
59
1 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Geschiktheid van elke zitpositie 
bij een baby- of kinderzitje
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet 
deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk 
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een 
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een 
opening aanwezig is tussen het kinderzitje 
en de rugleuning, stel de rugleuning dan 
af totdat het zitje en de rugleuning goed 
contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun 
indien deze de werking van het baby- of 
kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste 
stand.
*4: Gebruik alleen een in de rijrichting 
geplaatst baby- of kinderzitje als de aan/
uit-schakelaar voor de airbag in stand 
ON staat.
*1, 2, 3*4
*3
*3
*3
Geschikt voor een “universeel” 
baby- of kinderzitje vastgezet met 
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kinder-
zitje dat is vermeld in de tabel m.b.t. 
geschiktheid en aanbevolen baby- 
en kinderzitjes (Blz. 61).
Geschikt voor i-Size- en ISOfix-
baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt voor de 
bovenste gordel.
Gebruik nooit een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje 
op de voorpassagiersstoel als de 
aan/uit-schakelaar voor de airbag 
in stand ON staat.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 59  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

601-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. 
Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de boven-
staande tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor 
het soort “bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informa-
tie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van 
het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de ver-
koper van uw kinderzitje.
Zitpositie
StoelpositienummerAan/uit-schakelaar 
airbag
AANUIT
Zitpositie geschikt voor univer-
seel zitje vastgezet met gordel 
(Ja/Nee)Ja
Alleen in de 
rijrichting
JaJaJaJa
Zitpositie i-Size (Ja/Nee)NeeNeeJaNeeJa
Zitpositie geschikt voor zijwaarts 
geplaatst zitje (L1/L2/Nee)NeeNeeNeeNeeNee
Geschikte bevestiging voor 
tegen de rijrichting in geplaatst 
zitje (R1/R2X/R2/R3/Nee)
NeeNeeR1, R2X, 
R2NeeR1, R2X, 
R2
Geschikte bevestiging voor in de 
rijrichting geplaatst zitje 
(F2X/F2/F3/Nee)
NeeNeeF2X, F2, 
F3NeeF2X, F2, 
F3
Geschikte bevestiging voor 
zitkussen (B2/B3/Nee)NeeNeeB2, B3NeeB2, B3
BevestigingBeschrijving
F3In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte
F2In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, volledig formaat
R2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R1Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 60  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

61
1 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten 
Latijns-Amerika.
Bij het vastzetten van sommige typen 
baby- of kinderzitjes op de achterstoel 
kunnen de veiligheidsgordels op de 
plaatsen naast het zitje mogelijk niet 
goed worden gebruikt en komen ze 
mogelijk in aanraking met het zitje. Ook 
kan de werking van de veiligheidsgor-
del negatief worden beïnvloed. Draag 
uw veiligheidsgordel goed aansluitend 
over uw schouder en laag over uw heu-
pen. Wanneer dit niet het geval is of 
wanneer hij in aanraking komt met het 
zitje, ga dan ergens anders zitten. Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg hebben.
Verstel bij het plaatsen van een 
baby- of kinderzitje op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat 
deze niet in aanraking komt met het 
kind of het baby- of kinderzitje.
L1Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2Zitkussen
B3Zitkussen
GewichtsgroepenAanbevolen baby- of 
kinderzitje
Zitpositie
Aan/uit-scha-
kelaar airbag
AANUIT
0, 0+
Minder dan 13 kgG0+, BABY SAFE PLUS 
(Ja/Nee)NeeJaJaJaJa
MIDI 2 (Ja/Nee)NeeNeeJaNeeJa
I
9 - 18 kgTOYOTA DUO PLUS 
(Ja/Nee)
Ja
Uitslui-
tend 
vast-
zetten 
met 
gordelJa
Uitslui-
tend 
vast-
zetten 
met 
gordel
Ja
Ja
Uitsluitend 
vastzetten 
met gordel
Ja
MIDI 2 (Ja/Nee)NeeNeeJaNeeJa
BevestigingBeschrijving
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 61  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

681-3. Noodoproep
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied. 
De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie 
met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd 
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt 
het systeem automatisch het eCall-con-
trolecentrum.
* De medewerker van het 
controlecentrum ontvangt de locatie 
van de auto, het tijdstip waarop het 
ongeval plaatsvond en het VIN van de 
auto, en probeert de inzittenden van de 
auto te spreken om de ernst van de 
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de 
oproep als een noodgeval, neemt hij of 
zij contact op met de dichtstbijzijnde 
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij 
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep 
worden verzonden. (Blz. 70)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets 
SOS om het eCall-controlecentrum te 
bellen.
* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de locatie van uw auto 
bepalen, de situatie beoordelen en de 
benodigde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de 
toets SOS drukt.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die 
gebruikmaakt van gegevens van 
het Global Navigation Satellite 
System (GNSS) en ingebouwde 
cellulaire technologie, waardoor 
de volgende noodoproepen moge-
lijk zijn: automatische noodoproe-
pen (automatische melding van 
een aanrijding) en handmatige 
noodoproepen (door het indruk-
ken van de toets SOS). Deze 
dienst is door regelgeving van de 
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 68  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

701-3. Noodoproep
WAARSCHUWING
• Tijdens een noodoproep doet het sys-
teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het eCall-controle-
centrum. Als er echter als gevolg van 
een slechte ontvangst geen contact kan 
worden gelegd met het eCall-controle-
centrum, kan het systeem mogelijk geen 
contact maken met het mobiele netwerk 
en wordt de noodoproep beëindigd zon-
der dat er verbinding is gemaakt. Het 
rode controlelampje knippert gedurende 
ongeveer 30 seconden om aan te geven 
dat de verbinding is verbroken.
●Als de spanning van de accu afneemt of 
als de accu is losgenomen, kan het sys-
teem mogelijk geen verbinding maken 
met het eCall-controlecentrum.
■Als het noodoproepsysteem wordt 
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden 
geregistreerd. Neem contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te 
helpen bij het plaatsen van een 
noodoproep bij ongevallen, zoals een 
verkeersongeval of een plotseling 
medisch noodgeval. Het systeem biedt 
de bestuurder en de passagiers op 
geen enkele wijze bescherming. Rijd 
voorzichtig en doe voor uw veiligheid 
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de 
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of 
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk 
een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het 
systeem verzendt ook een noodoproep 
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat, 
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen 
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan 
het zijn dat u het stuurwiel niet goed 
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer 
of de omgeving veilig is alvorens een 
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere 
zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting 
in het circuit optreden en kan er brand 
ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt terwijl 
er rook is of sprake is van een ongewone 
geur, kan er brand ontstaan. Stop onmid-
dellijk met het gebruik van het systeem 
en neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van 
de toets SOS, enz. komt en sla er niet 
tegenaan.
■In geval van een storing in het paneel 
van de toets SOS, de luidspreker of 
de microfoon tijdens een 
noodoproep of een handmatige 
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om 
noodoproepen te doen, de systeemstatus 
te bevestigen of te communiceren met de 
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is, 
neem dan contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 70  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

359
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Secondary Collision Brake (indien 
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een 
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control in 
werking is
Het controlelampje Traction Control knippert 
wanneer de TRC/VSC/Trailer Sway Control 
in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het 
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op   drukt om het 
systeem uit te schakelen, kunt u de auto 
waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen door 
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door   snel 
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction Con-
trol UIT) wordt op het multi-informatiedisplay 
weergegeven.Druk nogmaals op   om het systeem 
weer in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC, VSC en Trai-
ler Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway Con-
trol uit door   langer dan 3 seconden 
ingedrukt te houden terwijl de auto stilstaat.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden 
en “Traction Control Turned OFF” (Traction 
Control UIT) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.
*
Druk nogmaals op   om het systeem 
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld 
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is 
beschikbaar) Het waarschuwingslampje 
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. (Blz. 229)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat 
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is   
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als  de  melding 
niet verdwijnt neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 359  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

361
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Gereduceerde bekrachtiging door het 
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem 
tegen oververhitting te beschermen als er 
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen 
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Draai, als dat het 
geval is, niet overmatig aan het stuur of 
breng de auto tot stilstand en schakel de 
motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10 
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 
55 km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het om een 
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende 
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het niet om 
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een 
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary 
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 
10 km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de 
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten 
banden op een weg die bedekt is met 
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge 
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan 
langer zijn dan onder normale 
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg 
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met 
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, 
zand en dergelijke, of op besneeuwde 
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met 
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet 
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het 
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen 
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet 
als het TRC/VSC-systeem in werking is. 
Rijd voorzichtig met de auto onder 
omstandigheden waarbij de stabiliteit en 
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet 
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist 
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op 
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist 
vaak in werking is getreden, wordt de 
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt 
om een goede werking van de remmen, 
TRC en VSC te garanderen.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 361  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

4386-2. Gebruik van de interieurverlichting
■De interieurverlichting kan automatisch 
gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd of 
bij een harde aanrijding van achteren wordt 
de interieurverlichting automatisch ingescha-
keld.
De interieurverlichting wordt na ongeveer 20 
minuten automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig worden 
uitgeschakeld. Om verdere aanrijdingen te 
voorkomen verdient het echter aanbeveling 
de verlichting te laten branden totdat de vei-
ligheid gegarandeerd is.
(De interieurverlichting wordt mogelijk niet 
automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de 
kracht en de omstandigheden van de aanrij-
ding.)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 577)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan 
noodzakelijk is als de motor niet draait.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 438  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM