304
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Functie wegrijden na fileparkeren
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de zijsensoren obs takels mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
●Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de zijsensoren valt
Obstakel
●Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
• Dunne objecten zoals draden, hekken en touwen
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage objecten
• Hoge objecten waarbij het bovenste deel uitsteekt
• Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mensen worden mogelij k ook niet gesigna-
leerd als ze bepaalde soorten kleding dra-
gen. Controleer altijd de omgeving van de
auto.
●Als er zich een gat of geul in de vertrek-
richting bevindt
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 304 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
321
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Automatisch uitschakelen van de
SNOW-modus
De SNOW-modus wordt automatisch uitge-
schakeld als na het rijden in deze stand het
contact UIT wordt gezet.
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is in getrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in
werking treden als de omstandig-
heden daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit
aanvullende systemen zijn en
vertrouw niet in al te sterke mate
op deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 321 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
322
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■VDIM (Vehicle Dynamics Integra-
ted Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling
van de ABS-, BA-, TRC-, VSC-, Hill
Start Assist Control- en EPS-systemen
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de remkracht,
het vermogen van he t brandstofcelsys-
teem, de stuurbekrachtiging en de
overbrengingsverhouding van de
stuurinrichting aan te passen
■Automatisch knipperende alarm-
knipperlichten achter (indien aan-
wezig)
De radarsensoren opzij achter signale-
ren auto's achter u in dezelfde rijstrook.
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een aanrijding van achteren
groot is, gaan de alarmknipperlichten
snel knipperen om de bestuurder van
de auto achter u te waarschuwen.
Tegelijkertijd wordt er een melding
weergegeven op het multi-informatie-
display om de bestuurder te informeren
over de achteropkomende auto.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de remlichten automa-
tisch knipperen om het achteropko-
mende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 322 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
324
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC-
en Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
het brandstofcelsysteem of bij het wegrijden
een geluid in de ruimte van de brandstofcel-
module hoort wanneer het rempedaal her-
haaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt niet op
een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar bene- den bewegen als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de ruimte van de
brandstofcelmodule die zich voordoen
wanneer het rempedaal wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig
is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de ruimte van de
brandstofcelmodule die zich voordoen
wanneer na het uitschakelen van het
brandstofcelsysteem een of twee minuten
zijn verstreken.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en schakel het brandstofcel-
systeem UIT. Het EPS-systeem moet binnen
10 minuten weer normaal werken.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder
de volgende omstandigheden.
●Als wordt gereden met lage snelheid
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid is gedaald tot een bepaalde
snelheid
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 324 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
326
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe
gaten of andere grote oneffenheden
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij het
accelereren op een helling of bij het rij-
den op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC en de VSC alleen in
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
■Secondary Collision Brake
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken
niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of
banden.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 326 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
425
8
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingslampje SRS
■Waarschuwingslampje actieve motorkap
■Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwings-lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de actieve motorkap geactiveerd is geweest
→Het systeem van de actieve motorkap kan niet opnieuw worden
gebruikt wanneer deze geactiveerd is geweest. Laat het vervangen
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het systeem van de actieve
motorkap
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 425 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
432
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor
een aanrijding en ernstig letsel kunnen
ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrach-
tiging niet meer en gaat het draaien van
het stuurwiel zeer zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Controleer de bandenspanning en
breng hem op het juiste niveau.
●Als, nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er een
band lek is. Laat de lekke band vervan-
gen door de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Vermijd plotselinge stuurbewegingen en
hard remmen.
De banden kunnen beschadigd raken,
waardoor u de controle over het stuur-
wiel of de remmen kunt verliezen.
■Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem goed
werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem mogelijk niet goed.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 432 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
491
Handleiding_Europa_M62060_nl
Alfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde weergave ....................... 116
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave ............... 116, 120
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 49
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 321 Waarschuwingslampje ...................... 425
ACA (Active Cornering Assist) ............ 322
ACC........................................................ 182
Accessoireaansluiting ......................... 363
Accu (12V-accu).................................... 382 Accu controleren ............................... 382
Als de 12V-accu is ontladen .............. 452
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 328
Waarschuwingslampje ...................... 424
Achterlichten Lampen vervangen ........................... 410
Lichtschakelaar ................................. 196
Achterruitverwarming .......................... 335 Achterruit ........................................... 335
Buitenspiegels ................................... 335
Voorruit .............................................. 335
Achterstoelen Hoofdsteunen .................................... 150
Schoonmaken ................................... 369
Stoelventilatoren ............................... 343
Stoelverwarming ............................... 343
Achteruitrijlichten Lampen vervangen ........................... 410
Actieradius ............................................ 108
Actieve motorkap ................................... 46
Active Cornering Assist (ACA)............ 322
Active Sound Control (ASC)................ 194
Actueel brandstofverbruik................... 114
Adaptive High Beam-systeem ............. 198
Afdekkap brandstofcelpakket ............. 379
Afdekkap ruimte brandstofcelmodule .......................... 378
Afmetingen............................................ 466
Afstand .................................................. 117 Afstandsbediening............................... 131
Batterij vervangen ............................. 403
Energiebesparende functie ............... 142
Vergrendelen/ontgrendelen .............. 131
AHB (Automatic High Beam) .............. 202
AHS (Adaptive High Beam-systeem) ... 198
Airbags.................................................... 39
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 49
Airbags................................................ 39
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags ............................................. 44
De juiste houding achter het stuur ...... 33
Plaats van airbags .............................. 39
Voorwaarden voor activering curtain airbags .................................. 41
Voorwaarden voor activering side airbags ...................................... 41
Voorwaarden voor activering van airbags ....................................... 41
Voorwaarden voor activering van de
side airbags en curtain airbags ........ 41
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................... 44
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags .................................. 44
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 44
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............................. 44
Waarschuwingslampje SRS.............. 425
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags ....................................... 46
Airco ...................................................... 333
Automatische airconditioning ............ 333
ECO-modus airconditioning .............. 335
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 338
Interieurfilter ...................................... 398
Airconditioning .................................... 333 Automatische airconditioning ............ 333
ECO-modus airconditioning .............. 335
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 338
Interieurfilter ...................................... 398
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 491 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM