549
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
4Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Het volwaardige reservewiel
●Auto's met een bandenspanningswaar-
schuwingssysteem: Het volwaardige reser-
vewiel heeft een aanduiding “Temporary
use only” (alleen voor tijdelijk gebruik) op
de buitenzijde van het wiel. Gebruik het
volwaardige reservewiel alleen tijdelijk en
alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. (Blz. 573)
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEMPO-
RARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reservewiel
alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. (Blz. 573)
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Nadat de band verwisseld is (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem moet worden gereset. (Blz. 483)
■Bij gebruik van het reservewiel (auto's
met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het reservewiel monteert nadat het
waarschuwingslampje voor een lage banden-
spanning is gaan branden, dit lampje blijven
branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 549 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5789-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instellingen die u met behulp van het scherm van het navigatie-/multimediasys-
teem kunt wijzigen (auto's met navigatie-/multimediasysteem)
Instellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay (Blz. 84, 89, 93, 99)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Functie*1Standaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Ta a l*2Engels*3—O—
Eenheden*2l/100 kmkm/l—O—mijlen (MPG)*4
Weergave snelheidsmeter*5AnaloogDigitaal—O—Digitaal+*4
ECO-controlelampje*4AanUit—O—
Weergave brandstofverbruik
Totaal gemiddelde
(gemiddeld brand-
stofverbruik
[sinds resetten])
Ritgemiddelde (gemid-
deld brandstofverbruik
[sinds starten])
—O—Gemiddelde per
tankbeurt (gemiddeld
brandstofverbruik
[sinds tanken])
Audiosysteemgekoppeld
display*4AanUit—O—
Type rij-informatieSinds startenSinds resetten—O—
Rij-informatie-items
(eerste item)AfstandGemiddelde rijsnelheid—O—Verstreken tijd
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 578 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM