Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-12
5
vervangen en vervolgens de indicator V-
snaarvervanging en ritteller voor V-snaar-
vervanging terugstellen.
Bij twee of meer waarschuwingen worden
de waarschuwingsberichten in de onder-
staande volgorde weergegeven:
L FUEL H TEMP ICE OIL SERV
VBELT SERV L FUEL
DAU1234R
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU54203
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.
1. Schakelaar stop-startsysteem “ / ”
2. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”ZAUM1900
1
3
4 2
A
A
1. Schakelaar Stop/Aan/Start “ / / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. “TRIP/INFO”-schakelaarZAUM1901
1
2
3
UB9YD1D0.book Page 12 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-13
5
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54213
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 7-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU78190
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met het contactslot in de stand “ON”
of “ ” kunt u met deze schakelaar de
alarmverlichting inschakelen (gelijktijdig
knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU78491
Schakelaar “TRIP/INFO”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen en weergaven te wijzigen in de mul-
tifunctionele meter. Zie pagina 5-4 voor
meer informatie.
Als u de schakelaar “TRIP” wilt gebruiken,
draait u de schakelaar “TRIP/INFO” in de
richting (a). Als u de schakelaar “INFO” wilt
gebruiken, draait u de schakelaar “TRIP/IN-
FO” in de richting (b).
DAU76391
Schakelaar stop-startsysteem “ / ”
Zet om het stop-startsysteem in te schake-
len de schakelaar op “ ”. Zet om het stop-
startsysteem uit te schakelen deze schake-
laar op “ ”. 1. “TRIP/INFO”-schakelaarZAUM1899
(b)
(a)
1
A
A
A
A
UB9YD1D0.book Page 13 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
12-1
12
Index
AAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
ABS-waarschuwingslampje.................... 5-2
Accu ..................................................... 8-26
Anti-blokkeervoorziening
remsysteem (ABS).............................. 5-14BBanden ................................................. 8-18
Batterij van Smart-sleutel, vervangen .... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougie, controleren ................................ 8-9
Brandstof .............................................. 5-18
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 7-4CClaxonschakelaar ................................. 5-13
Contactslot ............................................. 3-8
Controlelampje grootlicht ....................... 5-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 5-1
Controlelampje Smart-sleutelsysteem ... 5-2
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 5-1
Controlelampje stop-startsysteem ......... 5-2
Controlelampje tractieregeling ............... 5-2DDe motor starten..................................... 7-2
Diagnosestekker ................................... 11-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ........................ 5-12EEindoverbrengingsolie .......................... 8-12FFilterbus ................................................ 8-10
GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 8-23
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 5-25
Gereedschapsset ................................... 8-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen .......................................... 8-30HHet stop-startsysteem activeren ............ 4-1IIdentificatienummers............................ 11-1
Inrijperiode ............................................. 7-1KKabels, controleren en smeren ............ 8-23
Klepspeling .......................................... 8-17
Koelvloeistof......................................... 8-13
Kuipruit ................................................. 5-22LLuchtfilterelementen van luchtfilter en V-snaarbehuizing ............................... 8-14MMatkleur, let op ...................................... 9-1
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 8-24
Modelinformatiesticker......................... 11-1
Motorolie en olie-aanzuigzeef .............. 8-10
Motor raakt oververhit .......................... 8-34
Multifunctioneel display ......................... 5-4NNoodmodus ......................................... 8-35OOnderhoud ............................................. 9-1
Onderhoud en smering, periodiek ......... 8-4 Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ..... 8-3
Opbergcompartimenten ....................... 5-20
Overloopslang brandstoftank ............... 5-19
PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 8-8
Parkeren ................................................. 7-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 8-31RRegistratie van gegeve
ns, voertuig ...... 11-2
Remhendel, achterrem ......................... 5-14
Remhendels, smeren ............................ 8-24
Remmen ................................................. 7-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 8-21
Remvloeistof, verversen ....................... 8-22
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 5-13SSchakelaar alarmverlichting.................. 5-13
Schakelaar stop-startsysteem .............. 5-13
Schakelaar TRIP/INFO.......................... 5-13
Schokdemperunits, afstellen ................ 5-25
Serienummer motorblok ....................... 11-1
Sleutel, Smart- en mechanische
sleutels gebruiken ................................ 3-3
Smart-sleutel .......................................... 3-5
Smart-sleutelsysteem ............................. 3-1
Smart-sleutelsysteem, probleemoplossing ............................. 8-31
Snelheidsmeter ....................................... 5-3
Sneller en langzamer rijden .................... 7-3
Specificaties ......................................... 10-1
Stallen ..................................................... 9-3
Stand van het stuur, afstellen ............... 5-24
Startspersysteem.................................. 5-27
UB9YD1D0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 1:38 PM