Page 81 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
8-14
8
3. Vraag de Yamaha dealer om koel-
vloeistof in het reservoir te gieten als
het koelvloeistofniveau zich op of on-
der de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een Yamaha dealer.
WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382] DAU67174
Luchtfilterelementen van luchtfil-
ter en V-snaar
behuizin gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen en het luchtfilterelement in de V-snaar-
behuizing moet worden gereinigd volgens
de intervalperioden ve rmeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema. Reinig
de luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De af-
tapslang van het luchtfilter en de aftapslang
van het luchtfilter van de V-snaarbehuizing
moeten regelmatig worden nagekeken en
waar nodig worden gereinigd.
Reini gen van d e luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveauInhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.13 L (0.14 US qt, 0.11 Imp.qt)ZAUM1947
1 2
2
3 2
3
1. Aftapslang luchtfilterZAUM1948
1 11
UB9YD1D0.book Page 14 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 82 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
8-15
8
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.OPMERKINGAls vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment op overmatig vuil of beschadiging en
vervang het indien nodig.Het luchtfilterelement vervan gen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
3. Trek het luchtfilterelement uit. 4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
LET OP
DCA21220
Het luchtfilterelement moet wor den
vervan gen vol gens de intervalperio-
d en vermel d in het perio dieke on-
d erhou dsschema.
Het luchtfilterelement moet vaker
wor den vervan gen als u vaak in d e
re gen of stoffi ge geb ie den rij dt.
Het luchtfilter kan niet wor den ge-
reini gd door het schoon te blazen
met perslucht. Het moet wor den
vervan gen.
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
Reini gen van d e aftapslan g van d e V-
snaar behuizin g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van de V-snaarbehuizing
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
1. Luchtfilterdeksel
2. SchroefZAUM1949
2 2 1
2
22 1
2
2
1. LuchtfilterelementZAUM1950
1 11
1. Aftapslang v-snaarbehuizingZAUM1951
1 11
UB9YD1D0.book Page 15 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 83 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
8-16
8
OPMERKINGAls vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment van de V-snaarbehuizing op
overmatig vuil of beschadiging en vervang
het indien nodig.Reinigen van het luchtfilterelement in de
V-snaar behuizin g
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de schroeven en trek vervol-
gens het deksel van het luchtfilterele-
ment in de V-snaarbehuizing naar
buiten en weg van de V-snaarbehui-
zing. 3. Haal het luchtfilterelement van de V-
snaarbehuizing eruit en reinig het met
oplosmiddel. Verwijder na het reinigen
het achtergebleven oplosmiddel door
het element uit te wringen.
WAARSCHUWING! Ge bruik alleen
een speciaal reini gin gsmi ddel voor
on der delen. Ge bruik geen benzine
of oplosmi ddelen met een laa g ont-
vlammin gspunt om het risico op
b ran d of explosie te vermijd en.
[DWA10432]
LET OP: Spring voorzichti g
om met het filterelement en ver-
d raai het niet om bescha dig in g te
voorkomen.
[DCA10522]
4. Breng olie van de aanbevolen soort aan op het hele oppervlak van de fil-
terspons en wring dan de overtollige
olie uit.OPMERKINGHet luchtfilterelement moet nat zijn
maar mag niet druipen.
Controleer het luchtfilterelement op
beschadiging en sterke vervuiling en
vervang het indien nodig.5. Plaats het element in de V-snaarbe-
huizing.
1. Deksel luchtfilterelement in V-snaarbehui-zing
2. SchroefZAUM1952
1 1
21
2
2
2
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizingZAUM1953
1 11
Aan bevolen olie:
Yamaha olie voor schuimrubberen
luchtfilterelementen of een vergelijk-
baar product
UB9YD1D0.book Page 16 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 84 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
8-17
8
6. Monteer het deksel van het luchtfilte-
relement door de schroeven aan te
brengen.
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21403
Klepspelin gDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
1. Vrije slag van gasgreepVri je sl ag van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)ZAUM1954
1
UB9YD1D0.book Page 17 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 85 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
8-18
8
DAU69761
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires dat
voor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
Ban
denspannin g b ij kou de ban den:
1 persoon:
Voor: 190 kPa (1.90 kgf/cm2, 28 psi)
Achter:
220 kPa (2.20 kgf/cm2, 32 psi)
2 personen: Voor:
210 kPa (2.10 kgf/cm2, 30 psi)
Achter: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Maximale belastin g:
Voer t ui g: 185 kg (408 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1 2
UB9YD1D0.book Page 18 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 86 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
8-19
8
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op d e rijstabiliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha dealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger
e den voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen. Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij
d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voor ban d:
Maat: 120/70-15 M/C 56S
Fabrikant/model:
MICHELIN/CITY GRIP 2
Achter ban d:
Maat:
140/70-14 M/C 68S
Fabrikant/model: MICHELIN/CITY GRIP 2
UB9YD1D0.book Page 19 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 87 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
8-20
8
DAU50861
Vrije slag van voor- en achter-
remhen del controlerenVoor
Achter Aan de uiteinden van de remhendels mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi
g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha dea-
ler ontluchten voord at de machine word t
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de
remwerkin g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.
DAU22312
Controleren van voor- en achter-
remb lokkenVoorrem
Achterrem
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
1. Geen vrije slag remhendel
1. Geen vrije slag remhendelZAUM1955
1
ZAUM19561
1. Slijtage-indicator remblok
1. Slijtage-indicator remblokZAUM1957
1
ZAUM1958
1
UB9YD1D0.book Page 20 Monday, October 11, 2021 1:38 PM
Page 88 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
8-21
8
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Elk remblok heeft een eigen
slijtage-indicator zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
tage-indicator de remschijf bijna raakt,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit
gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht: Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendringen in het rem-
systeem, waard oor de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
1. Merkstreep minimumniveauZAUM1959
1
1. Merkstreep minimumniveauAan bevolen remvloeistof:
DOT 4ZAUM1960
1 1
1
UB9YD1D0.book Page 21 Monday, October 11, 2021 1:38 PM