
4607-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder 
zo vuil en stof van de carrosserie, uit 
de wielkasten en van de onderkant 
van de auto.
Was de auto met een spons of een 
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met 
een autowasmiddel en spoel grondig 
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in 
druppels op de lak blijft liggen, moet 
de auto opnieuw in de was worden 
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels weg.
• Schakel de elektrisch bedienbare achter-
klep uit. (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de 
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u 
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen 
krassen veroorzaken op de carrosserie en 
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In bepaalde automatische wasstraten kan 
de werking van de wasstraat nadelig wor-
den beïnvloed door de achterspoiler. Hier-
door kan het gebeuren dat de auto niet 
goed wordt gewassen of de achterspoiler 
beschadigd raakt.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de 
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig 
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat (auto's 
met Smart entry-systeem en startknop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame 
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk 
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in 
dat geval de correctieprocedure hieronder bij 
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast. 
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen 
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de 
elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (Blz. 138)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het 
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht om de lak tegen beschadiging te 
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische 
middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde-
len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm 
zijn
■Remblokken en -klauwen
Als de auto geparkeerd wordt met vochtige 
remblokken of remschijven, kan er roest ont-
staan waardoor de remblokken of remschij-
ven vast kunnen komen te zitten. (Alvorens 
de auto na een wasbeurt te parkeren is het 
raadzaam langzaam te rijden en het rempe-
daal een aantal keren in te trappen om de 
onderdelen te drogen.)
Reinigen en beschermen 
van het exterieur van uw 
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 460  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

4747-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Oliesoort controleren en beno-
digdheden klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie 
wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Keuze motorolie
Blz. 570
Oliehoeveelheid (minimaal  maxi-
maal)
1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Vo o r w e r p
Schone trechter
■Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste 
merkteken of er net boven ligt, moet u 
olie bijvullen van het type zoals hierna 
is vermeld, of van hetzelfde type als 
waarmee de motor eerder werd gevuld.
1Verwijder de olievuldop door deze 
linksom te draaien.
2Giet beetje voor beetje motorolie in 
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3Plaats de olievuldop door deze 
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende 
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe 
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld 
direct na aanschaf van de auto of nadat de 
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt 
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen, 
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en 
afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of 
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen 
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel 
om  te selecteren.
2Druk op   of   om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecteren 
en houd vervolgens   ingedrukt.
3Druk op   of   om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selecte-
ren en druk vervolgens op  .
4Druk op   of   om “Yes” (ja) te 
selecteren en druk vervolgens op  .
Er wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay wanneer de resetpro-
cedure is voltooid.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 474  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

521
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Engine Oil Level Low Add or 
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen 
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het olie-
peil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto op 
een helling stilstaat. Plaats de auto op een 
horizontale ondergrond en controleer of de 
melding verdwijnt.
■Als “Engine Stopped Steering Power 
Low” (Motor uitgeschakeld. Weinig 
stuurbekrachtiging.) wordt weergege-
ven
Deze melding wordt weergegeven als de 
motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen 
meer kracht uit dan anders.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt weerge-
geven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Wanneer de motor de 
volgende keer wordt gestart, moet het motor-
toerental enigszins worden verhoogd en 
gedurende ongeveer 5 minuten op dit niveau 
worden gehandhaafd om de accu op te 
laden.
■Als “Headlight System Malfunction Visit 
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande 
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●De led-koplampen
●De automatische verticale koplampverstel-
ling (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem) 
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien 
aanwezig)
■Als er een melding wordt weergegeven 
dat er een storing in de camera voor 
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk 
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding 
aangegeven probleem is opgelost. 
(Blz. 221, 511)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien 
aanwezig)
●LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
●LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling) (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem) 
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien 
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control (indien 
aanwezig)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable 
See Owner's Manual” (Dynamic Radar 
Cruise Control-systeem niet beschik-
baar. Zie handleiding) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik of het Dynamic Radar 
Cruise Control-systeem wordt tijdelijk uitge-
schakeld of tot het in de melding aangegeven 
probleem is opgelost. (Oorzaken en oplossin-
gen: Blz. 221)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable” 
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik of het Dynamic Radar 
Cruise Control-systeem kan tijdelijk niet wor-
den gebruikt. Gebruik het systeem wanneer 
dit weer beschikbaar is.
■Als er een melding wordt weergegeven 
dat u naar uw erkende Toyota-dealer 
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is 
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken 
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 521  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

5228-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als er een melding wordt weergegeven 
dat de handleiding moet worden 
geraadpleegd
●Volg de bijbehorende instructies als 
“Engine Coolant Temp High” (temperatuur 
koelvloeistof te hoog) wordt weergegeven. 
(Blz. 561)
●Als een van de onderstaande meldingen 
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing. 
Laat de auto onmiddellijk nakijken door 
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• “Smart Entry & Start System Malfunction” 
(storing Smart entry-systeem met start-
knop)
●Als een van de onderstaande meldingen 
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing. 
Breng de auto onmiddellijk tot stilstand en 
neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige.
• “Braking Power Low” (remkracht laag)
• “Charging System Malfunction” (storing 
laadsysteem)
• “Oil Pressure Low” (oliedruk laag)
OPMERKING
■Als “High Power Consumption Par-
tial Limit on AC/Heater Operation” 
(Hoog energieverbruik. Bediening 
airco/verwarming gedeeltelijk 
beperkt) regelmatig wordt weergege-
ven
Mogelijk is er een storing met betrekking 
tot het laadsysteem of de accu kan verou-
derd zijn. Laat de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
Als uw auto een lekke 
band heeft (auto's met 
een bandenreparatieset)
Uw auto is niet uitgerust met een 
reservewiel, maar wel met een 
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt 
door een spijker of schroef die 
door het loopvlak van de band 
steekt, kan tijdelijk worden gere-
pareerd met de bandenreparatie-
set. (De set bestaat uit een fles met 
bandenreparatievloeistof. De ban-
denreparatievloeistof kan slechts 
één keer worden gebruikt voor de 
tijdelijke reparatie van één band, 
waarbij de spijker of schroef in het 
loopvlak moet blijven zitten.) 
Afhankelijk van de schade kan 
deze set niet worden gebruikt om 
de band te repareren. (Blz. 523)
Laat na de noodreparatie met de 
bandenreparatieset de band repa-
reren of vervangen door een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Met de banden-
reparatieset kunnen alleen tijde-
lijke reparaties worden uitgevoerd. 
Laat de band zo snel mogelijk 
repareren of vervangen.
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een 
lekke band wordt doorgereden, kunnen 
band en velg zodanig beschadigd worden 
dat reparatie niet meer mogelijk is en kan 
er een ongeval ontstaan.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 522  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM