
2484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETWAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik 
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder 
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan 
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert: Blz. 257
• Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt: Blz. 257
●Stel de geschikte snelheid in op basis 
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is 
verantwoordelijk voor het controleren 
van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt, 
kan de door het systeem gesignaleerde 
status van de voorligger afwijken van de 
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd 
alert blijven, het gevaar van elke situatie 
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen 
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot 
een ongeval met dodelijk of ernstig let-
sel als gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik uit met 
de cruise control-hoofdschakelaar als 
deze niet wordt gebruikt.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 248  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

249
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot 
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de 
door het systeem geboden ondersteuning. 
Als u dat niet doet, kan dat leiden tot een 
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot 
gevolg.
●De bestuurder helpen bij het meten van 
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik dient alleen ter 
ondersteuning van de bestuurder bij het 
bepalen van de volgafstand tussen de 
eigen auto en een bepaalde voorligger. 
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos 
of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen 
en kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder 
zelf de omgeving van de auto goed in de 
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen 
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik bepaalt of de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een 
bepaalde voorligger binnen een vastge-
legd bereik ligt. Het systeem kan geen 
andere beoordelingen maken. Het is 
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert 
blijft en inschat of een situatie mogelijk 
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen 
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik heeft geen functies 
om aanrijdingen met een voorligger te 
voorkomen of vermijden. Daarom dient u 
wanneer er gevaar dreigt direct de con-
trole over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle betrokke-
nen te garanderen.
■Situaties waarin de Dynamic Radar 
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik niet in de vol-
gende situaties. Als u dat wel doet, wordt 
de snelheid mogelijk niet goed geregeld, 
wat kan leiden tot een ongeval met dode-
lijk of ernstig letsel tot gevolg.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, 
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren 
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 249  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

251
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is mogelijk 
alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in de auto (bestuurder links of rechts) Als de 
auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar 
de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk wanneer de richtingaanwijzerschakelaar 
wordt bediend in de tegengestelde richting van de rijstrook voor inhalen (bijv. als de bestuur-
der normaal rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich rechts bevindt, maar de 
bestuurder rijdt nu in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich links bevindt, accelereert de 
auto mogelijk als de richtingaanwijzer rechts wordt ingeschakeld).
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snel-
heid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het systeem 
schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in 
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar 
Cruise Control gaat branden en er wordt een 
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. Druk nogmaals op de schakelaar 
om de cruise control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar gedu-
rende ten minste 1,5 seconden ingedrukt 
wordt gehouden, schakelt het systeem over 
op de constante-snelheidsregelmodus. 
(Blz. 254)
2Accelereer of decelereer met 
behulp van het gaspedaal naar de 
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30 
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te 
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat 
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET 
totdat de gewenste snelheid wordt 
weergegeven.
Instellen van de rijsnelheid 
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde 
snelheid
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 251  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

253
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Selecteer een afstand in de onder-
staande tabel. Houd er rekening mee 
dat de aangegeven afstanden overeen-
komen met een rijsnelheid van 80 km/h. 
De tussenafstand is afhankelijk van de 
rijsnelheid. Wanneer de auto wordt stil-
gezet door het systeem, stopt de auto 
op een bepaalde tussenafstand, afhan-
kelijk van de situatie.
Druk op de schakelaar +RES als uw 
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt ook 
hervat als u het gaspedaal intrapt wan-
neer uw voorligger begint te rijden.1Als u op de uitschakeltoets drukt, 
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt. 
(Als de auto is stilgezet door het systeem, 
wordt de snelheidsinstelling niet geannu-
leerd als het rempedaal wordt ingetrapt.)
2Als u op de schakelaar +RES drukt, 
wordt de cruise control hervat en 
wordt de ingestelde rijsnelheid her-
vat.
Instellingen tussenafstand 
(afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m
Hervatten van het rijden met 
de volgregeling als de auto is 
stilgezet door het systeem 
(afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten van 
de snelheidsregeling
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 253  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

2544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer uw auto een voorligger te 
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control 
niet mogelijk is, zal het scherm gaan 
knipperen en een zoemer klinken om 
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan 
bijvoorbeeld gebeuren als een andere 
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een 
voorligger volgt. Trap het rempedaal in 
om voldoende afstand tot uw voorligger 
te houden.
■Mogelijk worden geen waarschu-
wingen gegeven
In de volgende gevallen worden moge-
lijk geen waarschuwingen gegeven als 
de tussenafstand klein is.
Als de snelheid van de voorligger 
gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
Als de voorligger extreem langzaam 
rijdt
Direct nadat de snelheid van de 
cruise control is ingesteld
Bij het intrappen van het gaspedaalWanneer de constante-snelheidsregel-
modus is geselecteerd, blijft de auto 
met een ingestelde snelheid rijden, 
zonder de tussenafstand te regelen. 
Selecteer deze modus alleen wanneer 
de afstandsregelmodus niet goed werkt 
als gevolg van een vuile radar.
1Houd bij uitgeschakelde cruise con-
trol de cruise control-hoofdschake-
laar gedurende ten minste 1,5 
seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is gedrukt, 
gaat het controlelampje Dynamic Radar 
Cruise Control branden. Vervolgens gaat het 
controlelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als de 
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise 
control uit staat.
2Accelereer of decelereer met 
behulp van het gaspedaal naar de 
gewenste rijsnelheid (ongeveer 
30 km/h of hoger) en druk op de 
schakelaar -SET om de snelheid op 
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat 
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: 
Blz. 251
Naderingswaarschuwing 
(afstandsregelmodus)Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 254  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

255
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde 
snelheid: Blz. 253
Wanneer deze functie is ingeschakeld 
en het systeem in de afstandsregelmo-
dus (Blz. 250) werkt en een verkeers-
bord met een snelheidslimiet wordt 
gesignaleerd, wordt de herkende snel-
heidslimiet weergegeven met een pijl 
omhoog/omlaag. De ingestelde snel-
heid kan tot de herkende snelheidsli-
miet worden verhoogd/verlaagd door 
de schakelaar +RES/-SET ingedrukt te 
houden.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschakelen/
uitschakelen via   op het multi-infor-
matiedisplay. (Blz. 99)
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik kan worden 
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 
30 km/h of hoger is. 
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 
30 km/h, wordt de snelheid ingesteld op 
ongeveer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af tot onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 255  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

2564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is 
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheids-
gordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge-
staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschakeld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert (Blz. 276). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. (Blz. 221, 520)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 256  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

2584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise 
Control*
Wanneer de afstandsregelmodus 
is ingeschakeld, accelereert en 
decelereert de auto automatisch 
overeenkomstig de veranderin-
gen in snelheid van de voorligger, 
zelfs wanneer het gaspedaal niet 
wordt ingetrapt. In de constante-
snelheidsregelmodus rijdt de auto 
met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control op autowegen en snelwe-
gen.
Afstandsregelmodus (Blz. 260)
Constante-snelheidsregelmodus 
(Blz. 264)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dynamic 
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem biedt ondersteuning bij het rijden 
om de bestuurder te ontlasten. Er zijn 
echter grenzen aan de geboden onder-
steuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert: Blz. 266
• Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt: Blz. 267
●Stel de geschikte snelheid in op basis 
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is 
verantwoordelijk voor het controleren 
van de ingestelde snelheid.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 258  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM