RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1(→blz. 317)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)Aan Uit – O –
Zoemervolume
*2Niveau 2Niveau 1
–O–
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de Toyota Parking
Assist-sensor.
Toyota Parking Assist-sensor
*1(→blz. 339)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan Uit – O O
Zoemervolume
*221
–OO
3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 347)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
PKSB-functie (Parking Sup-
port Brake)Aan Uit – O –
*Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 372)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
toets AUTO gekoppelde recir-
culatiemodusAan Uit O – O
Automatische bediening air-
coschakelaarAan Uit O – O
Schakelen naar de buiten-
luchtmodus als de auto ge-
parkeerd isAan Uit – – O
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
529
9
Voertuigspecificaties
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........307
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA).......310
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........348
Inschakelen van het
LTA-systeem..............294
Inschakelen van het systeem. . . .356
Instellen van de rijsnelheid . .313
,315
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........306
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........307
In-/uitschakelen van de
BSM-functie/RCTA-functie.....318
LTA (Lane Tracing Assist)*.....289
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........294
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........308
Ondersteunde soorten
verkeersborden............299
Ondersteunende systemen.....358
Ondersteunend systeem......271
Overzicht systeem..........350
Overzicht van de ondersteunende
systemen................358
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)*........351
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)*.................353
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)*...............281
PKSB (Parking Support Brake)* . .347
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................347
Rijden in de
afstandsregelmodus.........305
Rijmodusselectieschakelaar. . . .355
RSA (Road Sign Assist)*.......298
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........308
Selecteren van een rijmodus. . . .355
Sensoren................272
Signaleerbare objecten.......281
Snelheidsbegrenzer*........315Soorten sensoren.......352
,354
Systeemfuncties...........282
Systeemonderdelen . .303
,313,317,339
Toyota Parking Assist-sensor. . . .339
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........340
Toyota Safety Sense*........271
Trail-modus..............356
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .314
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........316
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........308
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....351
,354
Waarschuwingsfunctie.......301
Wanneer de Trail-modus in werking
is.....................356
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............349
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........299
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object................345
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........306
,314,316
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........307
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....283
Gebruik van de
opbergmogelijkheden.........386
Afdekplaat...............390
Bagageafdekking (indien
aanwezig)...............391
Bagagehaken.............390
Bekerhouders.............388
Consolevak..............387
Dashboardkastje...........387
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............389
Fleshouders..............388
Opbergvakje onder de
afdekplaat...............391
Open opbergvak...........389
Overzicht van
opbergmogelijkheden........386
Trefwoordenlijst
594
Kindersloten achterportieren . . .186
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............190
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)..............189
Portieren................181
Smart entry-systeem met
startknop...............200
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep . .188
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .185
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .181
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep . .188
Wijzigen van instellingen van de
elektrisch bedienbare achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............199
Over deze handleiding...........7
Overzicht...................9
P
Persoonlijke
voorkeursinstellingen.........519
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur......519
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.....519
,520
Plug-in hybridesysteem.........70
Actieradius elektrisch rijden.....87
Airconditioning.............86
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .79
Bagage..................87
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal................86
Bediening selectiehendel.......85
Controle van bandenspanning....87
Effectief gebruik van de EV-modus, de
AUTO EV-/HV-modus en de
HV-modus................85
Files....................86
Gebruik van de ECO-rijmodus....85Gebruik van de
hybridesysteemindicator.......85
Kenmerken plug-in
hybridesysteem............70
Laadindicator (→blz. 90).......78
Manieren waarop wordt aangegeven
dat het laden is voltooid........89
Opwarmen voor het rijden......87
Regeling in elke modus........74
Rijden op de snelweg.........86
Schakelen tussen de werkingsmodi
van het plug-in hybridesysteem . . .72
Systeemonderdelen.......70
,80
Tips voor het vergroten van de
actieradius voor elektrisch rijden . .87
Tips voor rijden met een plug-in
hybrideauto...............85
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............85
Ventilatieopening DC/DC-
converter ................84
Voorzorgsmaatregelen plug-in
hybridesysteem............80
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............85
Weergegeven waarde.........87
Werkingsmodus plug-in
hybridesysteem............71
R
Rijprocedures..............246
Bedienen van de selectiehendel . .251
Bedieningsinstructies.....254
,255
Brake Hold...............258
Doel en functie van de
schakelstanden............250
Hybridetransmissie.........250
Inschakelen van het systeem. . . .258
Parkeerrem..............255
Richtingaanwijzerschakelaar. . . .254
Selecteren van de rijmodus.....252
Selecteren van het schakelbereik in
stand D (auto's met paddle
shift-schakelaars)..........253
Starten van het hybridesysteem . .246
Startknop...............246
Uitschakelen van het
hybridesysteem............248
Trefwoordenlijst
597
Trefwoordenlijst