoerd.
Selecteer "Recente bestemmingen" om de recent opgezochte bestemmingen weer te 
geven.
Selecteer "Huidige  " om een ander menu te 
openen en verschillende handelingen uit te 
voeren voor de route die op dat moment is gepland.
Selecteer "Mijn plaatsen" voor een snelle  toegang tot opgeslagen plaatsen en favoriete 
bestemmingen.
Selecteer "Mijn routes" om uw favoriete  routes weer te geven.
Selecteer "Parkeren" om verschillende parkeeropties in de regio weer te geven.
Selecteer "Benzinestation" om de verschillende benzinestations op de huidige 
route of in de buurt van de huidige locatie weer te 
geven.
Selecteer "TomTom service" om toegang te  krijgen tot de netwerkstatus.
Selecteer "Instellingen" om het type auto in te voeren en het display, de gesproken 
commando's, de kaartopties, het plannen van 
routes, geluiden en waarschuwingen en 
systeeminformatie te personaliseren.
Selecteer deze toets om informatie over  softwareversies en juridische informatie weer 
te geven. Informatie over de gebruikte Open 
Source-softwarebibliotheken en de bijbehorende 
licentie-urls.
Maak regelmatig verbinding met een veilig  Wi-Fi-toegangspunt, zodat de kaarten 
automatisch worden bijgewerkt.
Kaarten kunnen ook worden bijgewerkt via een 
mobiel netwerk, afhankelijk van de uitvoering, het 
land van verkoop, het uitrustingsniveau van de 
auto en het abonnement op verbonden diensten 
en opties.
Maar als u het wifinetwerk van uw smartphone 
en/of een mobiel netwerk gebruikt, kunnen er 
extra kosten worden aangerekend als u kosten 
buiten uw abonnement maakt.
Deze eventuele kosten wordt verrekend via de 
rekening van uw mobiele serviceprovider.    

204
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Connectiviteit
Een apparaat met een 
draadverbinding aansluiten 
via USB
Door een mobiel apparaat via USB te verbinden kan 
het apparaat worden opgeladen. De geautoriseerde  
mediacontent kan dan ook beschikbaar worden 
gesteld aan het systeem (Media-content van het 
iPod
®-type).Met een enkele USB-aansluiting kan de  Mirror Screen-verbinding (Apple®CarPlay® of 
Android Auto) voor compatibele verbonden mobiele 
apparaten tot stand worden gebracht en kunnen 
bepaalde apps van het apparaat op het touchscreen 
worden gebruikt.
Zie het deel "Ergonomie en comfort - Voorzieningen" 
voor meer informatie over de USB-aansluiting die 
compatibel is met de Mirror Screen
®-functie.
Wanneer het mobiele apparaat is aangesloten met 
de USB-kabel wordt het opgeladen.
Voor de beste prestaties raden wij u aan om  de originele USB-kabels (bij voorkeur zo 
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te 
gebruiken.
Gebruik geen USB-verdeelstekker om  beschadiging van het systeem te 
voorkomen.
Bluetooth®-verbinding
Verbinding met een mobiel apparaat met het 
systeem van de auto via Bluetooth® biedt toegang 
tot de inhoud en "Media"-streaming. Deze zorgt er 
ook voor dat de Telefoon-functie wordt ingeschakeld.
De verbinding kan worden gestart via het Bluetooth
®-
menu van het mobiele apparaat of via het systeem 
van de auto. Hiervoor moet het "Apparaten"-menu 
worden geopend om voor de eerste keer verbinding 
te maken.
In sommige gevallen moet u uw apparaat  ontgrendelen en toestemming geven bij het 
synchroniseren van contactpersonen en recente 
oproepen.
Het kan zijn dat sommige functies niet door uw 
apparaat worden ondersteund.
Bezoek de landelijke website van het merk 
voor informatie over de gedeeltelijke of 
volledige compatibiliteit van typen apparaten en 
smartphones.
Koppelingsprocedure via een apparaat
In het Bluetooth®-menu op uw mobiele 
apparaat selecteert u de naam van het 
systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Om de Bluetooth® -functie van uw systeem 
zichtbaar te maken opent u eerst het 
" Apparaten"-menu van het systeem.
Voer de eerste verbindingsprocedure uit die door het 
systeem en op het apparaat wordt voorgesteld.
Bijvoorbeeld het valideren van de koppelingscodes.
Koppelingsprocedure via het systeem
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Apparaten".  
Selecteer de naam van het mobiele apparaat 
waar vanaf u verbinding wilt maken:
–
 
De lijst met bekende apparaten (als het apparaat
  
al met het systeem verbonden is geweest).
of
–
 
De lijst met gedetecteerde apparaten (als het
  
apparaat nooit met het systeem verbonden is 
geweest of uit het systeem is verwijderd).
Een mobiel apparaat dat al verbonden is  met het systeem wordt automatisch opnieuw 
verbonden wanneer de auto wordt gestart als het 
gebruikersprofiel is geselecteerd.
Het automatisch opnieuw verbinden wordt 
gepauzeerd wanneer het "Apparaten"-menu 
wordt geopend. Op deze manier kan het systeem 
de Bluetooth
® -functie zichtbaar maken om een 
nieuw apparaat te verbinden.
De verbinding met het systeem wordt ongedaan 
gemaakt wanneer het bestuurdersportier wordt 
geopend en het contact wordt afgezet.
Automatisch opnieuw verbinding maken
Wanneer een gebruikersprofiel is geselecteerd, 
kan het systeem automatisch apparaten die    

205
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10al verbonden en gedetecteerd waren opnieuw 
verbinden.
Apparaten die al gekoppeld waren aan het 
geselecteerde gebruikersprofiel worden als eerste 
verbonden, en als dat niet lukt, worden de laatst 
verbonden apparaten opnieuw verbonden.
Wi-Fi-verbinding
Het systeem heeft een externe Wi-Fi-
verbindingsmodus voor het uitvoeren van 
systeemupdates.
Druk op de "Instellingen"-app. 
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Wi-Fi".  
Schakel "Wi-Fi" in of uit.
Het systeem gaat zoeken naar   Wi-Fi-
netwerken in de omgeving.
   Dit kan een paar 
seconden duren.
Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding 
wilt maken en voer het wachtwoord in.
Bescherm uw systeem door alleen  verbinding te maken met netwerken die 
voldoende zijn beschermd. Versleutelingsniveau 
WPA2, gelijkwaardig aan het beveiligingsniveau 
voor thuisgebruik, is vereist.
Een netwerk dat al met het systeem is  verbonden, wordt automatisch opnieuw 
verbonden zodra het systeem het netwerk 
detecteert en de Wi-Fi-functie is ingeschakeld.
De Wi-Fi-verbinding van het systeem met  een apparaat dat al draadloos verbonden is 
via Mirror Screen
® is niet mogelijk. Gebruik dan 
een Mirror Screen®-verbinding via de 
USB-aansluiting.
Apparaatbeheer
Voor elk apparaat dat al via een draadloze 
verbinding (Bluetooth® of draadloze Mirror Screen®-
verbinding) verbonden is met het systeem, kan 
een favoriete verbindingsmodus worden ingesteld 
(afhankelijk van de functies die het apparaat kan 
ondersteunen). Wanneer een profiel is gekozen, is 
het dus mogelijk om in te stellen of een apparaat 
verbonden moet worden via een draadloze 
Bluetooth
®-verbinding of een draadloze Mirror 
Screen®-verbinding wanneer het systeem wordt 
gestart.
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om een lijst met  gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op deze toets om de verbinding van een apparaat te beheren.
Kies een verbindingstype en bevestig deze keuze 
door op "TOEPASSEN" te drukken.
Een apparaat verwijderen
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om een lijst met  gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op deze toets.  
Druk op "VERWIJDEREN".
Bevestig deze keuze door op "JA" te drukken.
Het kan zijn dat sommige apparaten die net  uit het systeem zijn verwijderd om een 
verbinding vragen. Weiger dit verzoek.
Mirror Screen®
Wanneer een smartphone via Mirror  Screen® is verbonden, worden de locatie 
van de auto en bepaalde gegevens over de auto 
naar de smartphone gestuurd (zoals merk, stuur 
links of rechts, dag-/nachtmodus en rijsnelheid).
Apple® CarPlay®-verbinding 
voor smartphones
Er kan één Apple® CarPlay®-smartphone worden 
verbonden door middel van een USB-kabel of via 
een draadloze verbinding.
Schakel eerst de Siri®-functie op uw 
Apple®-smartphone in.
Als het apparaat geen verbinding kan maken, 
controleer dan op de website van Apple of het 
apparaat compatibel is met de functie.
Als het probleem aanhoudt, verwijder alle 
opgeslagen verbindingen op de smartphone en    

206
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
in het systeem voordat u een nieuwe verbinding 
maakt.
Bij de verbinding via de kabel moet u de functie 
CarPlay in het menu Instellingen,  Bluetooth van 
uw smartphone uitschakelen.
Klik in het menu Bluetooth op de "i " naast de 
relevante auto en schakel CarPlay uit.
Sluit de smartphone aan op het systeem met  behulp van de USB-aansluiting die 
compatibel is met Mirror Screen.
Apple
® CarPlay® wordt automatisch gestart een paar 
seconden nadat de USB-verbinding tot stand is 
gekomen. In sommige gevallen moet uw apparaat 
ontgrendeld worden.
De smartphone wordt opgeladen als deze via een 
USB-kabel is aangesloten.
Bij de verbinding via kabel moet u voorkomen dat 
de kabel loskomt, vooral wanneer u door tolpoorten 
rijdt.
Er is slechts één USB-socket voor de Mirror  Screen®-verbinding (Apple®CarPlay®); zie 
het hoofdstuk "Ergonomie en comfort 
- Voorzieningen".
Voor de beste prestaties raden wij u aan 
om de originele USB-kabels (bij voorkeur zo 
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te 
gebruiken.
De draadloze verbinding van een
 
Apple® CarPlay®-
smartphone kan worden gestart via het menu 
" Apparaten". Schakel eerst de CarPlay
®-functie van de 
smartphone in.
Klik in het menu Bluetooth op de "i " naast de 
relevante auto en schakel CarPlay in.
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om het apparaat  weer te geven dat moet worden verbonden 
met Apple
®CarPlay®.
Als het apparaat al via   Bluetooth® met het systeem 
is verbonden, selecteert u de apparaatinstellingen 
in de lijst van bekende apparaten en kiest u 
Apple
®CarPlay® als de modus voor draadloze 
verbinding.
Als het apparaat niet eerder met het systeem 
verbonden is geweest, moet het worden gekoppeld 
(zie het hoofdstuk "Bluetooth
®-verbinding").
Het systeem detecteert of de smartphone 
compatibel is met Apple en stelt voor om deze te 
verbinden na het koppelingsproces.CarPlay
Om de smartphone een volgende keer automatisch 
te verbinden, moet de Bluetooth
® op uw apparaat 
zijn ingeschakeld.
Zodra de verbinding tot stand is gekomen,  drukt u op deze toets om de interface 
" Apple
®CarPlay®" weer te geven.Houd de toets op het stuurwiel ingedrukt om 
de gesproken commando's van de 
smartphone in te schakelen.
Android Auto-verbinding voor  smartphones
Er kan slechts één  Android  Auto-smartphone 
worden verbonden door middel van een USB-kabel 
of via een draadloze verbinding.
Installeer eerst de app "Android Auto" via  de "Play Store" op uw smartphone.
Voor de "Android Auto"-functie is een 
compatibele smartphone nodig.
Als het apparaat geen verbinding kan maken, 
controleer dan op de website van Android Auto of 
het apparaat compatibel is met de functie.
Als het probleem aanhoudt, verwijder alle 
opgeslagen verbindingen op de smartphone en 
in het systeem voordat u een nieuwe verbinding 
maakt.
Voor een optimale draadloze verbinding raden 
we aan om uw smartphone uit de buurt van 
andere Wi-Fi-netwerken te houden waarmee 
automatisch verbinding kan worden gemaakt.
Bij verbinding via de kabel moet u de draadloze 
Android Auto-functie, in het menu Instellingen, 
Android Auto in de app van uw smartphone 
uitschakelen.
Sluit de smartphone aan op het systeem met  behulp van de USB-aansluiting die 
compatibel is met Mirror Screen
®.
Android Auto wordt een paar seconden nadat 
de USB-verbinding tot stand is gekomen 
gestart. Voor de eerste verbinding moet een